Vooruit lopend op de krokussen…

Knip

In de zijborder aan de westkant van onze tuin komen binnenkort grote aantallen krokussen. Om de krokussen mooier uit te laten komen knip ik de grote bossen siergras waar ze omheen staan dan ook nu al af. Ook al hebben ze nog pluis aan hun pluimen. Het blad is wel grotendeels afgevallen en ligt als een paar cm dikke deken rond de pollen.

Iep

Iep wandelt langs en vraagt over de heg: Moeten die nu al afgeknipt? Ik heb ook van die grassen in de tuin. Nee Iep, eigenlijk is eind maart / begin april beter. Om risico dat de groeipuntjes van de nieuwe halmen bij een latere vorst bevriezen. Het hele jaar zie je dan die bruine puntjes.
Keuzes, keuzes.

Zijborder waar de krokussen komen

Veldkers, zuring en gras

Op de foto zie je de twee afgeknipte pollen siergras. En op de voorgrond een stukje van de border waar ik zoveel mogelijk het gras (deels kweekgras) verwijderd heb, en een aantal rozetjes van de kleine veldkers (met de eerste bloempjes) en zaailingen van zuring. Nu nog heel klein en makkelijk weg te halen, maar later in het jaar een stuk lastiger. Als doende natuurlijk ook een paar krokussen onthoofd. Dat gebeurt jullie vast ook wel eens. Eigenlijk wil je dan de groeineus van de krokus liefst weer aan het bolletje vastplakken. Maar helaas. Voor dat specifieke bolletje dit jaar geen bloem.

Zonnebloemen- tauge

Onze eekhoorns houden niet van groente. In het eekhoorn-voederkastje in de hazelaar ligt een laagje kleine noten en zaden waaronder zonnebloempitten. Ze krijgen elke dag twee walnoten in dop. De walnoten zijn elke dag weg; vaak zien we een eekhoorn binnen 5 minuten nadat Eddy de walnoten in het kastje uit de bomen afdalen. Vanochtend was het Erika.

De pitten en zaden worden wel gegeten, maar niet zo snel. En met relatief warm en vochtig weer zijn de pitten weer gaan ontkiemen. Een soort tauge.
Dit blieven Erik en Erika niet.
Om te voorkomen dat de boel gaat schimmelen hebben we de uitgelopen zaden nu uit het kastje gehaald. Misschien schiet er nog wel een wortel.

Vogeltelling 2023

Balletje, balletje met pimpelmezen

De landelijke vogeltelling 2023 zit er weer op.
Het is donker.
De vogel zijn naar bed.

Ik heb zaterdag een keer geteld vanaf kwart voor 11 en die telling ingestuurd. Zie hieronder. Het leek eerst wel of de vogels pauze hadden, niets te zien en te horen in het begin. En het was nog wel zo’n lekker weer, zonnig. Totdat ik opeens de reiger zag staan die net vanaf het bruggetje over onze vijver opvloog. Daar werden de andere vogels wel even stil van. Een minuut of 10 later was er weer volop mussen gekwetter in de heg en ander gefladder.

Vandaag, zondag nog een keer geteld. Om 10 over half 10 gestart. Grijs en een beetje motregen. En initieel ook geen vogels… Ah, daar zat Pietje, poes uit de buurt, onder de voedersilo. Die maar even weggestuurd uit de tuin. Lijst je vandaag: mus >25; koolmees 2; pimpel 4; merel 3; zwartkop 3; roodborst 1; houtduif 1; tortel (op de schoorsteen) 1; heggenmus 1.

Tuinvogeltelling 2023

  • Blauwe reiger 1
  • Ekster 2
  • Houtduif 1
  • Huismus 10
  • Koolmees 2
  • Merel 2
  • Pimpelmees 3
  • Roodborst 2
  • Vink 3
  • Zwartkop 3

Tekening 9 – Koperwiek

Volgend weekend, van 27-29 januari 2023 is weer de nationale tuinvogeltelling. We gaan zeker ook weer meedoen. Omdat we altijd al voer hebben buiten hangen komen er veel vogels in de tuin. Prima te zien vanuit huis.

De koperwiek hebben we dit jaar nog niet gezien hier in de tuin. Die zien we vooral in jaren waar het vroeg in de winter koud weer is. Dan komen ze vanuit Scandinavië naar onder andere Nederland om de bessen uit de hulst te eten. Dat gaat deze winter in ieder geval niet meer lukken. De bessen zijn ondertussen door de merels opgepeuzeld.

Het warme vochtige weer van afgelopen weken heeft er voor gezorgd dat er schimmelvorming ontstond op de vetbollen die we buiten hebben hangen. Die hebben we weggegooid. Meer tips over schoon vogels voeren hier.

Klontjestrilzwam

Volgens de app obsidentify en waarneming.nl: exidia nucleata; Volgens wikipedia: myxarium nucleatum. Het is een geleizwam die saprotroof leeft: op afgevallen takken en omgevallen loofbomen, vooral zachtere soorten als esdoorn, populier en es.

De vruchtlichamen van de klontjestrilzwam zien eruit als wittige klodders, soms een beetje mat wittig/grijzig , andere keren bijna transparant. Op internet las ik dat de witte klontjes waaraan de soort zijn naam te danken heeft, kristallen (calciumoxalaat) zijn die in het vruchtlichaam te zien zijn. Meestal dan, want soms zijn de klontjes niet of lastig te zien en moet een microscoop uitsluitsel geven. Anders zou het ook nog de stijfsel(tril)zwam (Exidia thuretiana) kunnen zijn….

Twee jaar geleden ook over geschreven, toen wist ik de naam nog niet.

De geleizwam lijkt van warmte te houden. Als je de kaarten bekijkt op waarneming.nl van de laatste 20 jaar als soort filmpje zie je dat de zwam 20 jaar geleden nauwelijks voorkwam en nu vrijwel in heel Nederland. Klik hier en start filmpje door op het blauwe driehoekje boven in beeld te klikken.

Wintergeur

De sarcococca hookeriana staat weer in bloei. Klein heestertje dat ik in 2019 vlak naast de deur zette, en dat nu redelijk aan de groei is. Bloeit nu in de winter met lekker geurende bloempjes. De plant staat half beschut omdat ie niet extreem winterhard zou zijn. Alhoewel… kan vorst tot -15 graden verdragen. Wanneer komt dat nog voor?

Een goede plek is schaduw of halfschaduw. Dat klopt wel. De grond moet vochtig, maar wel waterdoorlatend zijn en humusrijk. Hmmm, dan staat ie toch niet echt goed. Vlak tegen het huis aan in de regenschaduw van de dakgoot. Dat is wellicht de reden dat het blad er toch niet perfect uitziet. Beetje gelig her en der; zag er zeker in de droge tijd afgelopen zomer wat vermoeid uit.

De Nederlandse naam is vleesbes. Zou komen door de zwarte vlezige bessen die in de zomer aan de struik komen. Bij ons struikje heb ik nog nooit bessen gezien. Ik zou zeggen dat het ook van de vleesroze kleur van de schutbladen rond de witte bloempjes kan komen.

Hittegolf in de winter

Klimaatverandering klopt luidruchtig op de deur. De afgelopen jaren zagen we dat aan grote droogte met bosbranden, aan terugtrekkende gletsjers, aan langdurige regenval en overstromingen. Meestal denk je dan aan de zomer. Maar ook in de winter (volgens de kalender) kan er sprake zijn van een ‘hittegolf’ : als de temperatuur heel veel hoger is dan het langjarig gemiddelde.

Via de link zie je een klein filmpje van het temperatuurverloop op 1 januari 2023. Met de donkerrode en zelfs witte kleuren, ook boven Nederland: 10-15 graden warmer dan normaal.

Intrigerende plaatjes. En toen ik er een tijdje naar aan het kijken was, zag ik het opeens. Het is een groot wit konijn!. Zien jullie dat er ook in? Als je het konijn eenmaal gezien hebt, kun je het niet meer niet-zien.

En wat betekent dat voor de tuinen. Ook die krijgen te maken met droogte perioden en extreem natte perioden. De kou wordt steeds minder, maar uiteraard zijn er uitschieters waar het behoorlijk vriest. welke planten zijn hier tegen bestand? Welke planten zijn overlevers (of aanpassers, zo je wilt). Een drietal voorbeelden.

  1. Eikvaren of polypodium vulgare
    De sterkste van de wintergroene varens, die ook bij strenge vorst nog groen blijft. Het blad is mooi ingesneden en spreidt zich bijna horizontaal uit. De eikvaren kan goed tegen droogte en schaduw. Op plekken waar andere planten allang het loodje leggen, blijft de eikvaren overleven. Zelfs op oude muren, kurkdroog, is de eikvaren te vinden. Leuk als bodembedekker in de spiegel van een boom of bv een rode kornoelje: zet dan 10 tot 15 planten per vierkante meter. Klein nadeel is dat het verse ‘voorjaarsloof’ pas in de loop van juni uitloopt, veel later dan bij veel andere varens. Tip: de varen combineren met voorjaarsbollen.
    In onze tuin staan de dikvarens helemaal achterin onder de kleine appelboom, met pollen Spaanse boshyacint er vlak bij.
  2. Aster Divaricatus
    De meeste asters zijn laatbloeiers, maar deze aster divaricatus is daarop een uitzondering. De eerste bloemen zijn al te zien vanaf juli en de plant bloeit door tot aan oktober. Ongevoelig voor meeldauw en bodembedekkend: zet 8-10 planten per vierkante meter. Doet het god in schaduw (is van oorsprong een bosplant), maar ook volle zon. Wij hebben een randje langs een tuinpad, grotendeels in de schaduw en een flinke pol in de voortuin op het zuiden. Bij hele langs droogteperiodes verliezen de donkergroen blaadjes wat van hun glans. De planten op iets beschaduwde plaatsen kunnen er wat beter tegen.
  3. Kalimeris incisa
    Deze familie van de aster staat nog op mijn verlanglijstje. De kalimeris dank haar populariteit de laatste jaren aan de lange en rijke bloei: ook deze plant begint vroeg (voor een aster), al in juni en kan doorbloeien tot september. Een oersterke plant, die goed tegen droogte kan en door haar bossige groei met veel vertakkingen ook bestand is tegen storm en regen. De bekendste cultivars zijn ongeveer 60 cm hoog: Alba heeft kleine witte bloemen, de bloemen van Blue Star hebben een hint van lichtblauw. Standplaats bij voorkeur in de zon.

Houtwal om in te wonen

Wie er allemaal in de houtwal achter in de tuin woont … dat zullen we nooit echt weten. Ongetwijfeld allerlei insecten en kleine beestjes. Soms vogeltjes (nestelen of schuilen), en misschien ook wel een egel. Altijd al lastig te zien wie er gebruik van maakt, ook toen de wal nog relatief nieuw was. Inmiddels verdwijnt de wal onder een dikke deken van klimop. Nog mooiere schuilplekken. Nog minder te zien.

De lichtgroene bladeren linksonder zijn van de voorjaarszonnebloem. Over een paar maanden staan hier de gele zonnetjes te bloeien. Heel lang.

Tip van een Galanthofiel

Hoe meer sneeuwklokjes hoe beter. Onder bladverliezende bomen of struiken. Met een beetje geduld krijg je er elk jaar meer. Door ze steeds na de bloei, maar nog ‘in t groen’ uit de grond te scheppen en in kleinere kluitjes terug te zetten. Als een klomp er al langstaat, dan is er heel veel groen, maar minder bloemetjes dan blaadjes. Bij het uitscheppen van de klomp zie je waarom: de bolletjes verdringen elkaar en hebben geen ruimte om tot echt stevige bolletjes uit te groeimen. Soms zie je dat ze ook in verschillende etages boven elkaar staan.

Neusjes van de sneeuwklokken

In een oud nummer van Groei&Bloei las ik een tip van een sneeuwklokjesdeskundige. Die gaf aan dat je delen nog beter iets eerder kon doen: nadat de neuzen boven de grond waren, maar voordat de bolletjes gaan bloeien. Argument zou zijn dat nu de bollen nog veel meer wortels aanmaken daim na de bloei. Dan zijn ze alweer op weg naar hun zomerrust. Gister bij rondje door de tuin, waar later het ‘sneeuwklokjes veld’ zal ontstaan zag ik de neusjes alweer door de laag afgevallen blad heen steken.
Proef op de som: een paar klompjes uitgeschept en in delen herplant. De neuzen waren boven de grond, maar er waren inderdaad nog amper worteltjes aan de bolletjes. Dat komt nog.

Visite

21 december, tegen half 10 ’s avonds gaat het buitenlicht aan. Zo’n lamp met een bewegingsmelder. Altijd leuk om even te kijken ‘wie’ er langs gekomen is. Meestal is dat een of andere poes. En als het heel hard waait: de grashalmen of (uitgebloeide) teunisbloem stengel die in de wind beweegt. Maar deze keer niet. Het was een egel zie rustig rondscharrelde. Rond de pergola waar de druif over heen groeit. Daar valt altijd wat te halen. Slakken , regenwormen tussen het afgevallen blad. Of nog de laatste afgevallen druiven. Weet je wat egels ook lekker vinden….. katteknabbels. Dan scharrelt zo’n egel rond, en ineens ruikt ie wat. Snuf, snuf, snuf. Recht op de knabbels af. Om die dan luid smakkend op te peuzelen.

Normaliter zijn egels rond deze tijd in winterslaap. Behalve als ze heel klein zijn en wakker geworden zijn. Of als het zo warm is dat er nog steeds genoeg te eten is.
NB. tijdens de vorstperiode begin van de maand was Eddy tijdens het sterrenkijken ook al een egel tegen gekomen.