Een wolk van gras

Nu op hun mooist : de sierlijke wolken van de bloeiwijzen van de pollen descampsia in onze tuin. Descampsia cepitosa voluit, of ruwe smele. Een inheems gras dat compacte donker groene pollen maakt. In juni komen de lange ijle aren uit de pol omhoog. En als elke aar zijn zijn bloeiwijze openvouwt…. dan is het een grote wolk, die boven de groene pollen lijkt te zweven. Nu is de wolk nog groenig, bruinig. Over een paar weken strogeel. De aartjes blijven lang mooi.

De wolk van bloeiende ruwe smele op de linkerhelft van de foto.

Meestal blijven de aren mooi overeind staan, maar een van de pollen heeft dit jaar (door het natte voorjaar?) extreem lange aren gemaakt, die met de regen vorige week zijn gaan liggen. Bij deze pol ligt de ‘wolk’ nu bijna op de grond. Die ga ik binnenkort een beetje terug knippen.

Helenium Paulien

Ze staan in bloei, op verschillende plekken in de tuin. De stekken die ik eerder dit jaar oppotte: losse rozetten. Nadat ik in het voorjaar een paar dikke pollen van Paulien verder op in de straat kreeg. Eerst een donkerbruin hartje, dan hele korte ‘stompjes’ van aankomende bladeren, geel met rood (foto 1 en 2). Als de bladeren zich ontvouwen zijn ze oranjig-geel gestreept. En dat donkere hart…. eerst een gele ring met meeldraden/stampertjes rond de basis van het donkerbruine hart (foto 3). En later is het hele donkerbruine hartje verandert in een gelig balletje (foto 4 en 5).

Mooi hoor. Welke het precies is? Moeilijk te zeggen. Als je op Helenium + afbeelding zoekt kom je tientallen foto’s tegen, allemaal verschillende namen. Zonder tegenbericht houdt ik het op Helenium Paulien.

Op verschillende sites kwam ik tegen dat je ze na de bloei terug knipt en dat er dan nieuwe bloemen komen…

Links:
Waarom helenium Sneeze weed heet.
Konijn en ree lusten ze niet.

Gouden eieren – vervolg

Vorige week schreef ik over mooie goudglinsterende eitjes aan de onderkant van een meidoornblad. Benieuwd welk rupsje daar uit zou komen. Ik dacht namelijk aan een vlinder. Nee hoor: het blijken wantseneitjes te zijn geweest. In het glazen potje waar ik de eitjes liet uitkomen wandelen nu een achttal kleine groen-met-zwarte wantsen. Ze zijn nu twee dagen oud en zitten nog in het potje met wat meidoornblaadjes en kunnen er uit als ze willen.

5 van de 8, 1 dag oud, 2 mm klein.
Zo’n babywantsje is vanaf het begin al een en al voelspriet en waakzaamheid.

Het is de nimf van de smalle randwants, Gonocerus acuteangulatus, een plantenetende wants. De volwassen wants is bruinig met wat stippels en makkelijke te herkennen aan de hoekige schouders. In het Verenigd Koninkrijk heette deze wants oorspronkelijk the Box bug: de buxus kever. Naar verluid omdat ie oorspronkelijk in Engeland alleen voorkwam in buxusstruiken op Box Hill (Surrey). De soort is algemeen in het Middellandse zee gebied, noordwest europa en delen van centraal asiel. Houdt van zonbeschenen (bedragende) struiken, waaronder meidoorn.

NB. Twee dagen later keek ik in het potje, waar een klein bodempje water in zit om de takjes meidoorn vers te houden. Ik schrok, het leek erop dat alle wantjes verdronken waren. Nog eens kijken…. het bleken de lege huidjes te zijn. Net als veel andere insecten gaan wantsen verschillende stadia van vervelling door. En dan blijft het lege huidje (de te kleine jas) over, inclusief de vervelde antennes!

Raadplaatje 4 juli 2021 – dansende elfjes

Uit een ooghoek zag ik witte bloempjes. 
Op een plek waar ik ze niet eerder zag, 
tevoorschijn piepend onder het blad van een grote vingerhoedskruid vandaan.
Hun eigen blad verborgen.

Eerst dacht ik dat de bloem al deels uitgebloeid was.
Een deel van de bloemblaadjes had laten vallen.
Maar dat zou te toevallig zijn. 
Als van elke bloem de onderste twee bloemblaadjes bleven zitten….

En van dichtbij bekeken zie je het meteen: dit is gewoon de bloeiwijze van dit plantje!
Onder twee lange witte blaadjes, boven drie korte meer roze blaadjes.
Als dansende elfjes.


Als je weet wat het is, of je hebt het plantje ook in je tuin, reageer gerust via de ‘reactie’ link.
Die vind je links naast dit blog.

Familie? Of Niet?

Twee planten nu in bier in de tuin.
Beide met witte bloemen met 5 bloemblaadjes.
Beide met diep ingesneden blad.
Beide 30-40 cm hoog.
Familie van elkaar? Of Niet?

Niet. 
De eerste is de witbloeiende variant van muskuskaasjeskruid. 
Hoofdgroep: primitieve asteriden.
Plantenfamilie: malvaceae of kaasjeskruidfamilie.

De tweede is de witbloeiende vorm van de bloedooievaarsbek, geranium sanguineum ‘album’
Uit Hoofdgroep Geranium-en vioolachtigen  (in de Flora van Nederland).
Plantenfamilie: geraniaceae; de ooievaarsbekfamilie.

Als ze uitgebloeid zijn zie je hele duidelijke verschillen in de vorm van de zaden en zaaddozen.

NB. Wist je dat er ook allerlei bomen tot de hoofdgroep primitieve asteriden behoren?
Onder andere de linde, de paardekastanje en esdoorns!

En in de hoofdgroep geranium- en vioolachtigen vinden we naast families van kruidachtige soorten, zoals de ooievaarsbekken, viooltjes en hertshooifamilies ook struiken en bomen uit de wijnstok-, wilgen – en kardinaalsmutsenfamilies…

Vaas multiflora

Bij het voorbereiden van het snoeien der heggen door Eddy loop ik altijd eerst een rondje er langs. En allerlei bloemen die half in of onder de heg snoeien haal ik vast weg. Die worden anders toch afgesnoeid.ook als na een dikke regenbui sommige bloemen omgevallen zijn en precies over een veelgebruikt looppad liggen: knip, knip.
Op het terras staat een dikbuikige rode vaas. Die vul ik eerst met water en een aantal bloemschermen van de vrouwenmantel. En gedurende de komende weken steek ik steeds de losse bloemen van onder de heg, of elders in de knel gekomen of geknakt, er tussen. Een vrolijke mengelmoes.

Moeder en dochter Ghislaine

De roos Ghislaine de Feligonde bloeit weer uitbundig. Vele honderden bloemen, bij uitkomen perzikkleurig, verbl,oeiden naar bijna wit. Bij de stortbuien van vorige week zijn er wel wat bloemblaadjes afgevallen, maar Ghislaine liet handig alle bloemkopjes naar beneden hangen, elk haar eigen parapluutje. De clematis die ik vorig jaar onder de roos zette, is dit jaar in de roos geklommen. Haast niet terug te vinden. Ben heel benieuwd of daar bloemen aan gaan komen. Dat moet dan erg opvallen want die zijn rood. Maar voorlopig blijven we bij de perzik wolk van de Ghislaine.

Eerder dit jaar had ik de roos wat teruggesnoeid, zodat ze niet zo breed zou uitgroeien. Een paar stukken van de takken van ongeveer 30 cm lang had ik als stek genomen en in een potje water gezet tussen de vele potjes bij de fietsenschuur. En vergeten. Totdat ik vandaag tussen de veelal groene stekken opeens twee perzikkleurige bloemen zag. 10 cm boven de grond. Drie van de stekken hadden wortels gemaakt en twee hadden een bloem. Ik heb ze meteen opgepot. Dit zijn dochters van Ghislaine. Zie linkerfoto hieronder.

Wit geel wit

Gillenia trifoliata, staat al 24 jaar op dezelfde plek onder de pergola. Breidt zich nauwelijks uit (had best gemogen van mij), is nu wel veel beter tegen de slakken bestand dan in haar beginjaren. Zeer betrouwbaar dus, en bescheiden in haar elegante bloei.
Vaste teunisbloem, lager en helderder geel dan de tweejarige teunisbloem. Ruikt niet zo lekker, maar heeft wel mooie bloemomhulsels, vlak voor het uitkomen zijn ze rood. Bloeit overdag. Breidt zich uit met nieuwe rozetjes op een stukje afstand van de eerdere planten, dus altijd genoeg om te delen en in potjes te zetten. Het blad wordt soms wat beduimeld door kleine glanzende blauwzwarte kevertjes. Vooral als ze gestresst is (in een potje staat).
Jasmijn ‘Belle Etoile’. letterlijk vertaald ‘mooie ster’. Mooi is de bloem zeker, met het donkerrode hartje en de gele meeldraadjes. Misschien is een naam als ‘Fragrance superbe’ nog passender. De geur is heerlijk. Op advies van Audrey, waar van ik lang geleden een stek kreeg, hebben we de struik vlak bij het terras gezet. In deze tijd van het jaar worden we daarvoor beloond door steeds weer een vlaag heerlijke subtiele bloemengeur.

Oude Schoenen

Ik was aan het opruimen en kwam nog een paar oude veiligheidsschoenen tegen. Van boven tip top in orde, maar met de rubber zolen was iets mis gegaan. Ze moeten bestand zijn tegen allerlei vervelende stoffen en s=zuren en scherpe voorwerpen…. maar niet tegen de tand des tijds. Het rubber was helemaal plakkerig geworden en gaf af aan mijn handen. En dus ook aan elk vloeroppervlak waar je over loopt.

In de kliko? Nee, eerst maar een tussenstop, als tuinschoen. Geconstateerd dat ze heel mooi glimmen als ze kletsnat zijn. Benieuwd hoe ze aan het eind van de zomer eruit zien.

NB. Toen we vorige week wandelden vanaf Roodeschool naar Uithuizermeeden kwamen we in het gehucht Oosternieland op verschillende plekken langs de weg ook beplante schoenen tegen…

Oosternieland