Vogelvolk

Zet een zadensilo op een strategische plek.
Goed zichtbaar vanuit huis (lekker warm voor jou).
Dicht bij een (beuken) haag, kunnen ze schuilen.
Aan een kant een struik, bv een budleija met kale takken, daar kunnen ze in de wachtrij zitten.
Aan de rand van terras, dan kunnen ze makkelijk over de grond wandelen als er wat af valt.

Vul de silo met lekkere pitjes.

En kijken maar naar wat er zoals langs komt.
Heel wat, tijdens het vogelspitsuur.

Regelmatige bezoekers, maar niet in deze serie: twee tortels.

Bijvoeren

Ze lusten wel wat, de vogeltjes.
Vanmorgen weer de silo met zonnepitjes bijgevuld.
Pinda’s zijn er ook genoeg.
Een paar appeltjes voor de merels.
Een pindablok en vetbolletjes in de bomen.

Mussen, merels (meneer stip weer gezien!), vinken, roodborstjes, zwartkoppen (die zijn hier nu elke winter), spreeuwen, ekster, pimpelmezen, koolmezen, heggemus, bonte specht, en op de silo soms een paartje tortelduiven.

Een drukte van jewelste.

NB. als je je afvraagt wat die oranje bomen op de achtergrond zijn…. dat zijn twee berken die helemaal begroeid zijn met klimop. Donkergroen. Maar in het vroege zonlicht vanmorgen lijken ze gewoon oranje.

Vogelverhalen: kale koolmees

Vorige week zag ik uit een ooghoek een vogeltje met een rode vlek op de kop. Dat viel vooral op toen de zon er op viel. Een Barmsijsje dacht ik. Die hebben we pas twee keer eerder gezien, in hele koude winters. Nog eens goed kijken en het leek verdacht veel op een koolmees. Maar wat was er nou met zijn kop? Rood aan de bovenkant.

Week lang de camera in aanslag gehad om een scherpere foto te maken. En met verrekijkertje het beeld wat dichterbij halen. Het beestje had een wond bovenop zijn kop. En erom heen kaal, zijn zwarte kapje ontbrak. Aan een tak blijven hangen of een mislukte aanval van een grote vogel? Hij zag er verder gezond uit. We noemen hem Bassie. Hij vloog de hele dag op en neer tussen de pinda silo en de vetblokken. Hier een kort filmpje.

Laatste paar dagen niet gezien. Is nu ook wel grijs en vochtig. Ik blijf naar hem uitkijken.

Witte reiger

Meestal zien we de gewone reiger. Aan slootkanten bij een nadeling, of regelmatig bij ons in de tuin (snacken bij de vijver). Regelmatig zien we nu ook een zilverreiger, in het natte weidegebied aan de oostkant van het Paterswoldse meer. Een grote witte vogel. Zoals op onze ochtendwandeling vanmorgen. Op de tweede en derde foto is ie net opgestegen, met een reflectie in het water. Dit is rond 10 uur ’s morgens.

Aangezien de grote zilverreiger vaker voorkomt dan de kleine zilverreiger, ga ik ervan uit dat het de grote zilverreiger is. Er is een verschil in snavelkleuer; de grote zilverreiger heeft een gele snavel, de kleine een zwartgrijze. Op de foto is niet te zien welke kleur de snavel is en we hadden geen kijkertje bij ons. Maar goed, gezien de zeldzaamheid van de kleine (nu nog rode lijst), gaan we ervan uit dat dit de grote is (sinds 2017 niet meer op de rode lijst.) Van de grote zilverreiger zijn er een kleine 200 broedparen in Nederland, voornamelijk de Oostvaardersplassen. In de winter zijn er 2500 tot 2800 exemplaren in ons land, voornamelijk afkomstig uit Oekraïne/Polen, de alpenlanden of Zuid Frankrijk.

vliegbeeld, spanwijdte 140-170 cm
In winterkleed, 80-100 cm hoog

Tekst vogelbescherming:
De aantallen grote zilverreigers zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen in Europa als gevolg van wettelijke bescherming en het netwerk van Natura 2000. Tegenwoordig behoren ze tot de gebruikelijke invulling van ons Hollands winterlandschap. De soort is als broedvogel gebaat bij groot, nat en rustig rietland in combinatie met een rijke fauna van kleine vissen en ongewervelde dieren. De Oostvaardersplassen zijn en blijven vooralsnog het belangrijkste broedgebied voor de grote zilverreiger.

Muggenradar

In februari 2021 schreef ik een blogje over de ingestuurde platte muggen voor een muggenonderzoek van de Universiteit Wageningen. Kort geleden kreeg ik bericht terug over de soort mug die ik had ingestuurd.

De ene was de meest getelde mug van de ruim 4000 inzendingen.

Uw ingezonden mug behoort tot de steekmuggen van het geslacht Culiseta. Muggen binnen dit geslacht blijven gedurende de winter actief. Een van de meest voorkomende soorten binnen dit geslacht in Nederland is de geringde wintersteekmug (Culiseta annulata).

De andere kwam een stuk minder voor en is de soort die malaria kan dragen. Er stond geruststellend bij de muggen momenteel in NL geen malaria parasieten dragen.

Uw ingezonden mug behoort tot de steekmuggen van het geslacht Anopheles. Veel soorten binnen dit geslacht gaan normaal gesproken in de winter in winterrust en zoeken dan een rustig plekje om de winter door te komen.

Uitslag telling steekmuggen van onderzoek februari 2021

In de mail ook het verzoek om nieuwe muggen in te sturen. Uw inzending is extra waardevol omdat u al eerder mee deed. Dan doe ik toch weer een keer mee ! Drie muggen deze keer. Een formulier per mug, met voor elke mug een eigen uniek code. Dit zijn ze.

Mug 1 in de woonkamer gister- 738850
Mug 2 in de slaapkamer vanmorgen – 216862
Mug 3 in de douche vanmorgen – 609107

Dennenpijlstaartrups

Paar weken terug, wandelen op de hei. Kwamen een grote groene rups tegen , duidelijk van een pijlstaart. Te zien aan de zwarte ‘stekel’ op het achterlijk van de rups. Welke soort, dat zochten we op. Een dennenpijlstaart.

Het eerste exemplaar dat we zagen lag op de grond, en toen we hem oppakten leek het alsof er iemand op had gestaan…. Ahhh, stuk van achterlijfje stuk. Of toch niet?
Zie deze video van Vroege vogels.

Een stukje verderop kwamen we weer een exemplaar tegen.
Leeg even een opvallend dikke dennennaald.
Maar nee.
Het was rupsje nooitgenoeg.

Pietje kijkt omhoog

Een zwart katje dat waarschijnlijk ergens in een van de appartementen in de flat achter ons woont komt dagelijks een paar rondjes door onze tuin wandelen. We noemen hem Pietje Bel. Vanwege het belletje aan zijn bandje , maar ook vanwege zijn ondeugende streken. Gister na het eten riep Eddy, kom eens kijken! Ik kwam voorzichtig aan en zag eerst Pietje zitten, zeer aandachtig omhoog kijkend naar het dak van onze serre.

Waar kijk hij naar? Nou dit.

Vliegende beestjes

Er vliegt nog van alles in de tuin. De atalanta’s zijn weer naar het zuiden getrokken (trekvlinders) net als de zwaluwen. Half september had ik alle uitgebloeide bloedpluimen van de vlinderstruik afgeknipt, nu zijn er weer allemaal nieuwe -wel kleine- pluimpjes. En daar zijn de dagpauwogen blij mee. Dat zijn de vlinders die we dit weekend het meeste zagen in de tuin. Niet alleen op de budleija, maar ook op schoot. Naast de dagpauw oog oog een verdwaald koolwitje en gister meende ik uit een ooghoek een gehakkelde aurelia langs te zien vliegen. Verschillende honingbijen (gister eentje gered die in mijn glaasje witte wijn was gevlogen), wilde bijen en hommeltjes nog. En wespen. Weet je waar die dol op zijn…. klimop bloemen. Tientallen vlogen er daar rond. Zie filmpje.

Libelle

Al ruim een week patrouilleert ie door de tuin.
Soms alleen, soms met twee.
Op een hoogte van een meter of 3 meestal.
Haakse bochten makend in zijn vlucht.
Op jacht naar insecten.
Af en toe even landen.
Hier op de crocosmia.

Dit is een mannetje, dat zie je aan de blauwige bovenkant van de ogen. Meer details zie hier.