De Citrus medica maakt wel heel bijzonder gevormde vruchten. Dan snap je ook waar de naam Hand van Boeddha vandaan komt. Hand vanwege de vorm, en Boeddha omdat de struik van oorsprong in het noordoosten van India en China groeit. Tegenwoordig wordt de aromatische vrucht ook in Nederland geteeld.
De foto maakte ik eind vorig jaar in de entreehal van de Hortus. Volgende keer eens aan de vrucht ruiken: de geur van de vrucht (olie in schil) moet erg aangenaam zijn. Van mei-oktober staat de citrus medica, net als andere kuipplanten van de Hortus buiten, maar de tussenliggende maanden is een plek binnen waar het boven de 2 graden blijft gewenst.
Over kuipen gesproken
De grootste kuipplanten in de Hortus zijn ruim twee (tot drie) meter hoog. Grote planten vragen grote kuipen. Hier zijn Rijk en Harry (links) bezig om de net afgeleverde nieuwe kuipen op een kar te laden om binnen te zetten. Zelfs met twee man man een flinke klus!
Warm en vochtig genoeg voor paddenstoelen. Ook op 30 december nog, toen we een wandeling bij landgoed Vosbergen maakten. Tegen de zijkant van een boomstomp zagen we een aantal witte eieren, en ook twee vruchtlichamen. Van de grote stinkzwam. Toch heeft de stinkzwam er nu niet zoveel aan. De truck van stinkzwammen is dat ze stinken, naar rottend fruit, of rottend vlees en daarmee vliegen trekken. Die denken dat er aas ligt, beginnen -in dit geval van de slijmerige groene laag- te eten en vliegen naar de volgende. En passant sporen van de stinkzwam verspreidend. Maar nu … 30 december: geen vlieg te zien.
Als je een beetje wilt griezelen bij bewegende beelden: bijgaande link naar youtube filmpje geeft time lapse opnamen van allerlei stinkzwammen. In een paar uur komt het hele vruchtlichaam omhoog uit een ei, en als je dat versneld tot een paar seconden… weird!
En dan in de achtertuin.
Uit een ooghoek zag ik onder de beukenhaag iets bruins liggen. Het leek een kletsnat stuk karton, dat ergens vandaan gewaaid was en onder de heg was blijven steken. Toch even kijken: er bleken drie grote paddenstoelen te staan, met mooie plaatjes van onder. Een ervan had zo’n grote hoed dat die onder zijn eigen gewicht plat op de grond was gaan liggen. Of er was een kat of andere beest over heen gelopen.
Het is de nevelzwam. Niet giftig, en volgens sommigen eetbaar. Anderen geven aan dat je er klachten van kunt krijgen. Toch maar niet eten. Voelde overigens erg stevig, en ziet er ook een beetje uit als oesterzwammen. Tenminste in de iets latere fase, als de randen van de paddenstoel iets opkrullen.
Hoe zit het ook weer met de bijtjes en de bloemetjes. De bijtjes helpen de bloemetjes bevrucht te raken, en de bloemetjes lokken de bijtjes om ze te (laten) helpen. Door nectar te produceren, en stuifmeel.
Want wat moet er gebeuren? Veel bloemen zijn tweeslachtig, mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen, en vaak is het de bedoeling dat een bloem niet zichzelf bestuift. In het kadere van diversiteit (voorkomen inteelt). Dan is het handig als een insect langs komt om stuifmeel van de ene naar de andere bloem te brengen. Een van de trucs is dat de manlijke meeldraden hun stuifmeel produceren op een tijdstip dat de vrouwleijke stamper nog niet is staat is stuifmeel te ontvangen.
Vanwaar dit verhaal nu? het is kerstvakantie, er staat een bos bloemen in de vensterbank, er is een microscoop in huis, buiten is het nat en guur. Spelen!
Als je het probeert lukt het je vast niet, maar soms ontstaat er iets per toeval. Zoals deze fraaie ‘zandbloemen’. Het lijkt op patronen die je soms ziet als er ijsbloemen op de ramen ontstaan, die langzaam groeien als de temperatuur laag genoeg is en er vocht op de ramen staat.
Toch is hier iets anders aan de hand.
Men neme een kunststof petrischaaltje, en wat zand met zeer fijne (klei)deeltjes, stof bijna. Men schudde dat een paar keer heen en weer, en gooien het zand weer uit het schaaltje. Misschien helpt het als je een trui aan hebt en de lucht droog is binnen. De zeer fijne stofdeeltjes blijven door statische elektriciteit aan het schaaltje plakken. In dit geval in deze sliertvormpjes, als plantjes (zeewier) bijna. De foto’s laten een gebied zien van ongeveer 1 cm, prima te zien met het blote oog, maar extra leuk onder de microscoop (zoals deze foto’s).
Afgelopen week weer een interessante IVN lezing in Groningen. Deze keer door Marijke Akerboom, van kwekerij Ninabel: over insecten en biodiversiteit. Jaren geleden schreef ik al eens een blogje over haar kwekerij. Deze keer sprak ze vooral over insecten. In soorten en maten. Geboeid luisterden we naar alle feiten en weetjes, die Marijke enthousiast en met humor vertelde. Tegen 10 uur ’s avonds (start was half 8), toch maar gestopt….
Wat is het nut van insecten?
voedselbron (gegeten worden)
verdelger (eten van andere insecten)
rommelopruimers (eten van plantaardig/organisch materiaal)
bestuivers
Zorg: in laatste 30 jaar ongeveer 70-75% van de biomassa aan insecten verdwenen. Zo zijn er bijvoorbeeld bijna geen loopkevers meer te vinden op veel plaatsen. Deze verpozen overdag liefst wat hoger in een houtwal, en komen dan ’s nachts naar beneden om te fourageren. Steeds minder houtwal= steeds minder loopkever. Tegenwoordig zie je dat langs akkerranden nu soms een ‘keverbank’ wordt aangelegd.
Weetjes (voor ik ’t vergeetjes)
insecten ruiken en voelen met hun pootjes
een wilde bij (individu) leeft ongeveer 6 weken
2/3 van de wilde bijen soorten nestelen ondergronds
er zijn 70 soorten zandbijen, veel daarvan leven van stuifmeel/nectar van de wilg
nectar vooe eigen energie van de bij, stuifmeel voor de larven
ongeveer 360 soorten wilde bijen in NL , waarvan helft op rode lijst
750 soorten kevers in NL, veel op dood hout. geen concurrenten, allemaal anders gespecialiseerd
mannetjes wilde bijen luieren grootste deel van de tijd, in de schemering kun je mannetjes vn de klokjesbij in campanula’s zien slapen
het mannetje van de grote wolbij is de enige die een actieve rol heeft naast de initiële paring van met een koningin: hij patrouilleert heel driftig rond een bosje bloeiende betonie waar een aantal werksters nectar en stuifmeel verzamelen. De enige bij die dit gedrag vertoont
vroeger 19 hommelsoorten in NL, nu nog 7 die je regelmatig ziet
de tuinbladsnijder, een behangersbij, kan in ongeveer 10 sec. een rondje uit een blad snijden; vaak rozen
pimpelmees vangt voor 1 nestseizoen 10.000 rupsen
zwaluwen vangen in een seizoen een miljoen vliegen en muggen
stadsreus (grote zweefvlieg) leeft in oud hoornaarnest, en ruimt daar het oude spul van voorgaande jaar op
leemwandje (foto 2 en 3): lemige grond, met veel zand in kistje; in de zon ophangen en op een luwe plek, onder afdakje. ; evt gaatjes boren, indien wat vocht, dan doen bijen dat zelf
een stukje in de zon, 30 cm diep zand (ophoogzand/ vulzand/ fijnste zand)
naast metselbijen zijn er ook metselwespjes. Wespen zijn vleeseters, dus de metselwesplarfjes krijgen levend (maar verlamd) voedsel in hun kamertjes: bv jonge spinnetjes.
graafwespen vangen meestal volwassen insecten als voer voor hun larven onder de grond
als je brandnetels in de tuin hebt al waardplant voor de rupsen van vlinders… zet ze in de zon, en zorg voor een groot stuk: volgens Marijke 10 m2 voor 1 ‘nestje’ atalanta rupsen…
TIP: stad Groningen heel actief met vergroeningstrajecten in wijken. Subsidiemogelijkheden.
TIP: zorg voor veel verschillende biotoopjes in je tuin: hoog, laag, zon, schaduw, dood hout, altijd iets bloeiend. Sleutelwoord: gefaseerd en variatie
TIP: een goed bijenhotel is uit hard hout, gaatjes minstens 15 cm diep, en helemaal met gladde randen. Gaatjes 2-8 (max. 10 ) mm. Veel goedkope bijenhotels, zelfs de hotels van natuurmonumenten, zijn niet goed: te korte stokjes, te grote gaten, niet dicht van achter…
Vorige week kon je de aankondiging van de eindejaarsplantenjacht lezen: tussen kerst dit jaar en begin volgend jaar planten tellen. De daarvoor te gebruiken app is vanaf morgen, 1e kerstdag, te gebruiken. Bij ons wandelrondje vandaag– op een regen-luw moment- hebben we alvast een beetje rondgekeken wat er zoal bloeide. Een soort verkenningsronde. Onze nationale bloem, het madeliefje, kun je niet missen, die staat op allerlei plekken in bloei. Verder bij ons in de voortuin een al weken bloeiende boterbloem, kleine en grote maagdenpalm, langs de straat een bloeiende paardenbloem, en naast de serre in de achtertuin: een enkel bloempje van de damastbloem.
Had je de knop herkend, in het vorige blogje? Op de onderstaande foto iets verder uitgezoomd: niet te missen, het manlijke katje van de hazelaar. Bij ons nog niet in bloei, maar dat zal niet lang duren. Boven het katje de drie knoppen waar in het voorjaar bladeren uit gaan komen.
De hazelaar staat achter in onze tuin. Jaren geleden heb ik die als klein zaailingetje daar neer gezet. Nu is het een enorme bal van een struik, een meter of 8 in het rond. Favoriete plek van Erik, de eekhoorn. In de Hazelaar hangt zijn eekhoornvoederhuisje. Na de vorst in de eerste week van december is al het blad van de struik af, dus Erik is makkelijk te zien als hij door de struiken en bomen huppelt.
De Hortus is gesloten van 23 december tot en met 7 januari. Dus geen wandelingetjes door de botanische tuin, tenminste niet voor bezoekers. Dat is natuurlijk heel anders als je er woont, binnen de hekken. Zoals de reeën, kleinere dieren en natuurlijk de kabouters.
Op de laatste dag van openstelling dit jaar, afgelopen vrijdag, kwam Nanus nog even langs in de kantine van de tuinlieden: om zijn kersttenue te laten zien. De kerstster op zijn muts vond ie zelf erg fraai, zelf gemaakt van plantjes als goudveil, gulden sleutelbloem, gouden regen en een geheim ingrediënt.
Hij liet in het midden welke festiviteiten komende twee weken in de Hortus gehouden gaan worden, maar liet wel door schemeren, dat ie blij was om twee weken lang geen menselijke pottekijkers te hebben.
De tuin is in rust, niet veel te doen buiten. Heb je toch wat tuinkriebels, denk dan eens aan winterstekken maken. Van veel struiken kun je de kale takken gebruiken om juist nu stekken te nemen.
Een leuke videovan Gerard van Buiten vind je hier : LInk