Deze week: vijf jaar geleden

Als je jaar na jaar foto’s bekijkt zie je het verschil pas.
In een periode van het jaar waar de veranderingen in de tuin snel gaan.
In het voorjaar, als bijna elke dag iets nieuws de grond uit spuit.
In het najaar, als ineens de bladeren beginnen te kleuren.

Dat is niet steeds de zelfde tijd, elk jaar.
Je kun er de jaarklok niet op gelijk zetten.
Afhankelijk van droogte in de zomer, en tijdstip van vorst in najaar,
kan er weken tussen zitten.

Op 17 november 2012 zag de wolfsmelk er zo uit.

En die dag ook nog eieren gevonden!

Minibordertje

Een akeleitje, kleur onbekend
Pol steenanjertjes
Witte tulpen
  • Een stukje langs het grasveld, twee weken geleden van gras en heksenbezem ontdaan. 50 cm diep, 1 meter breed.
  • Een zakje tulpenbollen, die nu echt de grond in moeten, witte, type colonel.
  • Een uurtje droog voor de lunch.Dat betekent lekker even naar buiten en de bollen erin gezet. Omdat het stuk grond nu zo kaal is op zoek gegaan naar wat plantjes. Een pad aan de andere kant van de tuin willen we gaan verbreden. Dat betekent dat een reep tuin van 35 centimeter breed en ruim 20 meter van plantjes ontdaan moet worden. Ik heb met een schepje een paar plantjes uit een stuk van nog geen halve meter gehaald. Die plantjes staan nu ook in de miniborder, boven op de tulpen. Dat belooft veel kleur volgend voorjaar en zomer. Niet allemaal tegelijk overigens.
Karthuizer anjer, stuk of 4 rozetjes
Zenegroen, stuk of 10 rozetten. Hommels zijn er dol op.
6 gekregen zaailingen van de muurbloem. Kleur onbekend.
4 vergeetmijnieten, die elders midden op een pad stonden.
Verbena bonariensis, 5 of zo. Vlak bij de vijver, dus mooie parkeerplaats voor libellen.

Kijk, daar!

Zaterdag was het aardig weer en ook wat zon. Tijd om het terras van alle aangewaaide blaadjes en takjes te ontdoen. We hebben een olijfboom in een grote terracottapot, die een groot deel van het jaar net buiten de overkapping van het terras staat. En zo lekker zelf regen kan opvangen en het stof van blaadjes kan laten regenen. In de winter tillen we -met zijn tweeen lukt dat net- de olijf onder de overkapping. Droger en wat meer beschutting. Alleen bij meer dan 10 graden vorst schuiven we de olijf nog 1 etappe verder naar binnen, naar de serre. Daar vriest het dan ook, maar iets minder hard.

Wij stonden opgesteld aan weerszijden van de pot om in kleine stukje de paar meter af te leggen. Eddy stop, kijkt vol verbazing naar boven, en begint te wijzen. Daar! Daar!. Ik kijk ook omhoog, vliegen er ganzen over, of een bijzondere vogel? Nee daar, roept Eddy. Wat zie je dan, vraag ik. Kijk dan! Nog steeds wijzend. Uiteindelijk ga ik naast hem staan en kijk langs zijn gestrekte vingen omhoog. Ah, nu zie ik het ook.

1 olijf. Zo groot hebben we er nog nooit 1 gehad.

Laatste maaibeurt

Een week of drie geleden dachten we voor de laatste keer in 2017 het gras te maaien. Dat was half oktober. Het bleef zacht, en zo kon je op 4 november Eddy in de weer zien met onze elektrische maaier. Dit jaar aangeschaft en wel handig. Ook bij nat gras kun je maaien. Dat lukte met onze oude (niet al te scherpe) handmaaier absoluut niet. Ook de nog niet weggeharkte blaadjes werden mee genomen door de maaier. Toch nog zeker een halve opvangbak met gras eraf gehaald.

Maaier op de hoogste stand, voor even banen in het gras. Met rechts, in fraaie herfsttinten, van voor naar achter: botteltjes van de rosa multiflora, de uitgebloeide helianthus, en een grote bos miscanthus pluimen.
Aan het eind van een tuindag verzamel ik al het tuingereedschap weer in de buurt van de schuur. Als ik dat vergeet: aan de lege ophangplekken in de schuur zie ik of er nog een schepje of hark of snoeischaar ontbreekt.

van Tubergen

Bijna tegen de muur, onder het grote raam aan de voorkant van ons huis,  heb ik kleine rode tulpjes geplant. Tulipa praetens ‘van Tubergen’s variety’, heten ze. Ik heb ze neergezet tussen de cypreswolfsmelk. Kan mooi afsteken volgend voorjaar, de knalrode tulpjes tussen het geelgroen van de wolfsmelk. Meerder stengels en bloemen uit 1 bol, volgens diverse bronnen.

Ik ga er van uit dat het tulpje de naam heeft gekregen van de firma C.G. van Tubergen werd in 1868 opgericht door de gebroeders Cornelis en Marinus van Tubergen.

Cornelis Gerrit van Tubergen

Zij waren oorspronkelijk uit de tabakshandel in Amsterdam afkomstig en kochten samen met hun vader de hofstede ‘Zwanenburg’, waar ze een een bloembollen- en zaadhandel begonnen. De kwekerij organiseerde botanische zoektochten in Klein- en Centraal-Azië, met als doel zeldzame inheemse bol- en knolgewassen te vinden. De vondsten van de expedities werden op de kwekerij in Haarlem geteeld en gekruid. Zo ontstonden talloze nieuwe geslachten van fraaie bloemen. Vele bollen kwamen in Nederlandse tuinen, terecht, maar ook veel werd naar buitenland verhandeld, vooral Amerika en Engeland. Tegenwoordig zit van Tubergen in Heemstede.

Slager Bakker

Vind je het ook zo’n leuk als er een meneer Bakker is, die van beroep slager is, en op zijn winkel heeft staan: Slager Bakker. Wij hebben nu zo’n bloembol. Het is een narcis, en de naam van die narcis is geranium!

De narcis heeft meerdere bloemen per stengel, spierwitte blaadjes, met een bescheiden trompetje. bescheiden van formaat, want de kleur is knaloranje. Waarom die geranium is genoemd. Misschien weet Joost het. Deze geranium heeft een lekkere geur, maar de kans dat we die ruiken is niet zo groot. De narcissen staan sinds vanmiddag in de voortuin, maar niet meteen een plek waar je met je neus bovenop zit.

Het planten was nog wel een heel gedoe. In de voortuin hebben we een fors oppervlak, zeker anderhalve vierkante meter met persicaria bistorta, adderwortel. Daar zet ik de bollen wel even tussen, dacht ik. Nee dus: de adderwortel maakt hele stevige wortelstokken, en daar tussen in een taai web van kleinere wortels, een laag van ongeveer 6 cm. Met de schep zelfs nauwelijks door te hakken. Besloten om een flink deel van de adderwortel helemaal weg te halen, paar uur werk voor 1 m2! De hele bovenlaag in brokken naar een bult achter in de tuin gebracht (wie adderwortel wil, kom een paar klonten halen!). Een paar emmers compost naar de voortuin. En toen bolletjes in de verse grond. De narcissen en ook nog tulpen. Er tussen (ook voor het antikattenbak effect) verschillende planten die ik nog in potten had geplant: 5 korenbloemen, 2 grootbladige salvia’s, 5 verbena bonariensis-sen.

Schildblad

Als je nou aan de ene kant wat weghaalt, stelt Eddy voor, dan hebben we wat meer zicht op de vijver.

Hij doelt op het schildblad – darmera peltata- dat weelderig groeit aan beide zijden van het ondiepe stuk van onze vijver. Daar heb ik kort geleden een paar wortelstokken uitgeschept voor de weggeef. Volgende week is weer plantenruil.

Darmera is een fraaie probleemloze plant, die heel langzaam groter groeit.

Schildblad is mooi te combineren met andere bladvormen zoals varens en irissen
Herfstkleur
Geparkeerde darmera wortelstokken. Vergis je niet, het exemplaar onder in beeld is 25 cm lang!

Perfect als oeverplant. Door zijn stevige (oppervlakkige) wortelstokken houdt de darmera ook een instabiele vijveroever goed vast. Bloei in april – mei met een opvallende bloem, voordat het blad opkomt. Daarna het blad, enorme exemplaren tot zo’n 50 cm in doorsnee. Heet niet voor niets schildblad. De darmera kondigt de herfst aan met fraaie koperrode en gele herfstkleuren. De zaaddozen zijn fraai, maar bij ons zien we ze nauwelijks, de bladeren groeien er boven uit.

Beste plek: overwegend lichte schaduw, aan een bosrand of plek half open plek met her en der een struik of boom. Bij voldoende vochtige en rijke grond kan het ook iets zonniger zijn.

Picknickbank

We hebben een oude picknicktafel met twee banken. In 1997, 20 jaar geleden alweer, gemaakt door Gerd.

Die staat rustiek te wezen in een hoek van de tuin.

In de beginjaren hebben we de tafel veel gebruikt. ’s Zomers buiten eten aan de tafel. We hielden ons bord wel goed vast beetje goed vasthouden want de tafel was niet overal helemaal vlak. Gemaakt van in de lengte doorgezaagde kastanjehouten palen. Toen er een serre met overdekt terras bij kwam aan de andere kant van het huis, raakte de bank en tafel in onbruik. Althans bij ons mensen.
Af en toe kwam er een bak met bloemen op te staan. Het tuingereedschap werd er op gelegd als ik in de buurt bezig was. Bij de poezen, met name Suzan, is de bank echter zeer in trek. Bijna dagelijks zit of ligt ze erop. Blijkt ook een prima krabpaal te zijn. Mede daarom zijn de banken niet echt goed meer om op te zitten, met een dunne zomerse broek aan: risico van splinters in de billen. Ook steeds meer kleine kruipertjes weten de bank te vinden, van onder en van binnen. Mosjes en zwammetjes helpen mee de bank en picknicktafel langzaam op te ruimen.