Net als vorig jaar ook dit jaar een paar van die leuke donkere Akrikanen gezaaid. Ik heb ze vrij lang in kleinen 9×9 potjes gehouden, dan blijven ze vrij klein. Zeker als er onverhoopt toch een slak bij komt. Een paar zijn verdwenen. Drie weken geleden een paar samen in een grote pot, pontificaal aan de rand van het terras. Prachtig met de stipa tenuissima erachter en de laatste zonnestralen van de dag erlangs.
Volgend jaar nog wat eerder in de grote pot zetten, dan kunnen de planten nog verder uitgroeien. En bloeien tot aan de eerste vorst.
Het was een moeilijk jaar voor de boerenhortensia. Net in de periode dat de struik volop in bloei stond met haar bolronde schermen was het weer zo’n hete en erg droge periode. Daar houden ze helemaal niet van. In veel tuinen gingen de bloemschermen van friskleurend meteen over naar verdord bruin. De bladeren hingen als natte lapjes slap omlaag. Het blad is inmiddels weer bijgekomen, voor mooie bloemschermen is het weer wachten op volgend jaar. Voor zover de boerenhortensia.
Met de schapekophortensia is het een stuk beter gegaan. Deze heeft stevigere, bijna leerachtige bladeren, die beter tegen de droogte kunnen. Daarbij bloeit de plant een stuk later, nu inmiddels een week of 2. Dat maakt een flink verschil. Wist je trouwens dat deze hortensia reuze makkelijk te stekken is. In het voorjaar kun je de struik fors terugsnoeien, en de houtige stekken zet je op dat moment gewoon in de grond. Kale takken zijn het dan nog, 2-3 knopen diep. Eerste jaar beetje in de gaten houden wat water geven betreft. Ik heb er prima resultaten mee, en op verschillende plaatsen schapenkoppen in de tuin.
AFgelopen week was weer een officiele hittegolf week, met minstens 3 dagen boven de dertig graden en de rest boven de vijfentwintig. Voor werk in de tuin was het smorgens nog prima, maar tegen eind van de ochtend rusttijd en/of naar binnen. Eddy heeft drie kanten van onze fietsenschuur weer helemaal mooi opgeknapt, elke ochtend een stukje. Schoonmaken, schuren, poetsen, beitsen. Het ruikt nog helemaal naar verse verf, als de zon op de schuur schijnt.
En de vierde kant, de achterkant? Tja, dat wordt wat lastig. De schuur staat met de achterkant op ongeveer 30 cm van het schappenhektrellis waartegen twee enorme klimrozen groeien. Ik kan net zijwaarts schuifelend in dat tussenstuk komen. Omdraaien of bukken is niet mogelijk. En een kwast om de achterkant te schilderen vanuit die posities is waarschijnlijk te lang… Met een spons kan ik wel de achterkant schoonmaken/ ont-algen. Ik ga het in ieder geval proberen.
Asters en rudbeckia’s, helianthussen en heleniums. Allemaal bloemen die in de nazomerbloeien en margrietachtige bloemen hebben. Composieten. De asters bloeien vaak in tinten paars, soms roze of wit. De andere drie in geel of oranjetinten. Bij ons in de tuin hebben we vooral gele varianten. Zo vrolijk. Een eindje verderop in de straat zag ik een grote bos heleniums van een donker oranje, roodachtige kleur. Ook mooi. Heb ik een paar keer geprobeerd, steeds 1 of 2 planten gekocht, die tussen andere planten instonden. Maar steevast na 1 of 2 jaar waren ze verdwenen. Behalve die ene oersterke: helenium Tura, een forse gele, 120 cm hoog en stevig overeind blijvend.
Misschien moet ik eens een heleboel, 5 of 7 planten, bij elkaar zetten van zo’n oranje kleur, en ze bij start groeiseizoen goed in de gaten houden (slakken!). Dus als je een dikke pol hebt die je wilt delen in najaar (of voorjaar), ik houd me aanbevolen. Uhh, omgeving Groningen, dat wel.
Augustus en september zijn de beste maanden voor siergrassen in de tuin. Wuivende halmen, stevige pluimen, volop kleur. Prachtig met strijklicht van de vroege ochend of late middag zon. Op bovenstaande foto drie voorbeelden. De kleine stipa blijft wintergroen als het niet te nat is, japans bleodgras sterft bovengronds helemaal af, niet zo bijzonder in de winter.
De calamagrostis heeft eerst pluimen met een roodachtige zweem, bloeit al in juli, en pluimen zijn nu strogeel. Dit gras blijft ’s winters niet zo mooi overeind als bv miscantus sinensis soorten. Een goede truc is om nu de pol bij de grond af te knippen, halmen en blad. De calamagrostis beloont dat door nog voor de winter een verse toef van het frisgroene blad met witte streep te maken (die overigens bij vorst ook weer afsterft).
De kleine stipa weet niet van ophouden. Ik heb er al vaker over geschreven, blijft echt een favoriet. Hier staat ze in de kurkdroge bloembak aan de zuidkant van het huis, met flinke overhang van dakgoot. Juist op deze droge plek doet ze het helemmal mooi, blijft wat compacter met de bolronde pruik.Uitzaaien, dat kan ze als de beste, droge stenige plaatsen. Het grindpad aan de voet van de bloembak is bezaaid met een dekentje van pluizige zaden die ik zoveel mogelijk probeer te verwijderen. Dat dat vorig jaar niet helemaal gelukt is zie je aan de groen plukjes gras links voor in het grindpad. Weer kleine stipa’s om op te potten en kado te geven.
Je hebt vast wel eens kruidwoordpuzzels gemaakt. Een woord dat regelmatig terugkomt heeft de omschrijving ‘ open plek in het bos (3) ‘. Het juiste woord is TRA. Afgelopen week heb ik in onze tuin op diverse plekken een tra gemaakt, op plekken waar eerst buxusstruiken stonden. Een bolvormig gesnoeide net voorbij de vijver, een platte hoge aan de achterkant van ‘het derde kweekbed’, en een klein haagje.
Eerst het groen met de snoeisnaar als bloemkoolroosjes afknippen en tijdelijk op een composthoop. De stammetjes 30-40 boven de grond laten zitten. En dan de kluiten uitscheppen. DE stammetjes doen dienst als hefboom. En dat alles steeds maar eventjes achter elkaar, hard werken.
De compostbak van 1×2 meter en 1 meter diep is nu al vol, maar ik heb het nog niet aangestampt. Dan kan er veel meer bij. Tijdelijke opslag totdat ook de rest (nog 2-3 x zo veel) verwijderd is en we weer een keer met karretje van de buurman tuinafval gaan wegbrengen.
En dan opeens weer paar stukjes vrij in de tuin, yeah! Ik wacht even met iets erin zetten, de grond is stofdroog, en vermaak me ondertussen met bedenken wat ik er neer kan zetten.
Verschillende buxussen in de tuin, waaronder een haagje in de vorm van een rups gesnoeid. Al in 2008 schreef ik een stukje over dit haagje, dat toen aangetast werd door een buxusschimmel. Een van de ‘segmenten’van de rups weggehaald, en het haagje groeide weer mooi uit. In 2015 schreef ik weer een blogje, weer de schimmel in combinatie met markeringen van diverse katten. Ook deze aanslag overleefde het haagje. Maar nu lijkt het dan toch gedaan. De tweede generatie echte rupsen in 2019 hebben de aanval ingezet op de rupsvormige haag. Dat gaat niet meer goed komen. In ongeveer 2-3 weken… Nog even doorknagen en hij is leeg.
Dit najaar ga ik een flink deel van de busxussen verwijderen, wordt een hele klus. Ben nog aan het overwegen of ik een stuk zal laten staan, als experiment. Om te kijken of er een nieuwe evenwicht gaat ontstaan tussen buxusmot en koolmees.
Zomaar twee foto’s van bloeiers op dit moment. Het knoopkruid is een vaste plant die voorkomt in bermen, graslanden en dijkhellingen. Vanaf de late lente tot soms wel in de herfst kleurt de Centaurea Jacea de graslanden paars. Steenhommels vinden ze heerlijk.
De witte pomponnetjes van de Roomse kamille ‘Flore Pleno'(gevuld bloemig) geuren heerlijk. De plant blijft wat kleiner dan gewonde kamille, je kan er ook thee van maken. Anders dan bij de echte kamille zijn ook de blaadjes geurend, een appeltjesgeur. Leuk langs een pad (en bij ons tijdelijk midden op het pad).
Ingrid wandelde afgelopen weekend mee met een etappe van de Pronkjewail wandeling. En nu ze toch hier was met de auto kon ze meteen een paar plantjes meenemen. Voornamelijk voor zoon Yannic. Haar eigen tuin staat inmiddels al redelijk vol met eerdere meenemertjes uit onze tuin. Hoewel een enkel plantje altijd past. …
Eerst maar even in de auto inpassen. Achter de voorstoel op de grond ook nog een serie planten met wat langere stengels.