Bazuin

Kort geleden schreef ik een blogje over een documentaire die me op het idee bracht om heleniums te kopen. Dat heb ik nu gedaan. Drie heleniums ‘Rubinzwerg’. Donkerrood moeten ze zijn, 60 cm hoog (of laag, zo je wilt, veel heleniums zijn hoger).

Veel websites van tuincentra ind ebuurt, tuinland, florahof geven wel het assortiment van spullen (hout, ornamenten, schuttingen, tuingereedschap), maar niet het plantenassortiment. Beetje verder gezocht en toen kwam ik bij Bazuin, vaste planten kwekerij in Eelde, familiebedrijf. Al 100 jaar op deze plek, kijk maar op hun website voor een paar historische foto’s. Op deze website staat wel het assortiment oaan planten. Zeker 5 soorten helenium, waaronder de Rubinzwerg.

Zie bordje
Verkoopgedeelte
Paar plantjes in eigen tuin, om bezoekers van de kwekerij te laten zien hoe de plantjes voluit groeien.

Met fietskar er naar toe, en snuffelen tussen de planten in het verkoopgedeelte. Nul heleniums. Toen kwam de eigenaresse, Anke Bazuin, eraan. Ja hoor, heleniums hadden ze wel, maar die stonden nog op het kwekerijgedeelte. Ze had al wel de kaartjes opgezocht, want de heleniums waren aan de beurt om naar het verkoopgedeelte te brengen. Ik wandelde mee, door een grote kas vol lavendels, naar stuk land er achter met heel veel planten. In een hoek stonden de heleniums. Nog wel even zoeken want ze stonden bij elkaar en niet in elk potje zat een kaartje. Gevonden.
Genoeglijk staan praten met Anke.

  • Over de potjesvulmachine (op 1 dag met drie man heel hard werken kunnen ze daarmee 10.000 stekken in potjes zetten!).
  • Over de meneer van de schaduwplantjeskwekerij die een paar speciale bontbladige lelietjes van dalen had gebracht.
  • Over de goede verkoop op de plantjesmarkt in de hortus 23 april.
  • Over de schade van de late nachtvorst in april aan de jonge rode pierisblaadjes.

Citaat: Bloemetjes-onderjurk

Het boek heet: Elizabeth en haar Duitse tuin, uit 1898, geschreven door Elizabeth von Arnim (1866-1941).
Volgens de boekenflap: Een sfeervol portret van de jaren die Elizabeth met haar eerste echtgenoot graaf von Arnim, doorbracht op Nassenheide, het landgoed van de familie in Pommeren. Er is zelfs een Elizabeth von Arnim Society.

Het boek heb ik vorig jaar al geleend van Jitske, en toen in de winter gelezen. Het is in dagboekvorm geschreven. Hieronder een citaat uit het boek, dat ik al in een conceptblogje opnam op 6november 2016. Met de bedoeling om het stukje rond 18 april van dit jaar dan te publiceren. Het is ietsje later, maar door het koude voorjaar klopt de timing wel ongeveer.

18 april: sinds Irais en Minora weg zijn, heb ik het zo druk gehad dat ik bijna niet kan geloven dat het al lente is, en dat de tuin al haastig haar groene bloemetjesonderjurk aantrekt, alleen haar onderjurk voorlopig, want hoewel het kreupelhout een sprookjesland is van tere blaadjes, zijn de bomen erboven nog helemaal kaal.

Lichtblauw met witte bloemetjes onderjurk
Roze met wittte bloemetjes onderjurk

Rugby doel

Gerd de hovenier kwam langs. Ik had om advies gevraagd mbt een roos, een zer enthousiaste groeier, Pauls Himalayan Musk. Deze heb ik ooit eens bij Gerd gekocht, en hij (=de roos) groeit in en over een aantal heesters op ongeveer twee meter van de vijver. Nu is een van de heesters, een rode kornoelje, vorig jaar weggehaald, en is de roos inmiddels zo uit de kluiten gewassen, dat ie zo ongeveer in de vijver hangt. En het nog maar het begin van het groeiseizoen. Vorig jaar kwam de roos zelfs over de vijver heen.

Dus Gerd gebeld. Wat doe ik met de roos? vroeg ik hem. We stonden bij de vijver te kijken, drie latjes stutten de roos een beetje zodat ie niet helemaal in de vijver lag. De roos gaat in juni zo mooi bloeien, zei ik, jammer om hem nu helemaal terug te snoeien.
Advies van Gerd was: je kunt een soort rugby doel maken, twee verticale palen en daartussen een horizontale. Dat is stevig genoeg voor de roos om tegen aan te liggen. Zo gezegd, zo gedaan.

Dinsdagmiddag kwam ik thuis van het werk, en ik zag het meteen. Gerd was langs geweest. Ik zag opeens weer de hele vijver. Met aan de overkant het rugbydoel. En ook weer een stukje border waar ik iets kan neerzetten. Ahh, wat zal ik daar voor kiezen.

10 kuikentjes

Toen ik 25 april s avonds via de webcam het koolmeestjes bekeek, zag ik 3 kuikens, zie filmpje. En de volgende ochtend, nul eitjes en een gewriemel in het nest van 10 kuikentjes. Afke en Wim voeren de kleintjes allebei, het broeden deed Afke alleen, overdag zit zij regelmatig op de kuikens om ze warm te houden, en ook ’s nachts blijft zij op het nest.

Drie uit …
Ook al tel ik maar 9 snaveltjes, het zijn er 10.

Dit is het vierde jaar dat er koolmezen in deze kast broeden, en aangezien koolmezen in goede leefomstandigheden een gemiddelde leeftijd bereiken van zo’n 10 jaar, ga ik er voor het gemak van uit dat het nog steeds hetzelfde vrouwtje, Afke, is. In het eerste broedjaar is Pa koolmees verdwenen. Verder blijven koolmeespaartjes meestal 1-2 nestjes bij elkaar. Voor het gemak ga ik er van uit dat er dus elk jaar een nieuw mannetje is, dit jaar noem ik hem Wim.

Voorjaarsplantenruil 2017: tuin in het landschap

Zaterdag op een plantjesruilochtend geweest. Bij Henk en Eleen H. te H.
Ik ben Henk en Eleen al vaak tegen gekomen op allerlei plantenruilen of excursies, maar was nog nooit bij ze in de tuin geweest. Hemelsbreed een paar 100 meter bij ons vandaan. Vandaag wel, dus een mooie gelegenheid om rond te kijken.

Aan het eind van de tuin doorkijkje naar ….
… nog een deel van de tuin, later aangekocht van de buren.
Geleend landschap, over de hondsrug naar het westen kijkend.
Een stukje houtsingel, ook geleend.
En opzij, door het hek, naar de buren. Wat een mooi plekje.

 

Voorjaarsplantenruil 2017: brengen en halen

Van half 11 tot 12 zou de plantenruil zijn, dus mooi even tijd om ervoor nog een uurtje in eigen tuin rond te lopen. Wat is zo’n uur snel voorbij! Gelukkig had ik al e.e.a. klaargezet gister, en stond ook de fietskar al klaar. Gewoon volladen tot de kar vol is.

Deze keer nam ik mee: een heleboel irissen, gister een grote pol afgestoken en in losse irisstengels verdeeld, elk met hun eigen wortelgestelletje. Diverse herfstframbozen (die gingen niet zo goed deze keer), verschillende gerania, knikkend nagelkruid, kleine stipa’s, moerasspirea, bosanemoontjes, bosaardbeitjes en roodbloeiende aardbei. En nog wat pitten van de nispero, die over waren.

Mee teruggenomen:
– 1 herfstanemoon –> eerst maar even in pot aansterken
– 2 bosanemoon robinsiana van heilien tonckens (ik dacht dat ik die had, maar die van ons zijn echt paarsblauw, terwijl deze bijna wit met een blauwe vleug zijn. –> net naast buxus haagje, eerste afslag links vanaf terras richting kleinen vijver
– smalbladig longkruid
– een vinca uit west schotland, met donkerder paarse bloemen en meer stervormig, dan de gewone vinca. Van Ernst.
– 1 roze bloeiende astilbe
– 1 bermooievaarsbek
– 1 slibbladige grote kaardebol van Michiel.

Vaak kom ik dezelfde mensen tegen bij de plantenruils (Eef waar was je deze keer ?),  sinds de Wilde Planten TuinKring Haren een onderdeel van het IVN is geworden komen er soms andere mensen langs, de keer een Loppersumse meneer. Hij bracht wat uitgezaaide linden mee (maar waar laat ik die), en we raakten aan de praat over bijen. Hij houdt van bijen en bijen houden van bloeiende lindes.

Terras poetsen

Ons terras ligt op het noorden en er komt ’s winters vrijwel geen zon. In het voorjaar betekent dat dat er een zwarte algen aanslag op de witachtige tegels komt. Eddy toog naar de buren om de hogedrukreiniger te lenen. Alles van het terras en spuiten maar. Na een uurtje was het terras weer bijna wit, en Eddy zijn klompen en broek nat en onder het zand.

Before
Before, detail
After

Daarna alleen nog de tuinstoelen terug zetten en morgen wat zand over de tegels vegen, om de schoongespoelde kiertjes tussen de tegels weer te vullen.

Handbereik

Paradijs binnen handbereik.
Documentaire van Barbara den Uijl.
Uit 2016.
Over Piet Ouddolf.
Zijn tuinen, zijn ideeen, zijn uitspraken.
Veel mooie beelden.
Kleuren, vormen, beweging.
Subtiele lichtval.

Houd je -net als ik- van type Ouddolf tuinen, dan raad ik je aan de documentaire te bekijken. Mocht je de uitzending op NPO van vandaag (28 april) gemist hebben, bekijk de documentaire dan via uitzending gemist.

Een glimp in een paar screendumps hieronder.

Beeldcitaat: het gaat over planten.
Wat doet ie nou met die rol witte tape?
Mooi mistig piet ouddolf weer
Piet doet niet moeilijk over mengen van inheemse en niet-inheemse planten
Als ik dit zie besluit ik binnenkort een paar heleniums te gaan kopen …
Bezig net de witte tape.
Ahh, dat doet ie met de tape. Om een plantje heen. Geen verdere uitleg trouwens.
Subtiel licht
Prachtig, de boomgroep in verschillende kleuren, maar een vloeiende vorm
Veel hoge planten en paadjes om er tussen in te kunnen staan
Hier wordt ik stil van…. zo mooi
De man met het witte haar
De uitsmijter: typische Ouddolfkleur

 

Berber

Zuurbes of berberis vulgaris is een struikje met vervaarlijke stekels. Als prikkelstruik kom je hem vaak tegen in gemeenteperkjes. De donkerrode vorm wordt ook vaag als heg gesnoeid. Wij hebben een vrijuit groeiend exemplaar in de tuin. Ongeveer een meter hoog en nog iets breder. En nu staat ie in bloei. Als je niet oplet valt het misschien niet op, licht geel groene bloempjes. Heb je de struik vlak bij een pad staan, dan merk je het wel. Vooral als de zon schijnt. Dan wijst het gezoem van de insecten je op de bloeiende bloempjes. Juweeltjes in zacht geel. Berberis heeft ook een fraaie herfstkleur en grappige rode (en ja zure) besjes.

Klein maar fijn, de zuurbes-bloempjes.

Leuk weetje van een Engelse website, zou best wel eens waar kunnen zijn: Linnaeus gaf de zuurbes als soortnaam berberis naar het Noord-Afrikaansenomadenvolk de berbers. Linnaeus dacht dat de plant uit Afrika kwam.
Of toch deze uitleg: De monnik Constantinus Africanus gebruikte al in de 11e eeuw de naam Berberis in zijn boek over planten. In dit geval zou de naam afkomstig zijn van ‘barbarian’; de Romeinen noemden de Germanen ook wel Barbarians.

Nispero

Naar aanleiding van een recent blogje over Portugese bomen kreeg ik de reactie van Vera uit Groningen. Over een van de bomen in dat blogje, de japanse mispel. Vera heeft een huis in Spanje en in haar tuin daar staat ook zo’n boom, in het Spaans de nispero. Aardig vruchtje, maar erg gevoelig voor beschadiging en transport. Je zult hem hier in Nederland dus niet snel vinden in de schappen van de winkels. Vera was net weer in Spanje geweest en had een bakje nispero’s meegebracht. Ik kon er een paar komen halen, en dat heb ik vanmiddag gedaan. Met instructie hoe het makkelijkst te eten. Tja en hoe omschrijf je de smaak van een onbekende vrucht. Beetje kiwi, appel, niet zo’n zoete abrikoos. Of beetje mangoachtig, volgens Eddy. Nou zoiets. Dus.

Elke vrucht heeft drie grote bruine pitten. Makkelijk te zaaien, en levert een aardige plant, volgens Vera. Ga ik proberen…