Inspecteur Clouseau

Een crimi begint vaak met een stoffelijk overschot.
De politie inspecteur probeert uit de omstandigheden en aanwijzingen die hij verzamelt te achterhalen wat er gebeurd is. Moord, doodslag, ongeval, pech?

De staart is nog een keer zo lang, buiten de foto.
Bijzondere klauwconstructie: in ontspannen toestand gesloten.

In deze aflevering: de staartmees.
Plaats delict: naast het huis, aan de voet van met klimop begroeide muur.
Tijdstip van overlijden: niet meer dan 24 uur voor de vondst. Zat nog goed in de veren, geen externe verwondingen te zien.
Getuigen: niet bekend.
Verdachten: the usual suspects, zoals de buurkatten.
Bijzonderheid: in zijn rechterpootje omklemt het staartmeesje twee kleine takjes.

Zou er dan toch geen sprake zijn van een misdrijf, maar is het beestje een avnd e koude nachten afgelopen week doodgevroren en in zijn slaap gebleven en omlaag gevallen…

IJsvrijhouder als schuilhut

De kleine vijver in de tuin ligt in de winter continu in de schaduw. Als het gevroren heeft en er ligt ijs op de vijver, dan blijft het hier lang liggen. Met bijna 15 graden, zou je verwachten dat het ijs van vorige week verdwenen is. Nee hoor. Het is inmiddels pokdalig, niet meer helemaal tot aan de rand dichtgevroren, maar nog wel nog een centimeter of 5 dik.

Toen het zo koud was kon ik een klein hoekje open houden, over de rand had ik een tempex ijsvrijhouder geplaatst. De dakpan tegen het wegwaaien. Toen ik daar zaterdagochtend ging kijken zat er een kikker op de rand van de vijver.
’s Middags wilde ik Eddy de kikker laten zien. Weg leek ie, maar hij was gewoon aan de binnenkant in het witte huisje geklommen. Lekker knus.

Groene kikker

Wespennesten

We zijn aan het verbouwen, en niet zo’n beetje ook. Steigers rondom. Afgelopen week is het hele dak ontdaan van de oude dakpannen. Inmiddels liggen er al weer een heel aantal nieuwe op. Van binnen zijn twee kleine slaapkamers boven gestript, en daar gaat 1 kamer van gemaakt worden. E.e.a. wordt van binnen uit geisoleerd.
Bij het strippen kwamen allerlei (verlaten!) wespennesten te voorschijn. Werk van vele jaren. In de holle zijwanden van de dakkapel waren het grote plakkaten. Ook een paar kleine ronde nestjes, uitermate kunstig gebouwd.

Eddy houdt plakkat wespennest op
Grote en kleine cellen
In het plafond van de dakkapel
Papierdun, wonderschoon. Als je door het ‘raampje’ naar binnen kijkt zie je verschillende bollen in elkaar en binnenin een groepje cellen.

 

Rood oog

 

Rood oog

Als je foto’s maakt met een flits, kan het gebeuren dat mensen met rode ogen op de foto staan. Tegenwoordig hebben veel camera’s een korte voorflits, waardoor onze pupillen wat kleiner worden, en daarmee worden rode ogen voorkomen. Mocht je geen voorflits hebben, veel computers-programma’s om foto’s te bewerken hebben een ‘rode-ogen-functie, die hetzelfde resultaat bereikt.

Die rode ogen lijken rood, maar zijn het niet. Heel anders is dat bij de Turkse tortel. Was me niet eerder opgevallen, maar op de foto van vanmorgen is het niet te missen!

Tortel op berijpte pergola, tuurt naar voedersilo een meter verderop.

Zee of meer?

Wandeling langs de waddenzee.

Eenden in de waddenzee?

Of toch niet?
Het is een meer.
Het Paterswoldse meer.
Half uurtje wandelen vanaf ons huis.

Het ijs is nog niet gesmolten.
Niet meer te betreden door mensen.
Vogels lopen er over heen.
En in een groot wak zitten alle eenden bij elkaar.

Een heel fluitconcert , de smienten, als we in de buurt komen.
Ze zwemmen zo ver mogelijk van ons vandaan.
Als we stil staan verstomt het gefluit.
Als we weer bewegen, vliegt een deel op, fluitend en wel.

Naast de smienten, ook wel fluiteenden genoemd, ook de nodige bergeenden.
Wintergasten uit Skandinavie en Siberie.

In ’t zonnetje

Na de koffie vanmorgen nog eventjes de tuin in. De zon scheen, de tuin had nog een fijn wit laagje hageltjes. Op de vijver lag nog een vliesje ijs, en aan de overkant van de vijver zat buurtpoes Suzanne.

Suzanne aan de vijverrand
Welke is de echte ?
Toen ik dichterbijkwam, twee suzeannen, een op de oever, de ander weerspiegeld.
Ahh, nu is het helder.

5 tips: wilde bijen habitat

Paar jaar terug schreef ik een stukje over wilde bijen.
Met mooie namen.
Vandaag een paar tips over fijne bijenplekjes.
Om te wonen, te schuilen, te overwinteren.

Tip 1. Laat in het najaar een stukje hoog gras staan in de tuin en maai het niet voor juni het daaropvolgende jaar. Perfecte overwinterplek voor poppen, rupsen en ook vlinders. Je kunt ook elk jaar een ander stukje hoog laten worden.

Tip 2. Laat bundels oude bramenstengels staan, of bind ze in een bosje. De holle stengels zijn mooie schuilplaatsen.

Tip 3. Zet een homp vochtige klein in een bakje water (om de klei vochtig te houden) op een verstopt plekje in de tuin. Als bouwmateriaal voor de metselbijen.

Tip 4. Een homp/dikke schijf van een boomstam kan prima als bijenhotel gebruikt worden. Neem een schijf van goed 20 cm  boomstam, en boor gaten aan de kopse kant. Niet helemaal doorboren, maar de achterkant van elk gat dichtlaten. Zorg dat de gangetjes splintervrij zijn. Helemaal ideaal is als je het stuk boomstam een smalle taartpunt kunt verwijderen, hoorde ik ooit. Dan werkt het hout minder en krijg je minder last van scheuren overal dwars doorheen.

Tip 5. Als je nog een oude zandbak hebt, van kinderen of kleinkinderen, dan deze tip. Maak steile randen/ wanden van zo’n 2o cm hoog, gericht op het zuiden. Voor je het weet heb je daar zandbijtjes en pluimvoetbijtjes in.

Hommels zijn ook wilde bijen