Eind van de middag, lage nazomer zon.
Gouden zonlicht door de halmen van de stipa gigantea.
Genieten vanaf het tuinbankje.

Het meer rechtopstaande siergras dat je links op de foto ziet is calamagrostis acutifloris ‘Overdam’, bont struisriet.
Alles in en om onze tuin
Eind van de middag, lage nazomer zon.
Gouden zonlicht door de halmen van de stipa gigantea.
Genieten vanaf het tuinbankje.
Het meer rechtopstaande siergras dat je links op de foto ziet is calamagrostis acutifloris ‘Overdam’, bont struisriet.
De grote bos herfstasters komt steed smeer in bloei, en wat een feest voor vlinders!
Zeer fotogeniek, de paarse bloemen met geel hartje en de verschillende oranjerode vlinders.
Vandaag een hele tijd staan kijken, lekker makkelijk, bloemen op ooghoogte.
Opvallend dat de vlinders sons heel territoriaal waren en andere vlinders wegjoegen. De grootste, de atalanta had niet veel; op met de iets kleiner dagpauwoog. En het opdondertje, de kleine vuurvlinder zat steeds op de hoogste bloem en goed de -veel grotere- gehakkelde aurelia weg.
Klik op de foto’s om een groter exemplaar te zien.
En denk er een dromerig muziekje bij.
Eerder in de zomer ‘stutten’ we planten die over het pad dreigen te gaan hangen met takjes of boogjes van bamboe. Als de planten wat later in de zomer steeds langer worden en uitzakken over de tuinpaadjes, komt soms de schaar er bij. En wat nog mooi bloeit gaan in de vaas op het terras. Nog zeker een week komen de hommels en andere insecten nog nectar halen uit de bloemen van de bloeiende oregano en kattenstaart.
Met veel geduld kun je een dier bepaalde kunstjes leren.
Wist je dat dat ook met insecten kan.
Geduld is nodig, maar ook niet te lang wachten.
Zo lang leeft een insect immers niet.
Hier zie je mijn kunsten met een zweefvlieg, deze zomer.
Wie kan dat ook?
Toen ik een foto maakte van het witbloeiende astertje viel me op dat er op dit moment een heel aantal echt wit bloeiende planten in onze tuin staan te bloeien. Bij de nazomer denk ik aan oranje en gele tinten, maar dus ook het een en ander aan wit.
Vanmorgen kwam Sieneke, de buuf met een kadootje voor ons.
Een egel.
Gekocht in Deventer, winkeltje met tuinspulletjes.
Gezien toen er net een blogje over de egel in onze tuin verscheen.
Egel-roest staat nu op het grind binnenplaatsje, goed te zien vanuit de keuken en in de buurt van poes-roest.
Letterlijk, de hele dag onbewolkt of half bewolkt.
Figuurlijk: door de vele ‘zonnebloemen’ die nu mooi bloeien in onze tuin.
Rudbeckia, helianthus en drie x helenium.
Alleen de laatste is gesmokkeld, die staat (nog) niet bij ons in de tuin. Het oranjerode exemplaar bloeit een eindje verderop in de straat (kop meerweg) in enkele van de boomspiegeltuintjes. Van 1 uitgebloeid exemplaar heb ik zaad meegenomen, en dat ga is nu zaaien.
Onder de glazenkap van ons terras zat al andere halve dag een nachtvlinder. Vanmorgen heeft Eddy de vlinder voorzichtig gevangen met het netje waarmee me normaliter blaadjes uit de vijver vissen.
Toen konden we de vlinder beter bekijken. Het is een rood weeskind of catocala nupta, van de familie van de spinneruilen. Opvallend als ze haar vleugels uitslaat, met perfecte schutkleur als ze op vergrijsd hout zit. De rupsen zitten op populieren en wilgen. De vlinders vliegen vooral in augustus -september. Nu dus. Meestal ’s avonds, maar de weeskinderen vliegen soms ook overdag.
Gister op verjaardagsvisite bij de buren aan de praat geraakt over de Hibiscussen in de tuin,. die zo prachtig in bloei staan nu. Vanmiddag even terug om foto’s te maken. Bij deze. Ondertussen opgezocht hoe een Hibiscus te stekken/vermeerderen. En wanneer.
Nu blijkt een goede tijd te zijn. Inmiddels is het bijna donker, dus wachten tot morgen om met een snoeischaartje bij de buren langs te gaan … Als het stekken lukt kan ik best een wat groter wordende hibiscus in de achtertuin kwijt. Door de grote groene gestalte van de hazelaar en de uitgebloeide rozen kijken we nu op een bijna egaal ‘groene wand’ uit halverwege de tuin. Een overdadig bloeiende hibiscus van een meter of 2 zou -daarvoor staand- heel mooi uitkomen.
Petra de buurdochter, die al lang in Deventer woont, vroeg hoe/wanneer een hibiscus te snoeien. Zij heeft een hele grote struik, die het pad tussen haar en het buurhuis langzamerhand begint te blokkeren. Hier een link met oa snoeien van een hibiscus XXL: 2 jarenplan.
Bij het snoeien van de ligusterbol naast onze grindoprit zag ik uit een ooghoek opeens een lichtgroen ‘streepje’ . Van dichterbij bekeken was het een beestje. Aan de vorm dacht ik als dat het een kleine cicade zou kunnen zijn. Foto maken en app obsidentify (zo handig) bevestigden mijn vermoeden: inderdaad een cicade, en wel een rododendroncicade.
Voor de vroege stadia is deze cicade afhankelijk van rododendrons, als imago (zie foto) kan hij ook van de sappen van andere planten leven, zegt wikipedia. Vlakbij de ligusterbol die ik aan het snoeien was staat ook een azalea (familie rododendron). Dus het beestje was niet ver van huis.
Van oorsprong komt de soort voor in Noord-Amerika, rond 1930 geïntroduceerd in het Verenigd Koninkrijk en in de jaren vanaf 1970 ook op het vasteland van Europa verschenen.