Boekje lezen

Jitske bracht een tuinboek mee.
Moet je eens lezen, zei ze, vind je vast mooi.
Ze had gelijk!

Hoewel ik eerst een beetje twijfelde, het is een Duitstalig boek, en meestal lees ik Engels of Nederlands. Bleek geen probleem. AL heel snel kon ik uit de context halen dat een Amsel een Merel is en Eichelhäher een Vlaamse gaai. Veel Duitse woorden lijken op de Nederlandse, dat helpt. Maar soms zijn ze net anders. Zaun is niet tuin, maar het tuin-hek (of de omheining. Dat was helder toen de schrijfster schreef dat ze op de Zaun leunde. Er was 1 woord dat ik niet thuis kon brengen, en bijna had ik het woordenboek erbij gehaald: Efeu. Maar uiteindelijk kwam ik er achter was dat was.

Gabriele schrijft met veel humor over haar ervaringen als ontluikende tuin en vooral tuinnatuurliefhebber. Na een verhuizing van centrum Berlijn, naar een klein huis-met-nogal-verwilderde tuin ontdekt ze stukje bij beetje hoe het tuinleven in elkaar zit. Mooi en herkenbaar beschreven. Hilarisch vond ik de beschrijvingen van de buren en collega’s, en reacties van manlief. Ontroerend het verhaal over de roodborstjes op haar hand en de muis die vogelvoer kwam halen.

Waldmaus: diesen Ohren entgeht nichts; Foto Gabriela Frydrych

Efeu is klimop.

Zaadbommen

Bij de Ekoplaza stonden we bij de kassa.
Ik bladerde in een boekje dat er vlak bij stond.
Neem gerust mee, zei de eigenaar.

Leuke lectuur voor een grijs weekend.
Ik heb nog allerlei zaad, van inheemse planten.
Nu nog wat klei (terracottapoeder) op de kop tikken om ook zaadbommetjes te maken.

Citrus

De decemberperiode is altijd mooi om wat meer te lezen dan normaal. Ik had nog twee boeken liggen, van Jitske, die beiden raken aan tuin, of planten. En die heb ik allebei uitgelezen, om en om stukjes.  Al eerder schreef ik over The Morville Year.

Nu het andere boek: The land where lemons grow. Als je van plantverhalen en geschiedenis, en landschapsbeschrijvingen houdt, dan is dit een boek voor jou. Het boek gaat over de geschiedenis van het citrusvruchten en het kweken daarvan in Italia. Over de grote verzameling van de meest vreemdgevormde vruchten van de Medici (van een aantal zijn nog afgietsels in was bewaard) en over de bloedsinaasappels op Sicilie.

Over de sucade, die een belangrijk onderdeel van de traditie uitmaakt van het Joodse loofhuttenfeest, waarbij uitzonderlijke eisen gesteld worden aan het uiterlijk van de vrucht (prijs tot paar 100 dollar voor een goede sucade!).
Ronduit schokkend vond ik het verhaal over de mafia op Sicilie, die ontstaan is in de citrusteelt en rond de enorme winsten die gemaakt konden worden met verschepen van citroenen naar de VS (tegen scheurbuik).
En over de bergamottuinen rond het gardameer, waar in het verleden enorme rijkdommen vergaard konden worden (bergamotolie tbv de parfum industrie, en ook de earl grey thee). De bergamotkweek is ingestort toen er ook synthetische varianten van bergamotolie op de markt kwamen.

Helena Attlee heeft een jaar of tien onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de citrus, en vertelt op een aanstekelijke manier over haar zoektocht en ontmoetingen met veel Italianen.

Perfect kerstvakantie leesvoer; voor een zonnig gevoel als het buiten donker en miezerig is.

Drie soorten bloedsinaasapples op Sicilie: de moro’s, de tarocco’s en de sanguinello’s. Het is nu -januari tot begin maart- weer oogsttijd van bloedsinaasappels; vanmorgen van een heerlijk glaasje versgeperst sanguinello-sap genoten.

Grond en beestjes

Het gaat niet goed met onze insecten. Veel aandacht voor de bijen, die een cruciale rol spelen in bestuiving van planten. Veel minder voor al die kleine beestjes die zorgen dat de grond, de bodem, vruchtbaar blijft. In de afgelopen nummers van het kwartaalblad van Natuurmonumenten veel over insecten. In het laatste nummer Winter 2018 van Puur Natuur, aandacht aan de beestjes in de grond.

Illustratie uit Puur Natuur , Winter 2018

Goede grond, ook in de tuin, bulkt van het leven.  Waardoor de planten ook bovengronds veel beter groeien. In de natuurgebieden krijg je ruimte voor een grote diversiteit aan wilde planten. En bijpassend weer beestjes , vogels, kleine zoogdieren.

Een paar tips voor een goede tuinbodem.
1. laat de bodem met rust, niet spitten; dan kunnen de beestjes hun gang gaan
2. gebruik geen potgrond om de bodem te verbeteren (hier worden vaak veengebieden in Ierland, Rusland en Oost Europa voor vernietigd (*)
3. laat bladeren en takjes liggen, veeg in de herfst de bladeren van de paden en grasveld in de borders.
4. geef je compost hoop te eten, zij houdt van gft afval, en geeft je er compost voor terug om in je tuin te gebruiken
5. zorg voor bedekte, begroeide grond.

Als je het tijdschrift Puur  Natuur nog in de krantenbak hebt liggen (Natuurmonummenten heeft ruim 700.000 leden, dikke kans dat jij er ook een bent), pak het er gewoon even bij. En lees over de veenmol, de springstaart, oorwormen, mieren, miljoenpoten en regenwormen.

(*) Voornemen voor 2019: turf/veen vrije potgrond aanschaffen; dus niet meer die goedkope van de Jumbo….

Kruidenboeken

Tussen 1470 en 1670 verschenen in Europa allerlei gedrukte kruidenboeken, soms beschrijvend en later steeds meer met illustraties. Drie belangrijke Duitse botanisten waren Brunsfels, Fuchs en Bock.

Hieronymus Bock, noemde zichzelf in zijn Latijnse boeken ‘Tragus’. Geboren in 1498 in Heidelsheim in Duitsland. Zijn ouders wilden dat hij het klooster in zou gaan, maar het liep anders. Bock werd een schoolmeester en later ging hij de tuinen beheren voor de hertog Paladine Ludwig in Zweibrücken. Dat deed hij van 1523 tot 1533. Toen Ludwig stierf, verloor Bock zijn baan. De nieuwe katholieke eigenaar van het landgoed wilde niet dat er een Lutherse tuinman voor hem werkte. Bock ging als Lutherse pastor aan het werk in Hornback en deed dat tot aan zijn dood in 1554. Daarnaast was hij arts en zijn vrije tijd besteedde hij aan botanie, planten bestuderen.
Hij werd door Brunsfels gevraagd om een botanisch boek te schrijven in het Duits. Dat werd het ‘New Kreutterbuch,’ een kruidenboek dat voor het eerst verscheen in 1539, toen nog zonder illustraties. Gedrukt in Straatsburg door Wendel Rihel. Een tweede editie verscheen in 1546, met veel houtsnede illustraties. De titel werd ingekort tot ‘Kreuter Bůch.’

Hieronymus Bock, Duits botanist, 1498-1554; tekening en houtsnede van David Kandel. Kleurtjes van Tineke.

Een behoorlijk aantal van de illustraties was nieuw, getekend en uitgesneden door David Kandel. Zijn initialen zie je in de figuur hierboven. Er wordt gefluisterd dat hij een groot aantal figuren heeft gekopieerd, en op kleinere schaal afgedrukt, uit een beroemd kruidenboek van Fuchs. Dat boek verscheen in 1542 tussen de eerste ongeïllustreerde druk van Bock en de tweede geïllustreerde druk. Plagiaat avant la lettre?

Het belang van Bock als plantkundige ligt niet zo zeer in zijn afbeeldingen als in zijn beschrijvingen. Hij keek als een van de eerste plantkundigen op een moderne manier, objectief, naar de planten. Hij verafschuwde alle bijgeloof rond planten, gebruikt voor bezwerende spreuken of tovenarij.

The Morville Year

Lange avonden, warm bij de vloerverwarming.
Wat minder buiten.
De tuin glijdt zo zoetjes aan richting winterrust.
De laatste Gardeners World van het seizoen ligt al weer achter ons.

Voor je wekelijkse portie tuinvitaminen is er een oplossing. Lees eens een mooi tuinboek. Of eigenlijk een boek, waar een van de hoofdrollen door een tuin gespeeld wordt, maar waar de andere bewoners van de tuin even belangrijk zijn.
Zo’n boek als The Morville Year, van Katherine Swift. Een serie columns die ze schreef in de periode 2001 tot 2005 voor de zaterdageditie van The Times. Over haar tuin in Morville, Shropshire, UK. Vanaf de lente, gesorteerd per seizoen, beschrijft ze liefdevol wat ze zoal ziet in de tuin. Niet mooier dan het is. Ze neemt de lezer mee in haar tuinavonturen, en laat ook zien wat er niet lukt. Zoals de roos, die ze al drie keer verplaatst heeft, omdat de plek steeds niet goed bleek. Of de aanleg van de langwerpige vijver, waarmee ze de tuinman bijna gek kreeg, omdat ze tot twee keer toe de juist gemetselde muurtjes liet veranderen. Waar ik van geniet is dat ze regelmatig in de historie duikt, van een plant, van een tuinmens, van een plaats, van een land. Voor mij zijn dat vele kersjes op een taart.

Met dank aan Jitske, die me dit boek leende.

Een van Katherine’s zinnen in de inleiding sprak me bijzonder aan. Ook voor mij geldt dat schrijven in ’t Groentje, boeken lezen, in de tuin bezig zijn, kijken, fotograferen, rondsnuffelen op internet, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Reading, writing and gardening remain for me indissoluble, the garden not simply the physical place where I spend most of my days, but a mental space built out of thoughts and emotions, associations and memories – mine and other people’s.

Een ander boek van Katherine is the Morville Hours.

Hua Yuan

Ik vroeg een Chinese dame die een workshop Chines Tekens gaf om het woord tuin in het Chinees op de schrijven. Nou; zo dus.
De eerste a met streepje wordt uitgesproken als een a; de tweede a met accent meer als een korte 2, zoals in ‘stem’.
Foenetisch zoiets als hoeAAA juu-ENG

In het Groen

Van Digitale letters naar letters op papier.
Dat ga ik ook nog wel een keer doen.

Rob van der Linden heeft dat al gedaan. Een hele tijd was ik geabonneerd op zijn digitale columns, de Groenflits. Elke twee weken verscheen die in mijn mailbox. De meeste columns waren groen-gerelateerd, met wetenswaardigheden en bijzonderheden, soms over de planten, soms uit de geschiedenis, soms over een bijzondere plek. Ruim 300 colums heeft Rob in 10 jaar geschreven, en nu is een selectie van 55 stuks verschenen op papier.

‘In het Groen, over paardebloemproblemen, kraaivrees, groen grind, de witte vrouw met de groene sluier en nog veel meer… 55 columns’?
Het boek kan worden besteld in boekwinkels en ook bij bol.com. Als je het bij Rob zelf bestelt, dan kan hij het eventueel nog signeren 🙂 . Zie link.

Open tuin 7/8 juli 2018

In de vakantieperiode, zonder vast werkritme, vloeien de dagen in elkaar over. Vrijdag lijkt zaterdag. Hele lange weekenden. Wanneer hadden we ook al weer de laatste regenbui. Is het pas een week geleden dat we Open Tuinen hadden? Het lijkt veel langer geleden, maar de kalender zegt: precies 1 week.

Nog even een terugblik, op een mooi weekend. Zondag middag de meeste mensen, een komen en gaan. Ook een meneer met zijn vrouw in een rolstoel. Daar is onze tuin niet op ingericht. Flink duwen door het grindpad. Het tuinpad op tot aan de vijver. En vanaf het centrale grasveld kon ze ook een en ander bekijken. Maar niet de uithoeken.
En tone een van de trouwe lezers van dit blog met een stok liep en gesteund werd door haar man, bedacht ik me: ook voor mensen slecht ter been is de tuin, met allerlei op- en afstapjes niet echt makkelijk. Een soort hindernisbaan. Veel bezoeker namen plantjes mee (had een voorraadje van het opgepotte spul te koop, die is nu iets kleiner).

Die dames in het blauw (toeval zeiden ze), wilden wel poseren. De kattenstaart vonden ze mooi. ! stond 1 potje, voor de andere 2 een plantje ter plekke uitgeschept.

Gewapend met folders van Open Tuinen Caroussel Drenthe, kwamen ze tuinen kijken in Groningen..

Tjee, wat staat er veel in de tuin. UIt Usquert.

Eddy in het oerwoud. Hij staat op het bruggetje over de vijver.

De tijd is elastisch.
Soms uitgerekt, lekker langzaam.
Loom in de zon.
Dan weer ingekort.