Half oktober zijn de helianthussen nog volop in bloei.
Perfecte landingsplek voor insecten.
Categorie: Beestjes
Pipistrellus pipistrellus
Vanmorgen kwam ik beneden, en de (fiets)tas die ik door de week mee neem naar het werk lag op zijn kant. In de woonkamer. Zal een van de poezen gedaan hebben, dacht ik, en ik wil de tas weer overeind zetten.
He, wat ligt daar nou?
Met zijn pootjes omhoog ligt er een kleine vleermuis! Voorzichtig pak ik hem op, met een papiertje. Winterslaapt ie, of is ie net dood, gevangen door een van de katten? Dat denk ik eerst omdat ie (nog) warm is, maar later bedenk ik dat dat ook kan komen van de vloerverwarming waar het beestje lag.
Na een paar uur in de serre te hebben gelegen, zonder enige beweging, ga ik er maar van uit dat het beestje naar de eeuwige jachtvelden is. En hoe die bij ons binnengekomen, zal altijd een een mysterie blijven.
Theorie 1: beestje was dood, lag buiten bij de schuur toen ik vorige week thuis kwam, en bleef onder aan mijn tas plakken. Die zet ik altijd even op de grond voor de schuur, terwijl ik mijn fiets in de schuur zet. Na twee dagen binnen begon ie -voor poezenneuzen- te ruiken en gingen zij op onderzoek uit. Dat luchtje kwam toch echt onder de tas vandaan, dus tas even omgooien….
Theorie 2: beestje is naar binnen gevlogen toen Eddy vrijdagavond de krant uit de brievenbus geen halen. Is in de spleet onder de tas gaan zitten en is daar overleden.
Een latertje
Het is oktober, en de meeste vlinders zijn wel verdwenen.
Of ze zijn in winterrust.
Of ze zijn vertrokken (trekvlinders).
Of ze hebben gezorgd voor nageslacht, hebben zelf het loodje gelegd, en hun kinderen, de rupsen wachten op het voorjaar.
Maar soms is er nog even een te zien.
Een zonnig moment en weinig wind.
Bij de bloeiende klimop.
Of op een late bloem, zoals de helianthus.
Draaikevertjes
- De eerste regels van het gedicht ‘ Schrijverke’ van Guido Gezelle (1857) gaan als volgt:O krinklende winklende waterding,
Met ’t zwarte kabotseken aan,
Wat zien ik toch geren uw kopke flink
Al schrijven op ’t waterke gaan!Ik had er nooit bij stilgestaan hoe een schrijverke eruit zag….
- In de vijver vlak bij de conibeer zagen we een merkwaardig fenomeen. Een enorm gekrioel op het wateroppervlak, allerlei beestjes in rondjes draaiend boven op het watervlak. Zo bizar. In onze vijver hadden we wel eens schaatsenrijdertjes gezien, maar dit gekrioel…
Het lukte niet een beestje te vangen om van dichtbij te bekijken. Daarom maar een filmpje gemaakt en ’s avonds gaan zoeken op internet. We kamen tot: draaikevertje, synoniem is schrijvertje.
Zo ontmoeten de beginzinnen van vroeger (Nederlandse les op de middelbare school) en een filmpje van nu elkaar in een rondjesdraaiend kevertje….
KKW
Over de rand van het blad kijkt ze naar de bloemen.
Het kleine koolwitje. Heel even in rust.
Ze kijkt naar de gele zonnetjes van de helianthus.
En floep, weg danst ze weer.
Ze zit op (mijn) ooghoogte op een hoge bos groen met een wolk van gele bloemen. Die bloeien weken achter elkaar en zijn als een magneet voor de vlinders en bijen. De huisjesslakken klimmen omhoog en eten elke avond de verlepte bloemblaadjes op. De resterende bloemhartjes zien er dan nog stevig en groen uit.
De plek van de helianthus, net aan de overkant van het grasveld -gezien vanaf ons terras- is perfect. In de nazomermiddagzon kijken we er precies op uit, beetje rechts van het midden.
In gedachten stel ik me voor dat volgend jaar net zo’n bos een beetje links van het midden staat. Nazomer is de tijd van dromen.
Bij bij bloem
Weer wat warmer, de insecten zoemen van plezier. De bloeiende persicaria amplexicaule is 1 meter hoog, makkelijk om daar de activiteiten van de beestjes te bekijken. Deze groep staat vlak bij het schelpenterrasje waar we tot vorig jaar een paar jaar bijenkasten hadden staan, van imker Doeke. Bij elke bij die ik zie roep ik: Weer een van Doeke z’n bijen. Ze weten de weg nog naar onze tuin!
Muiltje met geur van appeltjesshampoo
De bloemen van de reuzenbalsemien, licht roze of donkerder roze hebben de vorm van een hangend muiltje (of een ouderwetse stijgbeugel). De geur is net als die knalgroene appeltjesshampoo die je vroeger had.
Een overvloed aan stuifmeel in de bloemen en de wilde bijen en hommels zijn er dol op. Kijk maar rechts op de foto, daar vertrekt er net een.
Vlindertelweekend 2016 komt er aan
Komend weekend, eerste weekend van augustus, kan iedereen weer mee doen met het tellen van soorten vlinders in de tuin, de tuinvlindertelling 2016. En ook het aantal van elke soort. Twee weken geleden was een van onze vlinderstruiken al in bloei, extreem groot dit jaar, en dus veel pluimen. Met het warme weer half juli was het een enorm vlinderfestijn.
Vrijwel alle vlinders waren dagpauwogen, van onder bijna zwart. Van boven met prachtige kleuren. Op enig moment telden we (schatting) bijna 50 (!) dagpauwogen in die ene struik, zie dit filmpje voor een impressie. Tja, maar die kunnen we niet meetellen voor het vlindertelweekend volgende week. Misschien zien we dan wel meer soorten.
De bakermat van de dikkopjes…
…. is Zuid Amerika, daar komen de meeste van de bijna 4000 soorten dikkopjes voor. Wikipedia zegt dat er in Europa maar 40 soorten zijn, en in Belgie 15. Dit exemplaar zat eind juni bij ons in de tuin. Steeds op dezelfde plant, de mannetjes vertonen territoriaal gedrag en komen steeds op de zelfde plant als uitkijkplaats terug. Da’s makkelijk voor het fotograferen.
Het heet zoals het eruitziet
We zitten buiten, op de paal van het overdekte terras zit een klein vlindertje, motje. Wat zou dat zijn, vragen we ons af. Vroeger gingen we altijd naar binnen om dan het vlinderboekje te halen en plaatjes kijken. En hopen dat het beestje nog een tijdje blijft zitten.
Nu ga ik naar binnen, haal fototoestel en maak een foto. Dan kunnen we op een later tijdstip op ons gemak zoeken, en de foto op het beeldscherm flink uitvergroten. Gaat niet altijd goed. Als er bijvoorbeeld staat: “Aan de vlek op de onderzijde van de vleugels kun je zien dat …. ” of “Het verschil tussen <soort a> en <soort b> is de kleur van het tweede gewricht van de achterpoot …..” . En dan heb ik natuurlijk een foto van de bovenkant gemaakt.
Deze keer is het prima gelukt. De Pasiphila rectangulata of groene dwergspanner. Een leuke site voor nachtvlinders is deze.
De vroegere manier kan je soms net verder helpen, omdat je dan weet dat je bijvoorbeeld aan de onderkant moet kijken.