Zonnesproeten

Sommige mensen krijgen in de zomer meer sproeten, door de zon. Maar ook de zon zelf kan sproetjes krijgen: zonnevlekken. Dit zijn gebieden op de zon waar het relatief koeler is. Met een speciaal filter voor de telescoop en projectie van de zon keek Eddy naar de zon, en maakte vorige week deze foto.
NB. Kijk nooit direct naar de zon, ook niet met donkere zonnebril.

Op de voorgrond rechtsonder ligt de snoeischaar op het muurtje en achter de telescoop een deel van de opgepotte plantjes in de tuin. De voorraad plantjes is ‘ietsjes’ kleiner geworden, omdat Ingrid een flinke voorraad meenam voor haar nieuwe tuin.

Plantjes klaar voor verhuizing

Tuinvlindertelling 2022

Niet zo heel veel vlinders dit jaar. Vorige week zagen we op enig moment zeker 13 witjes tegelijk, vandaag stuk minder. Vrijdag, zaterdag en vandaag was de nationale tuinvlindertelling. Rond half 1 telde ik een kwartiertje.

Kampioen was de dagpauwoog, 9 stukje op de twee budleija’s; verder 3 kleine koolwitjes; 1 groot koolwitje; 1 geaderd witje in de serre, 2 bonte zandoogjes, 1 boomblauwtje en 1 atalanta.

Ook bij de landelijke telling was de dagpauwoog dit jaar de meegetelde. Vorig jaar was het de atalanta.

Hete rand = hot border

Min of meer toevallig, maar eigenlijk wel grappig: dit stukje tuin lijkt wel speciaal aangelegd als een ‘hot border’ , een border met warme kleuren bloemen: rood, oranje, geel.

De lysimachia heb ik jaren geleden eens van een plantenruil meegenomen, eerder in de zomer is het blad donkerpaars, steekt mooi af tegen de omringende planten. Hij zou woekeren, was me verteld, dus het eerste jaar hield ik hem goed in de gaten en haalde een deel weg.

Ceintuur

Het was weer tijd om de grote pollen miscactus in onze tuin een beetje steun te geven. Met een ‘ceintuur’ om blijven ze rechtop staan en hangen minder over de omringende planten heen. Bij deze grote pol in de achtertuin heb ik een dik touw gebruikt en was ik mooi op tijd. Bij de drie pollen in de zijborder was ik eigenlijk iets te laat. Die begonnen al uit te zakken en zien er nu een beetje als een ‘rollade’ uit. Een stuk electriciteitskabel snoert de halmen bijeen.

Grindpad als kweekbed

Bij ons in de straat hebben veel tuinen een oprit met grind en kiezels. In deze tijd van het jaar zijn er allerlei zaailingen in de wat oudere opritten tussen het grind aan het op komen. Mooi compact, kluitje wortels, prima om op te potten en verder op te kweken.

Naast de geraniums (knalpaard met zwart oog) en een verbascum ook een aantal knautia rozetten opgepot. Die kunnen later in de bloemenweide onder de appelboom.

Tuinclub Vries

Dinsdag middag 5 juli kwamen 13 dames van tuinclub Vries op tuinbezoek.
De meesten met de fiets.
Twee jaar later dan gepland: de oorspronkelijke afspraak was juli 2020, pre-corona afgesproken.

De tweejarige teunisbloem viel erg in de smaak. Dit jaar staan er een heleboel vlakbij het terras, waardoor de heerlijke bloemengeur van de teunnissen goed te ruiken is. Een rozet meenemen in deze tijd van het jaar is wat lastig, met penwortel houdt de teunis niet van verplanten. In het najaar kan dat evt wel, als het niet meer zo droog/warm is of kan worden. Zaadjes zijn er op dit moment nog niet. Niet getreurd. Een van de tuinclubleden uit Vries gaf aan dat ze genoeg teunisbloemrozetten in haar tuin had voor liefhebbers.

Met de nieuwe bank tegen de schuur, de picknickset en stoelen op het terras (en voor de warmteliefhebbers in de serre) was er voldoende zitruimte voor een kopje thee en plakken ‘oma’s cake’.
Vervolgens konden de dames weer hun fietstochtje terug aanvaarden. In de zomerperiode bezoeken ze 1 x per maand een tuin, bij voorkeur op fietsafstand. Zie de foto’s van hun bezoekje aan onze en andere tuinen via deze link. Tuinclub | Vries | Vrouwen van Nu.


Wacht niet te lang

Het stond al een week in mijn agenda, eind juni, stoepplantjes ronde in eigen straat. Toch nog even dit of dat doen in eigen tuin, dan was het weer te heet, of te nat. Dus steeds een dagje naar achter geschoven. Vanmiddag ga ik echt het rondje lopen, beloofde ik mezelf. En inventariseren wat er nu -hoogzomer- in de voeten van de straat en tussen de tegels van de stoepen staat. Hele bossen groen, had ik al eerder gezien, en bij nummer 107 ongeveer ook een boel zaailingen van de verbena bonariensis. De kleine zaailingen die ik daar vorig jaar weghaalde zijn nu enorm uitgegroeid, de grootste bijna twee meter.

Broommmmm.

Wat verstoord keek ik op bij het uittrekken van onkruidjes in de zijborder.

Broommmmm.

Brooommmm, daar komt de stratenveger langs.

Even dacht ik nog, zal ik er vooruit rennen om de verbena’s te ‘redden’ van de stratenveger. De stratenveegmachine tufte voorbij, en kwam nog een paar keer heen en weer. Tja, bijna helemaal schoongeveegde goten. Weinig te tellen voor de stoepplantjesinventarisatie. Maar weer een maandje wachten. En dan niet een maand+1 week.

Zonnekruid

Helenium , of zonnekruid, is een Noord-Amerikaans plantengeslacht dat hoort tot de familie van de asterachtigen. Er zijn ongeveer 40 soorten: éénjarigen, tweejarigen en vaste planten . Het zijn prachtige late zomer –en herfstbloeiers met grote bloemhoofden met een centrale kegel van schijfbloempjes en grote -soms iets afhangende- straalbloemen. In gele, rode en oranje tinten.

De meeste overblijvende soorten zijn zeer goed winterhard. Een zonnige en vooral open standplaats in een goed doorlaatbare, vochtige grond is gewenst. Erg geliefd door bijen.

Eerder verloor ik enkele soorten helenium in de tuin doordat ze te veel omsloten werden door andere planten. Het volgende voorjaar kwamen ze dan niet meer door de slakkenvraat heen, beschaduwd als de jonge uitlopers waren door de omringende planten. Ik pot in het voorjaar, als de eerste scheuten verschijnen, deze dan ook eerst even op. Om ze in potjes, ver van de slakken, sterker te laten worden. En dan daarna weer in de grond.

De grootste bos die we nu hebben is mooi zichtbaar vanaf de bank binnen. De bos is nu groot genoeg om zichzelf in stand te houden en staat vlak aan de rand van de oprit. In het voorjaar kijk ik wel elke dag even of er nog slakken in de buurt rondkruipen. Die gaan dan verhuizen naar de andere kant van de greppel in de achtertuin.


Aalbes en ander kleinfruit

Witte aalbes

We hebben verschillende soorten klein-fruit in de tuin. Van heel klein, de bosaardbeitjes, tot grotere struiken. Deze witte aalbes staat aan de rand van de grindborder. Stevige struik inmiddels, half verstopt onder de wijnbes en de kamperfoelie. Veel besjes, zoetzuur, die minder snel door de vogels worden gevonden. Minder snel, schrijf ik, want een slimme merel snoept er toch van. Maar niet alles in een keer. De besjes blijven lang goed dus ze hoeven er niet meteen af. En ondertussen steeds een paar trosjes plukken, bij het langslopen. Lekker.

Anders is dat met de herfstframbozen. Tenminste als je ze ’s winters helemaal terug snoeit. Dan heb je herfstframbozen, die moeten nog gaan bloeien. Maar als je ze niet terug snoeit … dan gaan de stengels van het voorgaande jaar heel veel zijtakjes maken en veel vroeger bloeien. Vanwege de vele zijtakjes, en dus veel fruit, worden de takken topzwaar en zakken ze naar de grond. Ze vinden hevige regen overigens niet fijn. En je moet ze goed in de gaten houden, voor je het weet zijn ze overrijp. Heb nu al bijna een kilo frambozen geplukt, in porties.

Toen ik gister (zaterdag) een grote veronicastrum een beetje aan het opbinden was stond ik opeens neus-aan-neus met de zwarte bessen. Die bleken ook al rijp zijn (meestal pluk ik ze rond 7 juli, nu 2 juli). Nog wel een gedoetje want ik heb zoveel planten rondom de bessenstruiken staan, waaronder een paar inmiddels reusachtige varens, dat ik er bijna niet meer bij kan komen… Dat heeft ook wel effect op de oogst, toch duidelijk minder dan toen ik de ruimte rond de struiken wat meer vrij hield.

Fruit schoongemaakt, in zakjes, gewicht erop, en in de diepvries gedaan.
Voor een later jam-maak-moment.