Maandfoto juli 2020: waterlelie

De Waterlelie.

Ik heb de witte water-lelie lief,
daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht.

Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak
en wenscht niet meer . . . .
Bron: Van de Passielooze Lelie. Verzen door Frederik van Eeden, waarbij zijn opgenomen de “Enkele Verzen”, Amsterdam (W. Versluys) 1901

Ontbijtje 3 juli 7:24:05

Motregenachtig, afgelopen week. Maar helemaal niet koud, soms zelfs zwoel. Mooie van een overdekt terras is dat je ook met regenweer buiten kunt zitten. Afgelopen vrijdag zat ik met mijn bakje muesli buiten te ontbijten. Telefoon lag in de buurt en ik nam snel een foto.

Behoorlijk mislukte foto, denk je misschien.
Compositie van niks, scheef beeld.
Waarom bewaar je die foto?

Een beetje inzoomen laat het buxushaagje zien. Het verse blad van dit seizoen aan de bovenkant ziet er wel goed uit, maar binnen in is het behoorlijk bruin en kaalgevreten door de buxusmot-rupsen.

Ik laat een deel van de buxus nog staan om te kijken of er een nieuw evenwicht ontstaat tussen rups en vogels. Van koolmeesjes had ik al gehoord dat ze de poppen eten. Uit een ooghoek zie ik iets bewegen.

Vlaamse gaai verschalkt witte vlinder: een buxusvlinder?

Een vlaamse gaai hipt ineens in beeld, met een witte vlinder in haar snavel. Een klein witje of misschien toch een buxusvlinder? Net uit het heggetje geplukt? De gaai kijkt me even aan en vliegt dan weer weg. Een toevallige ontmoeting op de vroege zomerochtend. Mijn dag begint goed.

Beschermende poten

Zoals ouders hun kindje beschermen door er hun armen omheen te slaan, zo houdt deze spin haar eitjes beschermend in haar poten. Door de wind en regen afgelopen week zijn verschillende pollen gras half omgewaaid. Dit is het plataargras. De pol staat vlak bij ons terras, en opeens viel met op dat ik iets ‘wits’ zag. Dat was de eikokon van de spin.

kraamwebspin

Eddy is gaan googlen op ‘spin met een balletje’ en kwam tot de voorlopige conclusie dat dit wel eens een kraamwebspin kan zijn. Dat is namelijk een trechterspin. Iets dieper in het groen, op de foto niet te zien, waren verschillende halmen van het plataargras aan elkaar geweven in een soort nestje. Misschien was dat haar nest wel. En zat ze nu even buiten om de ei-kokon te laten drogen.

Een leuke site met veel mooie spinnenfoto’s hier.

Lange tenen

Vorige week ook al een kikkerfoto. Een dag later vonden we dezelfde kleine kikker midden in een waterleliebloem.

Mooie was dat we op een van de foto’s ook de tenen van hara achterpoot kunnen zien. Aan de lengte van de tenen schijn je de soort groene kikker te kunnen onderscheiden. Even opzoeken wat ik daar ooit eens over heb gelezen heb.

Hmm, dan is het denk ik ….
…… groene kikker onbepaald. Of toch de bastaardkikker. Het kenmerkende blijkt niet de lengte van de teen te zijn maar de vorm van de graafknobbel aan de poot.

Van de site van Ravon
Herkenning is alleen mogelijk na vangst en bestudering van de hierboven beschreven kenmerken, of wanneer de mannetjes duidelijk roepen. Maar zelfs na vangst is het soms niet mogelijk om tot soortdeterminatie te komen. Bij twijfel, en zichtwaarnemingen, altijd “groene kikker onbepaald” (Pelophylax spec.) aanhouden. Eieren, larven en juvenielen zijn sowieso niet tot op soort te determineren en kunnen als “groene kikker onbepaald” worden aangemerkt.

En warempel!

Bij een wandeling rond het Paterswoldse meer in mei kwamen we een hele groep witte Judaspenning tegen in de berm. Vlak bij het Scandinavisch dorp, op een viersprong bij de oude Badweg.
In de tuin hebben wij de paarse variant. We hadden het plan opgevat om -als bij ons in de tuin de zaden rijp zijn – de wandeling nog een keer te doen. Vorig weekend was het zo ver.

We konden de plant eerst niet terug vinden, de planten en kruiden en grassen en bramen waren hoog opgeschoten, hoger dan de judaspenning. En we zagen dat aan elke kant van het fietspad een strook van ongeveer een meter breed van de berm kort was gemaaid, een paar weken terug zo te zien. De judaspenningen hadden vlak bij het pad gestaan, dus waren waarschijnlijk ook gemaaid. WE zochten nog even verder, naar de juiste plek, in ons geheugen. Zo’n zijpaadje naar rechts, en dan een flauwe bocht. Hier moest het ongeveer zijn.
En warempel! (Lo and behold, zouden de Engelsen zeggen).
Tussen het gemaaide gras zagen we de wit verkleurde stengels -en penningen- van de plant liggen. De rest van de wandeling zwaaide ik met een judaspenningentak in mijn hand. De zaadjes inmiddels uit de vliesjes gepeuterd en klaar om een deze dagen te zaaien. Deels in potjes.

Rimboe of half uurtje lopen van huis?

Een paar maanden geleden ontdekten we een nieuw wandelpaadje, parallel aan het reguliere wandelpad langs het meer. Nu lopen we er elke keer langs als we ons rondje meer (12 km) doen. Heel smal en, met de uitbundige groei van de laatste weken, bijna een jungle.