Pendelaar

De eerste keer dat ik dit zag, jaren geleden, dacht ik nog: wat toevallig, dat een afvallend blaadje precies verticaal in de spleet tussen twee tegels van het pad terecht komt. Het blaadje bleek stevig vast te zitten.

Maar is geen toeval. Nu ik er op let kom ik bij het schoonvegen van de paadjes in de herfst, vooral van het wilgenblad, een heleboel plekken tegen waar de blaadjes, soms zelfs kleine takjes rechtop staan.
Hier wordt gewerkt! Door een pendelaar.

Eten en poepen

Zo doen regenwormen dat: afgevallen blaadjes omlaag de grond in trekken en ze daar stukje bij beetje verwerken. Ze eten de grond met organisch materiaal, halen er voedingsstoffen uit en poepen de rest weer uit. Compost. En door hun gegraaf wordt de bodem luchtig, zakt het regenwater makkelijker weg en kunnen planten beter wortelen.

De gewone regenworm is een pendelaar.

Een regenworm kan 10 jaar oud worden, maar haalt dat meestal niet. Ze zijn geliefd bij mollen, egels, dassen, spitsmuizen, duizendpoten, vogels en parasieten. ER zijn in Nederland ongeveer 25 soorten regenwormen, die je in drie groepen kunt indelen. De pendelaars graven diepe verticale gangen en trekken resten van planten naar beneden. Er zijn ook wormen die altijd ondergronds blijven, grond eten en horizontale gangen graven. En je hebt strooiseleters, die plantenresten op de bodemlaag afgrazen.

Poezenbezoek

Naast Flock van de buren en Sukke (voorheen Suzan) van een paar huizen verder op hebben we nieuwe viervoetigen in de tuin. Allereerst de zeer fotogenieke Willem. Die woont sinds kort inde straat (buren van de buren) en is langzaam terrein aan het verkennen. Een prachtige oranje poes, we noemen hem voorlopig Willem.

Willem

Ik had hem af en toe al zien lopen, en gister zat ie lekker te zonnen op onze picknicktafel. Kwam naar me toe , snuffelde even, en liep toen langs me heen, over het terras, lamgs Eddy die de buxusstronken aan het uitscheppen was, naar de kleine vijver. Lekker water drinken. Vanuit de varen jungle keek ie ons aan. We hebben nog niet kennis gemaakt met de buren-van-de-buren, maar als we dat doen kan blijken dat Willem eigenlijk Willemina is. In dat geval gaan we haar Mina noemen.

Dan hebben we nog Droppie, een spring in het veld, jong zwart katje, met belletje. Hij heeft regelmatig met buurpoes Flock aan de stok en is een enorme schreeuwer. Hij loopt veel in de tuin, we deneken dat ie van de flat achter ons komt. Maar laat zich nog niet echt aaien. En poseren voor een foto vindt ie ook maar niets.

Droppie achter de picknicktafel
Geen zin in poseren.

Druiven en spreeuwen

Spreeuwen
Slordige eters
Slordige schijters

Het druivensap is bijna op. De afgelopen twee weken eet ik mijn ontbijtmuesli niet met melk, maar met druivensap van eigen druiven. In de kelder staan inmiddels een paar potjes met verse gelei/jam van druiven en een beetje wijnbes. Tot twee weken geleden plukten we bijna elke dag een paar trosjes druiven als toetje. De merels waren al lang bezig met her er der een druifje te snoepen.

Maar twee weken geleden begon de grote aanval van groepen spreeuwen. 1 middag heeft Eddy ze weggejaagd en ben ik snel nog een voorraadje druiven gaan plukken, 2 vergieten vol. Hence, de druivensap en gelei. De rest was voor de vogels. Dat lieten de spreeuwen zich geen twee keer zeggen. In 1 middag was alles zo goed als leeg. Het pad onder de pergola was bezaaid met afgevallen druifjes. Slordige eters. En verschillende van de net gewassen ruiten hadden ook een druivensouvenir. Slordige schijters.

Minstens 5 op een kluitje en 1 vliegt net rechts uit beeld
Druivengelei op het slaapkamerraam

Landschapkes

Donderdagmiddag, eind van de middag nog een rondje vanuit huis gewandeld, naar een klein bosje ten zuiden van Haren, het Quintusbos. Daar in de buurt zagen we opeens iets oranje doorschemeren in het bos, een beest. Het bleek een groot oranje varken te zijn, een bosvarken. Toen we haar over het hek heen wat beter wilden bekijken kwam ze aangerend. Of we nog wat van die eikeltjes aan onze kant van het hek wilden rapen en aan haar geven. Aan haar eigen kant had ze er al een heleboel opgepeuzeld.
Foto 1 en 2.

Zaterdag een stukje met de fiets. Geparkeerd bij Natuurvriendenhuis ‘de Hondsrug’ in het Noordlaarderbos. Mooie wandeling langs de randen van het Noordlaarderbos (nog in Groningen), overgaand in natuurgebiedje de Vijftig Bunder in Drenthe. Grenzend aan het beekdal van de Drentsche Aa. Veel gezinnen met kinderen in het bos, laatste weekend van de herfstvakantie in het Noorden. Maar ook de volwassenen keken hun ogen uit naar de vele Grote Parasolzwammen en ander moois. In sommige boslaantjes was het spitsroeden lopen tussen de vallende eikeltjes.
Foto 3-5

Zondag begin van de middag nog even een rondje Hortus. Tikje grijs en motregen, maar de soms vlammende herfstkleuren lichten het uitzicht op. Foto 6-8 in de Laarmantuin en arboretum deel. Foto 10 de rotstuin.

Planten voor insecten

Wat zijn de beste planten voor insecten?
Inheems of niet, maakt minder uit. Veel goede inheemse (wilde) planten voor insecten hebben ook een exotische tegenhanger die het prima doet.
In ieder geval gaat het om planten met veel veel nectar en of stuifmeel, planten met open bloemen, en zo veel mogelijk opeenvolgend bloeiend, zodat er een lang bloei seizoen is.
Hieronder een aardig lijstje. Met een tevreden grijns, zie ik dat we er aardig wat van in de tuin hebben staan. Op dit moment, half oktober is de de bloeiende klimop (hedera) de grootste insectenmagneet.

Uit Groei&Bloei oktober 2020

Asters als snackbar

Op een warme dag begin van de herfst, een plek een beetje beschut voor de wind en volop zon. Daar een grote bos asters. Dat was het recept voor een feest voor insecten op 23 september.
We waren rond half twee thuis van onze fietstocht en dan natuurlijk eerst een rondje door de tuin. In de border tussen ons en de buren hebben we een flinke bos herfstasters staan. Eerder dit jaar gaf ik een flink aantal stekken van deze aster aan de buren, en aan de andere kant van de lage taxus-heg staat nu minstens net zo’n dikke bos.

De vlinders blij! En andere insecten. De dagpauwogen waren ver in de meerderheid, ik kwam tot bijna 20! Maar ook een citroenvlinder, en gehakkelde aurelia’s.

In de voortuin hebben we dit jaar kleine herfstastertjes geplant, ook voor de insecten. Ze zijn een stuk lager, en meer paars dan deze hoge. Ze bloeien ook wat later, en moeten eigenlijk nog beginnen. De eerste blauwzweem zie ik al op de eerste bloemknoppen. Nog even geduld.

Vandalisme

Eerder dit jaar een geinig zeskantig bijenhotel gekocht via natuurmonumenten. Eerder deze week zag ik tot mijn schrik dat er vandalen aan de gang zijn geweest. Het huisje is half gemolesteerd, en een groot deel van de bamboebuisjes en houten blokjes lag er onder op de grond.

En ik weet ook wel wie de vandaal is geweest. Vast de grote bonte specht. Normaal komt ie niet zo dicht bij het terras, het huisje hangt op 1 meter naast het terras, maar hij heeft zijn kans schoon gezien toen we een paar dagen niet thuis waren. De dichtgemetselde gangetjes in het houten blokje zijn opengepikt, de larfjes van de metselbijtjes opgegeten. Jammer, maar dat is de natuur. De specht moet ook eten.

Eerlijk gezegd ben ik wel wat teleurgesteld door de kwaliteit van het huisje. Door de verkoop via natuurmonumenten had ik de veronderstelling dat de kwaliteit hoger zou zijn dan die van de goedkope (chinese) insectenhotels. Waar meestal te brede bamboestokjes worden gebruikt (vinden de kleine bijtjes niet fijn), en ook stokjes waar geen tussenschotje in zit aan de achterkant. Hierdoor kunnen sluipwespjes makkelijk van de achterkant in de buisjes komen en van die kant de eitjes en larfjes belagen. Maar ook voor dit huisje bleek dat de bamboe-stokjes voor een groot deel helemaal open pijpjes waren… Kwaliteit van de lijm, maar ook de constructie van de zeshoekige omkasting blijkt niet geweldig: de plankjes komen van elkaar los. In ieder geval niet specht-vandaal-bestendig.

Agrius convolvuli

Uit wandelen met Margreet en Hilde. Er loppt echt een paadje hoor!

Afgelopen donderdagmiddag gedrieen gewandeld. Hilde wilde het ‘geheime’ paadje wel eens zien, waar ik een paar weken geleden over blogde. Zo gezzegd zo gedaan. het pad was nu nog wat meer dichtgegroeid. Toen we weer uit de jungle kwamen op het fietspad zagen we dit vreemde groene geval.

Een groen worteltje?

Ik was al doorgelopen, toen Hilde en Margreet mij riepen om even terug te komen. Ze blokkeerden een stukje van het fietspad, voor deze grote groene rups. Ik herkende het meteen als de rups van een pijlstaart. Tja, die haak achterop is een echte ‘give away’. Ik pakte het beestje op om veilig aan de andere kant van het fietspad neer te zetten Ondertussen zocht Hilde op welke pijlstaart het was: een windepijlstaart-rups. Je hebt ze in groen, maar soms ook bruinig, tot tegen heel donker bruin aan.

De windepijlstaart is een trekvlinder uit Zuid-Europa die in jaarlijks wisselende aantallen naar Nederland komt. In 2015 was het een goed jaar voor de windepijlstaart en werden ze veel gezien. Normaal gesproken kunnen de eitjes die deze vlinders leggen bij ons niet overleven: de Nederlandse winters zijn te koud. Maar door de zachte winter hebben waarschijnlijk toch veel rupsen het overleefd. De rupsen zijn flink gegroeid en gaan binnenkort verpoppen. De vlinders die uit de pop kruipen zullen weer naar het zuiden vertrekken. De rups leeft van haagwinde of akkerwinde en wordt vaak langs fietspaden of dijken, waar wide groeit, gezien.

Bij Hilde – tihima

Goedemiddag dames, hoe gaat het met julli? De hittegolf is over, de twee kleine bosuiltjes zijn weggevlogen en de bijen terug in de korf. Tijd voor een kopje thee in de tuin? Bij regen onder het afdakje.”
Dat was appje vorige week van Hilde, en afgelopen maandag waren we bij haar in de tuin. Inderdaad ondewr het afdakje en met jas aan. Stuk frisser dan eerst. Vorige week een appje van Hilde, aan Margreet en mij.

In het appje heel kort aangestipt, nu kregeh w e het hele verhaal van de bijen. Dat er gezoem was in de tuin. Dat ze Marcle, de jonge imker die een paar huizen verderop bijen had inseinden. Dat Marcel even kwam kijken en wat vertwijfeld naar de hoge plek keken wara de bijen in de boom zat. Dat ie zei, even een paar uur aanzien, soms vliegen ze snel weer verder. ’s Avonds hingen ze er nog, en Marcel kwam met een vriend terug, goed in de imker kleren. Ladder, wat takken snoeien, een geimproviseerd vangnet: een laken over een open staande kliko: hoog in de boom aan de tak schudden (Hilde binnen!) bijenkluit viel omlaag in het vangnet/mand. Half uurtje wachten totdat alle bijen bij de koningin in de mand gingen zitten. En Marcel heeft er een nieuw volkje bij. Waar ze vandaan kwamen weet ie niet, ze waren niet bij hem vertrokken. Zachtaardig volkje, vond ie.