In een vorige blog liet ik een foto zien van een vreemd ding: inktvisachtig in een grote emmer water. Het is (inderdaad) de wortelknol van een eremurus of Naald van Cleopatra, zoals een paar lezers aangaven. Wel was er de verbazing te lezen uit de antwoorden: in het water? De knol heeft er juist last van als ie (’s winters) te nat staat. Rot dan weg.
Maar in dit geval was het een tijdelijke verblijfplaats. Ik had een eremurus in pot staan, die vorig jaar prachtig gebloeid heeft met twee stengels, en dit jaar alleen blad heeft gemaakt. Omdat het blad inmiddels was afgestorven was mijn plan om de knol uit de pot te halen en opnieuw van verse aarde te voorzien. Toen bleken er inmiddels 4 van de spinachtige wortelknollen in elkaar verstrengeld in de pot te zitten. Het was war m en droog en de knollen drogen makkelijk uit. VAndaar de emmer.
Om vier grote potten te maken, en die ’s winters bij strenge vorst en nattigheid binnen te halen, dat vond ik te veel van het goede. Ik ga een gok wagen door de knollen in de gemetselde bloembak voor het huis te zetten. Pal op het zuiden, dicht bij de muur, enigszins overhangende dakgoot, bergje grit onder elke bloeikroon.
Als ik er aan denk zal ik een paar varenbladeren of taxus takken bewaren om er bij strenge vorst over te leggen….
En dan kijken wat het volgend jaar wordt. Naast vorst zijn ook slakken een risico, dus niet te veel schaduwgevende plantjes in de bloembak zetten. Ik overweeg nog wel verbena’s er bij te zetten, die zijn lekker ijl van bloeiwijze en bloeien nog lang nadat de eremurus gestopt is.