We hebben wat extra vetbollen en pindablokken buiten gehangen. Ook zaadjes voor de zaadeters. De bezetters hebben nog genoeg te vinden, hulst, cotoneaster, vuurdoorn. De taxus bessen zijn bijna op. Van de vuurdoorn tussen onze voordeur en het raam van de woonkamer zijn de meeste bessen op; alleen de bessen vlak bij het raam zijn er nog. Die eten de merels altijd het laatst op. Na een ommetje door het dorp (met muts en handschoenen), ook nog even door de tuin. Voordat het al weer donker wordt. Als ik de foto van de ‘verre schuur’ zo bekijk, onder een deksel van begroeiing, dan wordt het toch misschien tijd om in het voorjaar te snoeien. Eigenlijk nadat de bessen op zijn en voordat de vogels erin gaan broeden..
Auteur: Tineke van der Meij
Mosjes
Over de fietsenschuur groeien twee grote rozen. Al het blad is er nu af. Aan de schaduwkant van het dak zijn de dakpannen bedekt met mos. En een laagje rozenblaadjes. Langzaam worden de blaadjes verteerd door allerlei kleine beestjes. De musjes en meesjes komen de beestjes weer halen. Niet al te netjes. Op de grond voor de schuurdeur liggen nu allemaal plukjes mos.
Knollen pellen
Net als crocosmia knollen maken de bollen van de abessijnse gladiool meestal een nieuwe knol boven op die van vorig jaar. Bij de crocosmia krijg je zo soms hele torentjes van knollen boven elkaar. Bij de gladiool wordt de ‘oude’ knol gekannibaliseerd. De bollen zijn niet winterhard dus ik haal ze elk jaar binnen, uit de volle grond en ook uit de potten. Dan kunnen ze indrogen, het loof afsterven, en dan ‘gepeld; worden: de oude knol met de wortel (foto links) breek ik er af; dan blijft er een mooi schoon bolletje over. Op de foto rechts nog wel met loof; als dat over een paar weken ook helemaal strokleurig is geworden trek ik het loof er ook af. De knolletjes gaan dan voor een paar maanden in een bak turf, zaagsel of oude kurkdroge potgrond de kelder in.
Van Leenii
Na het snoeien van de citroengeraniums een paar weken geleden, zocht ik nog wat achtergrond informatie voor deze enthousiaste geurgeranium. Op de website van Dave, Daves Garden , kwam ik een intrigerende verwijzing tegen naar ene Dirk van Leenen. Een Nederlander die eind 1980 naar de Verenigde Staten verhuisde en daar furore maakte met de verkoop van een citroen geranium Pelargonium citrosum ‘Van Weenii’. meer dan 10.000 planten verkocht hij in korte tijd voor USD 4,99 per stuk. Mooie handel. Hij claimde dat hij een pelargonium graveolens had gekruist met citroengras (cymbopogon nardus). Citroengras is de basis van de citronella olie, die veelgebruikt wordt in insectenwerende middeltjes. Ik heb geprobeerd nog meer informatie te vinden over deze Dirk van Leenen, maar kon weinig vinden.
Ongeveer in het midden van de foto, links van de hoge gele bloemen, rechts van het varentje, ongeveer onder het vlaggetje aan de waslijn. De hele zomer en herfst een frisgroen bolrond struikje. Nu even niet: de vorst heeft er (bovengronds) weinig van overgelaten. Afhankelijk van verloop van de winter kan ie na snoei in het voorjaar weer uitlopen. In ieder geval genoeg stekmateriaal binnen.
Later bleek het trouwens een broodje aap te zijn. De plant was gewoon een geurgeranium, met een geur die sterk lijkt op citronella. Uit onderzoek bleek dan minder dan 0,09 procent citronella in de plant aanwezig was. Bij de experimenten gingen muggen gewoon op de plant zitten en mensen in de buurt van citroengeraniums werden niet minder gestoken dan mensen die verder weg zaten. Toch wordt het verhaal van de vermeende muggenwerendheid nog steeds veel verteld. Op sommige websites staat er bij ‘vermeend’, maar op de meeste sites waar je de planten kunt kopen wordt het woord weggelaten.
Ik heb inmiddels weer 10-15 stekjes in een glaasje water staan. Volgend jaar zijn dat mooie planten. Zou ik dat ook eens gaan verkopen met een mooi verhaal…. de geurgeranium ‘van der Meijii . Die geen muggen verjaagt, maar wel ijsberen.
Tekening 2
Winterstalling
Pelargoniums
De afgelopen weken had ik de niet-winterharde geurgeraniums al wat dichter bij huis gezet op het overdekte terras. Vorig weekend was er ’s nachts redelijke vorst dus toen stond een deel al in de serre en een paar in de bijkeuken. Midden op de grond in de bijkeuken. We maakten dus steeds een ‘dansje’ om de planten heen als we koffie gingen zetten (onze barista bar – espresso/cappuccino apparaat, koffiemolen e.d. staan in de bijkeuken).
En dit weekend aan de slag gegaan met de planten hun winterstalling te geven. Van de buurvrouw kreeg ik nog een exemplaar van een prachtig roze bloeiende geranium (LINK) die ze weg ging doen. Of ik nog wat stekjes wilde nemen. De geranium had al een aantal weken bij ons gelogeerd, toen de buren op vakantie waren. Eerder dit jaar was ik al eens gaan vragen of ik wat stekjes kon nemen; topstekjes van een niet bloeiende tak. Nou die waren er niet. De plant bleef eindeloos doorbloeien….
Nu met de vorst is er wel wat schade aan het blad, maar nog steeds bloemen. De plant meegenomen en flink teruggesnoeid. Een paar bloemetjes nog even in een minivaasje. En de afgeknipte takjes….. het is weliswaar niet helemaal meer stekjestijd, maar wie weet. Die staan in een jampotje in de bijkeuken. Naast de stekjes van de drie verschillende geurgeraniums: pepermunt, balsam en citroen.
Tips uit Opa’s tijd
Leuk om eens rond te snuffelen op verschillende websites naar overwinteringstips voor geraniums. Of eigenlijk: pelargoniums. De meeste zijn niet winterhard maar kunnen wel een beetje vorst weerstaan. Veel tips uit ‘opa’s ‘ tijd: plant tot 15 cm terugsnoeien. In oktober od november naar binnen halen. Plant uit pot, wortels grotendeels uitschudden en op zijn kop hangen in een vorstvrij kelder of garage (liefst 10-14 graden). En dan 1 x per maand kijken of de wortels niet te veel uitdrogen (zo ja: uurtje weken in water en weer terughangen). In voorjaar weer oppotten en na de ijsheiligen in stapjes weer naar buiten. Bloeien maar.
Alternatief was: planten in pot laten, vrijwel droog en donker laten overwinteren; in voorjaar pas snoeien. Als je iets eerder bent -september- dan stekken nemen, voor de zekerheid.
Een deel van de geurgeraniums staat nu beneden, in de vensterbank. Een andere deel heb ik boven in de (bijna) onverwarmde logeerkamer gezet. Daar kunnen ze echt in ‘winterrust’ gaan. En 1 staat in de kelder, bij de knollen die daar overwinteren.
Kwartet pad
Land van Ons
Boerenbedrijf en natuur, kan dat samen gaan? Verschillende boeren laten zien dat dat kan. Minder intesief, minder vee. Meer aandacht voor diversiteit. En initiatieven als Land van Ons willen ook een stukje bijdragen. Door, via lokale crowdfunding, stukken agrarisch land te kopen. Met lokaal geld, in overleg met de boer die het land bewerkt. Een van de percelen van Land van Ons is hier vlakbij, de Onner Es (of Onneresch). We gaan er vaak wandelen , als we een wat langer rondje doen. Boterhammetje mee, en lunchen op het bankje. Afgelopen week was er een lezing over land van Ons, het beheer van dit perceel, en de plannen voor de toekomst. Ik was er met Jitske. We luisterden naar bijdragen van van Amanda, Chris, Gerjan en Edda.
Werkgroep diversiteit
In 2021 startte de werkgroep diversiteit. In overtleg met Boer Berend, zijn vrouw Wilma en zoon Wouter. Het eerste jaar werd boekweit gezaaid op een deel van het land. In 2022 huttentut, Italiaans raaigras en triticale (een graansoort). Opsteker was de scholekster die midden in de huttentut akker een nestje maakte. Verschillende werkgroepen kijken naar verschillende aspecten: hoe zit het met vogels (er is een kwartel gehoord!), waar staan de meeste wilde planten (aan de randjes van het perceel, waar het voor de grote landbouwmachines moeilijk komen was. De Onner Es was een dikke laag dekzand, die een jaar of 100 geleden voor een groot deel is afgegraven. Het zand werd gebruikt voor het spoorwegemplacement. Bij werkzaamheden is een archeologisch grafveld ontdekt. Dat is de reden dat er niet diep geploegd mag worden.
Kevers
De laatste bijdrage was van Chris, van de KNNV. Zij vertelde dat Land van Ons haar vroeg om een inventarisatie te doen van alle insecten die er waren. 26 hectare (nu 25: een hectare minder, door het ruilen van een stukje land voor het veentje (een oude pingoruine). Ze wilde het gebied eerst met eigen ogen zien en was helemaal verkocht toen ze op de eerste excursie een zeer zeldzame kever vond: de achtvlekpriemkever. Heel zeldzaam en in Nederland pas in twee andere provincies eerder gezien. Land van Ons kon niet meer stuk voor Chris. Een hele inventarisatie was te gek, gebied veel te groot. Maar een inventarisatie van kevers dat kwam in de buurt. Iets specifieker: alleen loopkevers,. kortschild kevers en overige kevers. En alleen op een strook van het land, vanaf de eikenboom naar de rand van het perceel: op 10 plekken, 10 meter uit elkaar werden vangpotjes geplaatst. Vrijwilligers plaatsten de potjes, leegden ze en hielpen met determineren. Een keer deed ik mee. Vandaag vertelde Chris dat de kever die het meest in de ‘samples’ zat, de koperen kielspriet, eigenlijk een soort kiloknaller is. Waar je niet blij mee bent als natuurliefhebber : deze kever zit in een zeer ‘niet-divers’ landschap. Monter eindigt Chris met :
Dit blijft boerenland; geen natuurgebied.
Tip voor de volgende wandeling langs de zandweg: letten op de vele sporen van kevers.
Open bestrating
Om beter water af te voeren/ op te nemen bij (zomerse) stortbuien is het zaak om minder bestrating te hebben in tuinen en straten. Beter grind dan aaneengesloten tegels. Beter open bestrating dan asfalt. Open bestrating wordt steeds meer ingezet op bijvoorbeeld parkeerplaatsen of delen van bedrijfsterreinen, waar het wel nodig is om de kunnen rijden met -soms zwaar- materieel. Regen water zakt langzaam weg in de open bestrating en gras en allerlei andere plantjes krijgen zo ook een kans. En ook een stuk minder saai vind ik. Zeg nou zelf, wat vind je mooier: een egale grijze vlakte of dit patroon van groen en grijs.
Dit is een stukje van het terrein van EnTranCe, de energieproeftuin van de Hanzehogeschool. Hier zou ik tijdens een lunchpauze een ‘stoepplantjes‘ ronde kunnen doen. Alhoewel…. misschien wel een hele dag nodig.
NB. De stoepplantjes actie van de hortus Leiden is afgelopen. Wel mooi dat er voor grote delen van de stad is besloten de stoepplantjes in de toekomst te laten staan en niet weg te branden. Waar stoepen en muren van gebouwen direct aan elkaar grenzen gaat 1 stoeptegel direct bij de muur eruit; dat worden dan hele lange 30 cm smalle geveltuintjes waar wilde – aangewaaide planten een plekje vinden. Alleen niet in het centrum…. Nou ja, begin is er.