Een leuke vruchtdragende plant, de japanse wijnbes. Maakt elk jaar nieuwe uitlopers tot bijna drie meter lang. Rode takken met veel stekels en haartjes en felgroene bladeren die er mooi tegen afsteken. De onderkant van het blad is lichtgrijs tot wit. Trossen met vruchtjes vormen zich het tweede jaar aan de takken. Heel decoratief als de vruchten nog in hun ride, harige omhulsel zitten. Pas als de vruchten bijna rijp zijn worden ze zichtbaar (de bescherming van het omhulsel zorgt er voor dat er geen insecten/ larfjes in de vruchten komen, zoals bij (zomer) frambozen vaak het geval is. De vruchten kleuren van licht rood, naar hel rood naar diep donker rood, en worden steeds een beetje zoeter. Niet zo zoet als frambozen, erg mooi van kleur. Ze zijn niet allemaal tegelijk rijp. Vandaag plukte ik de eerste lading (nu in zakje in diepvries, basis voor toekomstige jam). Als ze net geplukt zijn blijft het minnewerkje als een oranje puntje aan de struik zitten. Over een paar dagen volgt de rest (minus een paar vruchtjes die elke keer als ik er langs loop worden opgegeten).
De Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) is een plant uit de rozenfamilie, net als de gewone braam (R. fruticosus) en de framboos (R. idaeus). De Japanse wijnbes komt van nature voor in Japan (duhh), Korea en China. In Europa en Noord Amerika geïntroduceerd als fruitdragende heester. De plant is uit tuinen ontsnapt en komt nu op verschillende plaatsen in de natuur voor. In sommige staten van de US is de plant zelfs verboden, is daar een invasieve exoot geworden, die met zijn sterke groeikracht alles overwoekert.
Net als bij een braam kan een lange stengel die zich naar de grond buigt daar wortel schieten. Voordeel: jaar er na heb je een nieuwe plant. Nadeel (als je dit onbeheerst door laat gaan): alles wordt overgroeid.