Die vogeltjes in de tuin he,
dat zijn zulke vreetzakjes.
Ze eten ons de oren van het hoofd.
Zaden, vetblokken, pinda’s en vogelpindakaas.
Niet dat het nou zo ontzettend koud is….
…. ze vinden het gewoon lekker!
Water, groen en lucht
In het gebied waar wij wonen, op de grens van Groningen en Drenthe, laat ik elke keer weer verrassen door de mooie doorkijkjes en landschappen. DE telefoon gaat op alle wandelingen mee, inmiddels zeer handig wonderapparaat: om te zien waar we zijn, om de wandelroute op te slaan, om de dichtsbijzijnde bushalte te vinden, of een koffietent die open is, en -heel veel gebruikt- om foto’s te maken. Ja , af en toe ook bellen, maar vaker appen of mailen.
Terug naar de foto’s. Overdag een stukje wandelen, en af en toe een foto maken. ’s Avonds op de bank de foto’s dan in het groot op het computerscherm bekijken. Wow, wat een mooi landschap, als je een beetje om je heen kijkt.
De twee foto’s hierboven zijn van het oude buitenzwembad in Haren, al lang niet meer als zwembad in gebruik, en overgenomen door de natuur. Hier in het mooie licht op 31 december. Hier onder het Deurzerdiep, 5 januari.
Ben (Charles) Harris
Bij de thee vanmiddag haalde ik een tuinboek uit de kast naast me.
“Gebruik de planten uit uw tuin”, van Ben Charles Harris. De bekende kruidenkenner, staat er op de binnenflap van het boek, maar ik had nog nooit van hem gehoord. Het blijkt een Amerikaan te zijn, uit new England, die vanaf ongeveer 1940 een radioprogramma over de toepassingen van kruiden had. Ook heeft ie later op lokale TV programma’s gehad. Als je op zijn naam googled kom je vooral de ongeveer 10 boeken tegen die hij heeft geschreven, waaronder bovengenoemde. Heb nog een tijd zitten zoeken of ik een foto van meneer Ben kon vinden, maar dat is niet gelukt.
Wel een link naar een interview met hem, van 23 november 1976. Amusant om naar te luisteren. De interviewer probeert Harris steeds uitspraken te ontlokken dat het gevaarlijk is om ‘in het wild’ kruiden te gaan plukken. Consequent veegt Harris die van tafel. Harris is dan (in 1976) al 37 jaar vegetarisch en fulmineert tegen de ‘american garbage’, fast food, dat ook dan al veel gegeten wordt. De hamburgers, hotdogs, slap wit brood, pickles, allemaal ‘poison’ volgens Ben Charles. En coca cola. Ook poison!
De interviewer probeert nog een vraag tussen het betoog van Harris te krijgen. Wat te doen als ik hoofdpijn heb. Don’t eat! Lie down.
Uit het interview leer ik dat Harris van 1940- 1961 “curator of economic botany” was in het Worcester museum of science/natural history.
En in zijn boek lees ik dat 1 van zijn zonen Irwin heet.
Dan over het boek Gebruik de planten uit uw tuin. Alfabetisch geordend, soms een halve bladzijde, soms een paar bladzijden per plant. De ene keer een wat feitelijke opsomming, de andere keer doorspekt met wat meer persoonlijke opmerkingen. Zoals bij de goudsbloem (calendula officinalis), helemaal lyrisch wordt Ben ervan.
O, goudsbloemen. Jullie nemen een voorname plaats in tussen alle tuinplanten. Jullie zijn het makkelijkst te kweken, vragen de minste aandacht jullie bloeien het langst tot de vorst invalt en jullie bieden een maximum aan nuttige toepassingen. Dat is nu wat ik beschouw als een goede, betrouwbare bewoner van een deel van mijn beperkte tuinruimte. Helaas, mijn arme veelgeplaagde vrouw “moet je die goudsbloemen nu werkelijk de hele herfst en winter op alle vensterbanken hebben staan? ” Wel, waarom zouden we ze niet het hele jaar door blijven kweken, de latijnse naam van de plant betekent tenslotte ‘kalender’.
blz 77
Eerste rang
Pindacake rechts vooruit
Vanaf mijn vaste plekje op de bank heb ik mooi zicht op de tuinvogels.
Als ik schuin naar rechts kijk, richting de kamperfoelieboom in de voortuin, zie ik een grote cilindervormige ‘pindacake’ hangen. Van 1 liter, doen de vogeltjes lekker lang mee. Ik heb de cake opgehangen in de dichte takkenwarboel van de kamperfoelie. Volop zitplekken voor de kleinere vogeltjes, en lastiger voor de kauwtjes. Af en toe proberen die laatse ook een brok mee te pikken, ik wapper ze zoveel mogelijk weg.
Dit jaar een enorme hoeveelheid koolmezen en pimpelmezen. Bijna elk moment zie ik er wel 1 of meer. Staartmezen komen een paar keer per dag langs, in drukke groepjes. Ook dit jaar weer een stel zwartkoppen, man met zwarte petje, vrouw met kastanjebruin petje. Terwijl ik dit schrijf: drie mannetjes! Af en toe een vink of een mus. Gister de kleine bonte specht ook gezien. Die zagen we vaak in de achtertuin, maar nu een keer in de voortuin.
Vetbollen recht voor me
In de nieuwe amberboom hangt een spiraalkorfje met vetbollen. De pimpelmezen komen hier regelmatig langs, af en toe een koolmees. De roodborsten hebben er wel ogen naar maar kunnen niet zo goed manoeuvreren in de lucht en hangend aan het korfje. Die zitten dus vooral onder de boom, als er een oaar kruimels van de vetbollen op de grond vallen.
Zadensilo links richting achtertuin
Vlak voor de beukenhaag staat een silo gevuld met gepelde zonnepitjes en andere zaden. Favoriete voederplek voor de musjes, die het heerlijk vinden om vanuit de beschutting van de beukenhaag, om de beurt wat zaden te pikken uit de silo. Veel vinken ook hier, zowel op de silo, het plateautje rond de silo en op de grond. Rgelmatig koolmezen en pimpels, de roodborsten ook. Merels natuurlijk. En steeds met zijn tweeen -een paar turkse tortels, een oaan elke kant van de silo, voor het evenwicht. Af en toe hebben we hier bezoek van boomklevers, ook wel bijzonder. Die zien we niet zo vaak vanuit de woonkamer, de zitten meestal verder in de begroeiing van de achtertuin.
Alliums planten
Vorige week nog een paar zakjes bollen gekocht. De rode triumf tulpen heb ik gister al in een grote pot geplant, die staan nu buiten, naast veel eerder geplantte bollen. In de serre liggen nu nog twee zakjes allium bollen.
Even opzoeken wanneer ik die het beste kan planten. Nu of in het voorjaar? Bij tuinseizoen.com lees ik dat oktober tot december geschikt is, als de grond al wat afgekoeld is. Dat kan nog net. Ik ga ze in de verhoogde border planten, daar is het droog en zonnig. Alliums houden niet van natte voeten. Ze houden wel van kalk, da’s wat lastig in onze zure veengrond. Als ik er aan denk strooi ik een paar schelpjes er om heen. Heel misschien heb ik nog wat beendermeel in de schuur staan.
Hoe diep planten? Dat hangt van de bol af: bollen van 3-5 cm doorsnee gaan 7-10 cm diep. Grotere bollen wel 15 cm diep. Ik heb 1 witte allium Mount Everest die ruim 1 meter hoog kan worden en 3 paarse, de purple sensation, die een centimeter of 60 hoog worden. Heb ik jaren geleden al eens in de tuin gehad, maar zijn verdwenen.
Gevorkt Heidestaartje
In de Laarmantuin in de Hortus Haren zijn allerlei verschillende biotopen aangelegd. Onderandere een rotsachtig, kalksteenachtig deel met veel lage planten. In de zomer wat hogere begroeining door kruidachtige wilde planten, nu die stengels zijn opgeruimd is er mooi zicht op de mossen en korstmossen. Deze grijzige kussentjes had ik nog niet eerder -bewust- gezien. Zal er gezien de uitgebreidheid van de plek toch al heel lang zijn. Volgens het bordje is het cladonia furcata, het “gevorkt heidestaartje”. Mooie naam, had ik me ook zomaar een vlinder bij kunnen voorstellen.
Rond april kan ik hier weer gaan kijken, dan bloeit hier het Wildemanskruid.
Pandhof Sinte Marie
Eerste kerstdag met de hele familie bij Frank en Alice gegeten. Overnacht in Utrecht en de volgende ochtend een wandelingetje door de vredige, vrijwel stille, binnenstad. Op weg naar ons ontbijttentje van vorig jaar kerst, Broodnodig op de Mariaplaats, kwamen we langs deze ‘oude’ kloostertuin, het pandhof Sinte Marie.
Even naar binnen gegaan, de tuin in. Niet door de kloostergang zelf, die bleek zeer veelvuldig in gebruik te zijn als onder andere wildplasplaats. De foto’s heb ik zo gemaakt dat je niets ziet van het afval.
Maandfoto december 2019: vroeg of laat
De laatste dag dat de Hortus Haren open is dit kalender jaar, nog even een rondje. Aan de rand van de Laarmantuin, veel vroeger dan ik ze eerder gezien heb.
Chinese Tuin
De herfstkleuren van de esdoornbladeren zijn verdwenen. En nu, rond de kortste dag, winter? Helderrode takken van de kornoelje die mooi afsteken tegen de witte muur om de Chinese tuin. Geen bloemen, geen blad, wel kleur.
Sedum
Voor de beestjes laat ik de afgestorven bloemstengels staan. Tot na de winter. Voor de beestjes, maar ook voor onszelf. Als het niet vriest, staan de uitgebloeide sedum schermen er mooi roestbruin bij. En als er vorst over heen gaat, zijn ze als bestrooid met poedersuiker, of wit met een puntmutsje van sneeuw. Lekker laten staan tot het voorjaar.