Eind oktober waren de bomen in de wal aan het uiteinde van onze tuin nog grotendeels groen. Langzaam zie je de kleur geler worden en het bladerdek dunner. Nog steeds niet helemaal kaal, maar veel blad is afgewaaid, in de laatste week.
Auteur: Tineke van der Meij
Hondsrug – ijstijdsouvenir
Wij wonen op de Hondsrug, niet helemaal boven aan, maar ongeveer halverwege de westhelling. De Hondsrug is een zandrug opgeworpen in de ijstijden en ongeveer 70 kilometer lang, vanaf Emmen naar het noorden (NNW) lopend met op het uiterste puntje de stad Groningen.
Op 23 november was er een lezing van Prof. Theo Spek van de universiteit van Groningen met een boeiend verhaal over het Drentsche en Groninger landschap, waar -als je het weet- nog veel valt terug te zien van de afgelopen 400.000 jaar. Door verschillende geologische tijdperken heen.
Bijna 12 jaar geleden hield Theo ook de jaarlijkse vriendenlezing van de Vrienden van de Hortus. Een paar onderdelen van de lezing (in 7 delen) kon ik me vaag herinneren van toen, maar toch zijn er altijd weer nieuw dingen te horen. Bv dat de Hondsrug ontstond bij het smelten van het ijs 400.000 jaar geleden (drie ijstijden terug), doordat ijsrivieren die onder de smeltende ijs waren ontstaan ineens losbraken en ZUIDWAARTS stroomden naar de laagte van Munster. Terwijl de smeltwater rivieren en stroompjes, nu Drentsche Aa. en Hunze en talloze andere beken, overwegend naar het noorden afwateren.
De grondopbouw in onze tuin weerspiegelt de ijstijden! Met op ongeveer een meter diep een keileem laag, daaronder zand van de Hondsrug (1 x gezien bij aanleg van de vijver), en bovenop recentere humusrijke lagen waar de planten en bomen in groeien.
En al die keien die we langs randen van de oprit hebben liggen: ijstijdsouvenirs!
Bollen Planten
De Hortus Haren was op 22 november een van de stemlocaties in de gemeente. Meestal gaan we stemmen in een dichterbij gelegen lokatie, maar het was meteen een mooi ommetje om naar de Hortus te gaan. Eddy wandelde weer naar huis, en ik bleef in de Hortus. Die dag gesloten voor bezoekers, maar niet voor tuinlieden en vrijwilligers. En gelukkig hadden we een droge middag!
Met een pop-up bollenplant-team hebben we in een paar uur tijd vele honderden bollen geplant. Het ad hoc team van (project)vrijwilligers – Abel, Merlijn, Tobias, Lenny, Tineke, Frans en Daniel, plantte de bollen sneller dan ze uitgezet konden worden door tuinbaas Walter. Hij stelde het plantplan op, met Nanus als deskundig adviseur. Verschillende historische soorten als frittillaria acmopetal (1874), narcissus ‘Rip van Winkle’ (1884) en tulipa saxatilis (Kreta, begin 17e eeuw, en geherintroduceerd in 1870). De bollen zijn in smalle stroken geplant. Alles is nu klaar voor het voorjaar. Dan ontstaan hier kleurige mini-bollenvelden, op de plek waar tot voor kort de dahlia’s hun najaarbollenpracht lieten zien.
Let op: op een toetstenbord zit de letter o naast de letter i.
Vooral op de telefoon, waar de toetsjes heel klein zijn, komt er bij teksten over bollen regelmatig iets vreemds te staan…
Sloot
Afgelopen dinsdag kwam ”de brief” binnen…
Het waterschap had bij de slootschouw geconstateerd dat onze sloot niet voldoende schoon was. Of we dat zsm wilden corrigeren! De laatste jaren vaak gelukt om de sloot schoon te hebben, voordat de schouw is. Een dag dat veel van het blad gevallen is en idealiter in een beetje droge periode, zodat er geen of heel weinig water in de sloot/ greppel staat. Dat ging dit jaar hartstikke mis. Het blad bleef maar aan de bomen zitten en de regen hield niet op (natste oktober sinds mensenheugenis).
Afgelopen dinsdag kwam “de brief” binnen…
Meteen na de lunch (het zou die middag een paar uur droog zijn!) de tuinbroek aan, laarzen aan en gewapend met de hark in de greppel afgedaald. Aan de voet van de grote wilg is de greppel heel smal en ondiep door de wortels van de boom die een drempel vormen. Daar is het altijd makkelijk oversteken. En vanaf de wat vlakker schuin lopende overzijde van de greppel aan de slag met de hark. Takken en takjes op het droge getrokken en grote bulten blad en blubber uit de sloot geharkt.
Zag er mooi schoon uit.
Eigenlijk was ik van plan geweest nog wat klimop-uitlopers aan onze oever, heel steil, af te knippen. Maar het werd donker en op die plek was het waterniveau dieper dan mijn rubber laarzen aankonden. Wel een aantekening gemaakt in mijn agenda voor mei 2024 om de klimop af te knippen als de sloot droog staat!
Nog een keer
Tja, toen kwamen er een paar zeer onstuimige dagen met forse windstoten. Dus vanmorgen net voor het weer ging regenen nog eens dunnetjes over gedaan, samen met Eddy. De nieuwste afgevallen takken en blaadjes uit de sloot geschept.
Zeearenden
Op 17 november, net na het middag uur, naar Groningen fietsend, tussen kanaal en A28. Uit een ooghoek zag ik een roofvogel, een grote, en hoorde een voor mij onbekend vogelgeluid. Zeker niet de kreet van een buizerd, wel ‘groot’. Ik stapte af om even te kijken. Grote bruine vogels, en bij bepaalde lichtinval, een duidelijke witte staart. Niet heel makkelijk te zien, maar met de instructie onder het korte filmpje vast wel.
Vergroot het beeld (icoontje rechtsonder met de vier hoekjes (naast de drie puntjes).
Vertraag de afspeelsnelheid (0,25 x).
Kijk naar de vogel die naar beneden duikt en onder in beeld naar rechts vliegt.
Zie je de witte staart?
Ze zijn hier al vaker in de buurt gesignaleerd, in de Onlanden bijvoorbeeld. Maar zelf heb ik ze nog niet eerder gezien: zeearenden. En grappig dat juist het geluid me op de grote vogels attendeerde. Dat is het mooie van als je op de fiets bent. Je hoort nog eens wat.
17 november, zon op , zon onder
Tussen regen dagen door, ook mooi. Bijvoorbeeld 17 november. ’s Morgens om half 9, als de zon net op is schijnt ze op de bovenkant van de wilg, hazelaar en andere bomen in de achtertuin. Een oranje-gouden gloed.
Klik op de foto’s voor een grotere versie op je computer.
En op de terugweg vanuit Groningen, tegen 17:00 uur ’s middags, over de velden naar het westen kijkend: mooie kleuren aan de hemel van de ondergegane zon. En een fraai maansikkeltje.
De zon, je staat er mee op en gaat er mee naar bed.
Stilleven met bankje
Toen we een nieuwe picknicktafel kregen vorig jaar, was de vraag wat te doen met de oude bankjes. Ze waren niet meer stevig genoeg om op te zitten, maar weg doen is ook zo wat. Heel rustiek staat een van de twee bankjes aan de rand van het terras. Met een kleine stenen trog met saxifraga’s, die deels uit de trog zijn geklommen. Achterop een donkerblauwe aardewerken schaal waar over een maand of 2-3 de krokusjes weer in bloeien. En er tussen in een stapel zwerfkeien. Een tijdje geleden had Thea, de overbuurvrouw, een aantal zwerfkeien voor de ‘meeneem’ aan de straat gezet. Met de kruiwagen haalde ik er enkele op. En als tijdelijke parkeerplaats…. het rustieke bankje. Staat eigenlijk wel leuk zo. Het hout van het bankje is nu wel bijna helemaal uit beeld.
Esdoorns
Eind oktober begin november is een prachtige tijd voor Japanse esdoorns. Je ziet ze rood, oranje of geel stralen in verschillende tuinen (ook een kleinen bij onze overburen). Dit is ook toptijd voor de Chinese tuin in de Hortus.
Verschillende esdoorns laten hun kleurige blad zien. Elk jaar weer even gaan kijken.
Klik op de foto’s voor een groter exemplaar op je computer.
Houtsnip R.I.P.
Wandelend van de Hortus naar huis, over het terrein van de Biotoop zag ik opeens iets liggen. Op een weggetje vlak bij een van de gebouwen. Had iemand een bruin gebreide muts, of een tasje verloren? Ik kwam iets dichterbij en zag het meteen.
Een houtsnip. Een dode houtsnip.
Zo’n vogel ken ik alleen van plaatjes en van de TV. Houtsnippen zijn steltlopers die in het bos wonen. Met allerlei bruintinten (herfstbladerenbruin) zo goed gecamoufleerd, dat zelfs professionele vogeltellers ze vaak niet zien, en dat dus ook niet goed bekend is hoeveel het er zijn.
Eind oktober begin november trekken de houtsnippen van het hoge noorden, naar het zuiden. Ook over Nederland. En helaas komen ze dan nogal eens in botsing met ramen en hoge gebouwen. Net als veel andere vogels kan heeft de houtsnip ogen die aan de zijkant van zijn kop zitten, daarmee kan hij mooi naar oren, opzij en zelfs naar achter kijken. Ze zien een gebouw wel, maar kunnen met die ‘zijogen’ slecht afstanden inschatten. Meestal trekken ze ’s nachts ; overdag zitten ze stilletjes ergens onopvallend te wezen.
Ik heb de snip voorzichtig opgepakt en in de berm gelegd. Het idee dat een van de bewoners per ongeluk met de auto over de vogel zou rijden deed me griezelen. Ook al is ie al dood. Rust in vrede, Scolopax rusticola.
Struisvaren
De struisvaren (Matteuccia struthiopteris) is een mooie kolonievormende varen. De varen kan zich via sporen uit de vruchtbare bladeren voortplanten, maar ook via worteluitlopers. Dikke zwarte ‘koorden’ die vaak boven de grond uit een stuk verderop wandelen en daar een nieuwe kloon maken.
De niet-vruchtbare bladeren zijn inmiddels helemaal bruin en liggen breed uit over de grond en omliggende plantjes. De vruchtbare of fertiele bladeren zijn veel steviger , nu donkerbruin. Ze blijven de hele winter stijf rechtop staan, en de volgende zomer ook als je ze niet afknipt. In het voorjaar doe ik dat wel, afknippen, omdat dan de frisgroene ‘shuttle’ van niet-fertiele bladeren zich zo mooi ontrolt.