Asters als snackbar

Op een warme dag begin van de herfst, een plek een beetje beschut voor de wind en volop zon. Daar een grote bos asters. Dat was het recept voor een feest voor insecten op 23 september.
We waren rond half twee thuis van onze fietstocht en dan natuurlijk eerst een rondje door de tuin. In de border tussen ons en de buren hebben we een flinke bos herfstasters staan. Eerder dit jaar gaf ik een flink aantal stekken van deze aster aan de buren, en aan de andere kant van de lage taxus-heg staat nu minstens net zo’n dikke bos.

De vlinders blij! En andere insecten. De dagpauwogen waren ver in de meerderheid, ik kwam tot bijna 20! Maar ook een citroenvlinder, en gehakkelde aurelia’s.

In de voortuin hebben we dit jaar kleine herfstastertjes geplant, ook voor de insecten. Ze zijn een stuk lager, en meer paars dan deze hoge. Ze bloeien ook wat later, en moeten eigenlijk nog beginnen. De eerste blauwzweem zie ik al op de eerste bloemknoppen. Nog even geduld.

Vandalisme

Eerder dit jaar een geinig zeskantig bijenhotel gekocht via natuurmonumenten. Eerder deze week zag ik tot mijn schrik dat er vandalen aan de gang zijn geweest. Het huisje is half gemolesteerd, en een groot deel van de bamboebuisjes en houten blokjes lag er onder op de grond.

En ik weet ook wel wie de vandaal is geweest. Vast de grote bonte specht. Normaal komt ie niet zo dicht bij het terras, het huisje hangt op 1 meter naast het terras, maar hij heeft zijn kans schoon gezien toen we een paar dagen niet thuis waren. De dichtgemetselde gangetjes in het houten blokje zijn opengepikt, de larfjes van de metselbijtjes opgegeten. Jammer, maar dat is de natuur. De specht moet ook eten.

Eerlijk gezegd ben ik wel wat teleurgesteld door de kwaliteit van het huisje. Door de verkoop via natuurmonumenten had ik de veronderstelling dat de kwaliteit hoger zou zijn dan die van de goedkope (chinese) insectenhotels. Waar meestal te brede bamboestokjes worden gebruikt (vinden de kleine bijtjes niet fijn), en ook stokjes waar geen tussenschotje in zit aan de achterkant. Hierdoor kunnen sluipwespjes makkelijk van de achterkant in de buisjes komen en van die kant de eitjes en larfjes belagen. Maar ook voor dit huisje bleek dat de bamboe-stokjes voor een groot deel helemaal open pijpjes waren… Kwaliteit van de lijm, maar ook de constructie van de zeshoekige omkasting blijkt niet geweldig: de plankjes komen van elkaar los. In ieder geval niet specht-vandaal-bestendig.

Buxus sculpturen

Bij ons zondagmiddagommetje door het dorp vanmiddag, viel op hoe de buxusrups dit jaar heeft huisgehouden. Zomaar een paar tuinen waar we langs liepen. Die bollen zien er nog best sculptureel uit, is nog steeds ooi als er sneeuw op ligt.

Het groene haagje is in onze eigen tuin, en lijkt best nog wel aardig. Maar dat is schijn,; als je iets dichter bij gaat kijken is ie al helemaal hol van binnen.

Drukke winkelstraat

Als je van de kant van het hoofdstation van Groningen komt en de Herestraat in loopt, kijk je een beetje omhoog. De straat loopt een tikkie omhoog de hondsrug op. Als het heel druk is zie je dan de straat vol met hoofdjes.

Dat gevoel had ik een beetje toen ik eerder deze week een zijpaadje in onze tuin inkeek. Beetje regen de dagen ervoor, en uit de houtsnippers op het paadje was een enorm aantal paddestoeltjes opgekomen. Het hele pad stond er vol mee. Je kon ‘over de koppen lopen’ , zoals in een drukke winkelstraat. Toch maar niet gedaan, even paardagen wachten tot de paddestoeltjes een beetje over zijn.

Tja, welke soort? Laten we dan maar op een ‘breeksteeltje’ gokken. Hele breekbare steeltjes.

Nog niet klaar met de paddestoelen in de snipperpaadjes. Hierboven de paddestoeltjes in het dwarspaadje achter in de tuin. Maar bij het paadje langs de coniferen en de meidoornhaag naar voren toe: een tapijt aan oranje paddestoelen. Hoedjes met diameters tot 6 cm, plaatjes zwammen. Ik zag ze ook staan langs de ligusterhaag, parallel aan de straat. Ook daar in het voorjaar de snippers van de gesnoeide wilg gestrooid.

Wie het weet mag het zeggen. Welke paddestoel.

Hei, Nienoord en tuin-jungle

Afgelopen weekend met vrienden op pad geweest. Zaterdag naar de Gasterense Duinen en Balloerveld. Een mooie wandelroute door een heel wisselend landschap. Langs beken, door bossen, mooie wolkenluchten, een dikke stortbui, pannenkoeken eten voor lunch, heel veel paddestoelen, heide velden. Het allerpaarste van de hei is net voorbij, blijft mooi.

Balloerveld

Vandaag was ook vrij wisselvallig weer voorspeld, we besloten naar een plek te gaan waar we relatief makkelijk ergens onderdak zouden kunnen vinden; niet op de grote stille hei dus. Dat werd landgoed Nienoord in Leek. Eerst een stukje naar het kerkje van Midwolde, toen een blauwe paaltjes-route over het landgoed. Wel grappig, om zigzaggend over het hele terrein te lopen. Bij een van de bochtjes in het oude landhuis op het terras koffie gedronken. En ruim twee uur en een mooie wandeling later kwamen we er weer terug. Om te lunchen: Groninger mosterdsoep. Buiten op het terras, onder grote parasollen; prima om de eerste regen tegen te houden die inmiddels begon te vallen,

Tuin in park Nienoord- Leek

Na de wandelingen bij ons in de achtertuin. Ingrid, Pieter en Mirjam gaan hier op expeditie in de jungle van de tuin.

In de tuinjungle in Haren

Verre schuur vermomd

Achter in de tuin staat het stene schuurtje, bakstenen, onderste halve meter gewoon oranje, daarboven de bakstenen witgeschilderd. Dakpannendakje, leuk knus ‘huisje’.
Aan de voet van de schuur heb ik jaren geleden een paar kleinbladige bonte klimopjes neer gezet, die voorzichtig tegen de schuur begonnen aan te klimmen. Jaar na jaar een beetje hoger. Inmiddels hebben ze de dakrand bereikt, en sinds een jaar of 2 bloemen en later in het jaar bessen.
Ik knip ieder jaar de klimopslierten rond de ramen weg, maar als ik het zo bekijk, dan mag er wel wat meer gesnoeid worden. De schuur verdwijnt langzaam uit beeld.

Zo ziet de schuur er van binnen uit. perfecte plek om alle tuinpotjes enzo neer te zetten.