het weekend van 15 en 16 april 2023 was het nationale bijentelweekend, maar omdat het zou koud was bleven veel bijen binnen of ergens schuilen. Jammer voor de tellers. Maar …. de telperiode is nu met een week verlengd. Je kunt meetellen tot volgende week zondag, 23 april. Zie hier. De komende week komen in ieder geval een aantal dagen waarop het wat warmer wordt, dus grotere kans op een bij. Wel ook regen …
Ieder geval goed voor bijen is groot deel van het seizoen iets te eten (bloemen) en schuilplekjes. Dit weekend maakten we van twee stukken hout van de omgezaagde kastagne van de buren extra bijenhotels. Die heb ik vandaag in de bloembak aan de zuidkant van het huis gezet, onder de overhang van de dakgoot. Benieuwd hoe snel het gevonden wordt.
Voor de plantjesmarkt in de Hortus ben ik al een paar weken plantjes aan het oppotten voor verkoop op de IVN stand. Vandaag al een paar fruitdozen gehaald bij de Jumbo en de plantjes 23 april in te vervoeren. Vanmiddag een ‘pas-sessie’. Hoeveel potjes passen in de eerste twee dozen?
Om te voorkomen dat de dozen de komende week nat worden (van watergeven of regen) na het passen de plantjes in de zelfde formatie op het terras gezet. De dozen staan nu nog even droog in de schuur. Dan is het fluitje van een cent om ze zondag ochtend vroeg weer in de dozen te laden. Volgens Bartjens moet het dan precies passen.
Weet ik meteen ook dat ik deze week nog twee doosjes erbij moet halen.
Al weken geleden zagen we regelmatig, op wat zachtere dagen , mannetjes citroenvlinder vliegen. Citroenvlinders overwinteren als vlinder, vaak in struikgewas of klimop. Vanmiddag, toen we met een kopje thee in de tuin zaten, zagen we ook een vrouwtje. Bleker, meer groenig wittig, dan (citroen)geel. Met dezelfde opvallende vleugels, eindigend in een soort puntje. Mevrouw Citroen zat eerst op de kleine paarse primula’s, later op een speenkruid-bloemetje. En toen kwam Meneer Citroen in beeld.
Achteruit vliegenVerdwijnen in de hoogte
Er begon een minuten durende dans. Op een paar centimeter van elkaar vlogen ze rondjes. Eerst laag boven de grond, soms in formatie net boven elkaar, soms achteruit (echt waar!), en dan weer draaiend. We konden ze een hele tijd volgen, langs de schuur, omhoog bij de klimroos, steeds hoger stijgend, al draaiend. Om uiteindelijk over de hoge bomenrij achter in de tuin uit beeld te verdwijnen. En dan straks, gaat mevrouw op zoek naar een vuilboom of wegedoorn: op haar eitjes af te zetten.
Mevrouw Citroen boven
Bijgaand een link van de vlinderstichting met een overzicht van de waardplanten voor de rupsen. Want zonder rupsen, geen vlinders. Veel rupsen zijn kieskeurig en lusten maar enkele soorten planten: de waardplanten van de vlinder. Bijna alles hebben we in de tuin staan, inclusief de rupsenfavoriet -brandnetels – maar niet vuilboom of wegedoorn. Toch moet dat ergens in de buurt staan, de Familie Citroen is elk jaar hier in de tuin te vinden. In tweede helft zomer zijn ze bv dol op bloeiende kattenstaart.
Vorig jaar juni bracht ik het laatste bezoek aan de tuin van Wim en Annet. De tuin waar ik zo vaak op bezoek ben geweest. Annet is een paar jaar geleden overleden, en afgelopen week vertrok ook Wim, bijna 95 jaar oud. Jaren lang stonden Wim en Annet met hun tuin in de tuinengids Het tuinpad op. En tijdens de Open tuinen weekenden van Groei en Bloei waren ze heel veel jaar van de partij. Een selectie van de foto’s die ik de afgelopen 20 jaar maakte in de tuin van Wim en Annet. Klik op de foto’s voor grotere exemplaren en geniet van de prachtige tuin.
Tijdens de Stinzenwandeling vorige week wees de rondleidster ons op de hartjes van twee primula’s. De een met een duidelijk zichtbare stamper, de andere met een kransje van meeldraden.
G.A. J. beschreef dit al in een artikel uit 1915. Aan de lange titel kun je al zien dat het een ouder artikel is. Daar komt de onderstaande tekening uit. De primula gebruikt methode 3 in het artikel beschreven: ongelijkstijligheid of Heterostylie.
De primula’s in eigen tuin bekijkend kom ik voornamelijk de kransjes van meeldraden tegen: alleen kortstijlige planten? Ik zal nog eens verder kijken.
Vaste prik op Goede Vrijdag in het centrum van Groningen. Veel kleur, veel kramen, veel bezoekers. Alle borden bij eettentjes en winkels hebben nu Duitse teksten: deze dagen rond Pasen heel veel bezoekers uit Duitsland. Ik was er al vroeg, om 8 uur, samen met Tjerk zette ik de stand op. Samen met Cobi en andere Vrienden van de Hortus bemensten we om en om de kraam. Om aandacht te vragen voor de Vereniging Vrienden van de Hortus en ook voor de open dag die we organiseren op 10 juni. De Grote Hortus Dag. Leuk was ook de quiz waar de geïnteresseerden moesten raden welke 7 taken van fruitbomen/heesters er te zien waren .
Tegen kwart over tien werd ik afgelost (Arike had lekker warme koffie meegenomen) en liep uiteraard nog een klein rondje over de markt. Veel kleur, veel kramen, veel bezoekers.
Zondagmiddag was er een themarondleiding in de Hortus, met als gids mijn naamgenoot Tineke. De ploeg rondleiding-vrijwilligers van de Hortus hebben samen een programma gemaakt voor de komende maanden, met steeds wisselende thema’s, afhankelijk van het seizoen. En nu, 2 april was het een stinzenwandeling. We hadden er prachtig weer bij, zeker als we een beetje uit de wind bleven. Je hebt stinzenplanten en regionale stinzenplanten., vertelt Tineke, en niet-stinzenplanten-die-wel-op stinzenplanten-lijken. Stinzenplanten zijn een paar eeuwen geleden ingevoerd en gebruikt als vroegbloeiers op Stinzen, Borgen en Havezathen. In de parkachtige bossen van deze grote landhuizen. En regionale stinzenplanten zijn planten die in Groningen en Friesland vroeger niet voorkwamen (en zijn ingevoerd), maar in andere delen van Nederland (Zuid Limburg bv.) wel voorkomen. Onze eerste stop was bij een rijtje zomerklokjes, vlak bij de ingang van de Chinese tuin. Dat zijn dus géén stinzenplanten, ze zijn hier inheems, maar lijken wel erg op sneeuwklokjes en lenteklokjes die weer wel stinzenplanten zijn.
We proefden de bloemblaadjes van de stermagnolia en bloezem van het kroosje. We roken de herkenbare knoflook-uien geur daslook, die in voedselrijke delen een heel tapijt vormt (nog net niet in bloei) en keken naar de verschillen en overeenkomsten tussen hopwortel en vingerhelmbloem. Sneeuwklokken, krokussen en wilde narcis waren net uitgebloeid. De eerste kievietsbloemen bloeiden, maar voor het echte spektakel nog even wachten. Op zonnigere plekken zagen we de witte sterretjes van de bosanemoon verspreid in het gras onder de bomen. Weet je het verschil tussen een oosterse sterhyacint en sneeuwroem?, vraagt Tineke. Het zijn allebei kleine diepblauwe bloemjes. Het onssneeuwroem als de bloem je ‘aankijkt’, heeft ook een wit hartje. Als het bloempje naar beneden hangt is het geen sneeuwroem.
Op 28 maart zag ik de eerste blob kikkerdril in de vijver. Op 30 en 31 maart een heel spektakel van hossende bruine kikkers. Nu ligt een groot deel van het ondiepe stuk van de vijver vol. De rust is wedergekeerd, op het kikkerfront. Her en der zag ik er al weer een bruine kikker op het land. En nog maar even en de puntjes worden komma-tjes. En dan komen de koelkopjes uit.
1e blob, recnts tussen de twee beukenblaadjesIngezoomd