Draaikevertjes

  1. De eerste regels van het gedicht ‘ Schrijverke’  van Guido Gezelle (1857) gaan als volgt:O krinklende winklende waterding,
    Met ’t zwarte kabotseken aan,
    Wat zien ik toch geren uw kopke flink
    Al schrijven op ’t waterke gaan!

    Ik had er nooit bij stilgestaan hoe een schrijverke eruit zag….

  2. In de vijver vlak bij de conibeer zagen we een merkwaardig fenomeen. Een enorm gekrioel op het wateroppervlak, allerlei beestjes in rondjes draaiend boven op het watervlak. Zo bizar. In onze vijver hadden we wel eens schaatsenrijdertjes gezien, maar dit gekrioel…
    Het lukte niet een beestje te vangen om van dichtbij te bekijken. Daarom maar een filmpje gemaakt en ’s avonds gaan zoeken op internet. We kamen tot: draaikevertje, synoniem is schrijvertje.

Zo ontmoeten de beginzinnen van vroeger (Nederlandse les op de middelbare school) en een filmpje van nu elkaar in een rondjesdraaiend kevertje….

 

KKW

vlinder3sept
Klein koolwitje

Over de rand van het blad kijkt ze naar de bloemen.
Het kleine koolwitje. Heel even in rust.
Ze kijkt naar de gele zonnetjes van de helianthus.
En floep, weg danst ze weer.

Ze zit op (mijn) ooghoogte op een hoge bos groen met een wolk van gele bloemen. Die bloeien weken achter elkaar en zijn als een magneet voor de vlinders en bijen. De huisjesslakken klimmen omhoog en eten elke avond de verlepte bloemblaadjes op. De resterende bloemhartjes zien er dan nog stevig en groen uit.
De plek van de helianthus, net aan de overkant van het grasveld -gezien vanaf ons terras- is perfect. In de nazomermiddagzon kijken we er precies op uit, beetje rechts van het midden.
In gedachten stel ik me voor dat volgend jaar net zo’n bos een beetje links van het midden staat. Nazomer is de tijd van dromen.

Bij bij bloem

Weer wat warmer, de insecten zoemen van plezier. De bloeiende persicaria amplexicaule is 1 meter hoog, makkelijk om daar de activiteiten van de beestjes te bekijken. Deze groep staat vlak bij het schelpenterrasje waar we  tot vorig jaar een paar jaar bijenkasten hadden staan, van imker Doeke. Bij elke bij die ik zie roep ik: Weer een van Doeke z’n bijen. Ze weten de weg nog naar onze tuin!

bijbloem1
Honingbij op persicaria
bijbloem2
In vlucht
bijbloem3
Naar de landing
bijbloem4
Nectarbar

Muiltje met geur van appeltjesshampoo

balsemienbloem

De bloemen van de reuzenbalsemien, licht roze of donkerder roze hebben de vorm van een hangend muiltje (of een ouderwetse stijgbeugel). De geur is net als die knalgroene appeltjesshampoo die je vroeger had.
Een overvloed aan stuifmeel in de bloemen en de wilde bijen en hommels zijn er dol op. Kijk maar rechts op de foto, daar vertrekt er net een.

detailbalsemiendetail

Vlindertelweekend 2016 komt er aan

Komend weekend, eerste weekend van augustus, kan iedereen weer mee doen met het tellen van soorten vlinders in de tuin, de tuinvlindertelling 2016.  En ook het aantal van elke soort. Twee weken geleden was een van onze vlinderstruiken al in bloei, extreem groot dit jaar, en dus veel pluimen. Met het warme weer half juli was het een enorm vlinderfestijn.

vlindersbudleja
Budleija in bloei

Vrijwel alle vlinders waren dagpauwogen, van onder bijna zwart. Van boven met prachtige kleuren. Op enig moment telden we (schatting) bijna 50 (!) dagpauwogen in die ene struik, zie dit filmpje voor een impressie. Tja, maar die kunnen we niet meetellen voor het vlindertelweekend volgende week. Misschien zien we dan wel meer soorten.

De bakermat van de dikkopjes…

…. is Zuid Amerika, daar komen de meeste van de bijna 4000 soorten dikkopjes voor. Wikipedia zegt dat er in Europa maar 40 soorten zijn, en in Belgie 15. Dit exemplaar zat eind juni bij ons in de tuin. Steeds op dezelfde plant, de mannetjes vertonen territoriaal gedrag en komen steeds op de zelfde plant als uitkijkplaats terug. Da’s makkelijk voor het fotograferen.

root dikkopje26juni2
Groot dikkopje op geranium

Het heet zoals het eruitziet

We zitten buiten, op de paal van het overdekte terras zit een klein vlindertje, motje. Wat zou dat zijn, vragen we ons af. Vroeger gingen we altijd naar binnen om dan het vlinderboekje te halen en plaatjes kijken. En hopen dat het beestje nog een tijdje blijft zitten.
Nu ga ik naar binnen, haal fototoestel en maak een foto. Dan kunnen we op een later tijdstip op ons gemak zoeken, en de foto op het beeldscherm flink uitvergroten. Gaat niet altijd goed. Als er bijvoorbeeld staat: “Aan de vlek op de onderzijde van de vleugels kun je zien dat …. ” of  “Het verschil tussen <soort a> en <soort b> is de kleur van het tweede gewricht van de achterpoot …..” . En dan heb ik natuurlijk een foto van de bovenkant gemaakt.
Deze keer is het prima gelukt. De Pasiphila rectangulata of groene dwergspanner. Een leuke site voor nachtvlinders is deze.

groenedwergspanner vinger
Om een indruk van formaat te krijger: wijsvinger erbij
groene dwergspanner
Groene dwergspanner, met guitig snuitje

De vroegere manier kan je soms net verder helpen, omdat je dan weet dat je bijvoorbeeld aan de onderkant moet kijken.

Multiculturele samenleving

Op steeds meer plaatsen in de wereld krijg je vermenging van verschillende culturen. Dat is een gegeven en nu gaat het erom elkaar de ruimte te geven en te bieden op een manier waarop er voor iedereen plek is. Een goed begin is door elkaar heen wonen, en niet in enclaves met een muur ertussen.

In een multicultureel hotel bijvoorbeeld. Niet alleen voor mensen, maar ook voor insecten. Dit hotel hangt sinds kort in onze tuin, kadootje van collega’s.

insectenhotel
Van de collega’s van VB

Op zolder en de twee kamers op de bovenverdieping: plek voor allerlei solitaire metselbijtjes. In de rode kamer zou vooral de groene gaasvlieg zich thuis moeten voelen, en hier overwinteren. Tussen de denneappels in het gaasvlakje daaronder: oorwurmen. Net als de groene gaasvlieg en lieveheersbeestjes zijn dit enorme luizeneters, dus goede tuinhulpjes. De kamer linksonder lijkt geen opening te hebben, maar dat is schijn. In de bodem van dit vakje zitten allemaal gaatjes waardoor de lieveheersbeestjes naar binnen kunnen. Tot slot de hoge kamer rechts met de grote spleten: woonruimte voor vlinder. Heb er een paar takjes rechtop ingedaan zodat ze zich daar makkelijk aan vast kunnen houden.
Als de roos Veilchen Blau over een week of twee is uitgebloeid zat ik rozentakjes in de voortuin van het hotel wegsnoeien, de insecten houden van zon.

Waar zijn de stippen?

larvelieveheersbeest
12 juni

De eerste foto is van 12 juni, een lieveheerbeestjes larve heeft zich van achter vastgezet op een plant op het terras, precies in zich vanaf de terrasstoel.Daarna trekt ie pootjes in, een zwart rood bultje op het groene blad. Eerst een beetje langwerpig, daarna korter en ronder.
Foto 2 is van 23 juni half twaalf ’s morgens. Diezelfde avond van 23 juni (foto 3) zagen we ineens een heel licht oranje lieveheersbeestje, op de plek waar al twee weken de larve zich zat te verpoppen. De vliesvleugeltjes staken nog onder de schildjes uit, en er was geen stip te zien! Wel zag ik meteen aan het snoetje dat het een aziaat is, een harmonia.’s Avonds tegen donker worden meende ik iets van stippen te zien verschijnen, maar was het inmiddels te donker voor een foto.

harm 23 juni 1130xx
23 juni, 11:30 bij de ochtend koffie
harminia 23 juni 1822.
23 juni, 18:22, net voor de avond koffie
harmonia 24juni914
24 juni, 9:14 met stippen!

De volgend ochtend, 24 juni om 9:14 (handig die tijdbijhouding van digitale camera’s) zat het kevertje nog op de zelfde plek, en ja hoor, met stippen. Foto 4. De vliesvleugels inmiddels netjes opgevouwen onder de schildjes. Begin van de middag kroop kever naar uiteinde van het blad bleef daar nog een paar uur zitten. ‘ s avonds uit beeld, maar de volgende dag weer teruggevonden op hetzelfde blad, maar een paar centimeter van het lege larvehulsje.

Een nieuw beestje

Uit een ooghoek zag ik wat fladderen, een klein vlindertje, een motje. Wittig met een oranje lijfje. Het beestje verdween onder een hortensia blad, en toen ik dat oplichhte, vloog ie weer weg. Ging onder een ander blad zitten. Toen dat zich twee keer herhaalde en ik nog geen goede blik op het nachtvlindertje had kunnen werpen, pakte ik fototoestel, en zonder blad om te draaien.

Klik, ik heb je.

Fraai getekend vlindertje, aan de lange sprieten achterover, zie ik dat het een nachtvlinder is. Dus google ik ‘nachtvlinder’ en zoek op ‘ afbeeldingen’ en ben er snel achter. Het is de bonte brandnetelmot, door Linnaeus in 1758 benoemd als eurrhypara hortulata. Ik kom ook de naam anania hortulata tegen.

brandnetelmot0
Onder het blad
brannetelmot2
Bonte brandnetelmot

Dan heeft de ene brandnetel, die ik eerder dit jaar onder de pruimenboom heb gezet, en in droge tijden goed watergegeven heb, toch zijn nut gehad. Een brandnetelmot, ik ben helemaal blij dat ik een nieuw beestje gezien heb.
Maakt me dan ook helemaal niet uit dat ik lees dat het een heel algemeen motje is, en ik weet de rups best dat ie best van een andere brandnetel gekomen kan zijn. Voor mij is ie nieuw, en ik vind het leuk om te denken dat ik hem zelf in de tuin gelokt heb.