Hittegolf in de winter

Klimaatverandering klopt luidruchtig op de deur. De afgelopen jaren zagen we dat aan grote droogte met bosbranden, aan terugtrekkende gletsjers, aan langdurige regenval en overstromingen. Meestal denk je dan aan de zomer. Maar ook in de winter (volgens de kalender) kan er sprake zijn van een ‘hittegolf’ : als de temperatuur heel veel hoger is dan het langjarig gemiddelde.

Via de link zie je een klein filmpje van het temperatuurverloop op 1 januari 2023. Met de donkerrode en zelfs witte kleuren, ook boven Nederland: 10-15 graden warmer dan normaal.

Intrigerende plaatjes. En toen ik er een tijdje naar aan het kijken was, zag ik het opeens. Het is een groot wit konijn!. Zien jullie dat er ook in? Als je het konijn eenmaal gezien hebt, kun je het niet meer niet-zien.

En wat betekent dat voor de tuinen. Ook die krijgen te maken met droogte perioden en extreem natte perioden. De kou wordt steeds minder, maar uiteraard zijn er uitschieters waar het behoorlijk vriest. welke planten zijn hier tegen bestand? Welke planten zijn overlevers (of aanpassers, zo je wilt). Een drietal voorbeelden.

  1. Eikvaren of polypodium vulgare
    De sterkste van de wintergroene varens, die ook bij strenge vorst nog groen blijft. Het blad is mooi ingesneden en spreidt zich bijna horizontaal uit. De eikvaren kan goed tegen droogte en schaduw. Op plekken waar andere planten allang het loodje leggen, blijft de eikvaren overleven. Zelfs op oude muren, kurkdroog, is de eikvaren te vinden. Leuk als bodembedekker in de spiegel van een boom of bv een rode kornoelje: zet dan 10 tot 15 planten per vierkante meter. Klein nadeel is dat het verse ‘voorjaarsloof’ pas in de loop van juni uitloopt, veel later dan bij veel andere varens. Tip: de varen combineren met voorjaarsbollen.
    In onze tuin staan de dikvarens helemaal achterin onder de kleine appelboom, met pollen Spaanse boshyacint er vlak bij.
  2. Aster Divaricatus
    De meeste asters zijn laatbloeiers, maar deze aster divaricatus is daarop een uitzondering. De eerste bloemen zijn al te zien vanaf juli en de plant bloeit door tot aan oktober. Ongevoelig voor meeldauw en bodembedekkend: zet 8-10 planten per vierkante meter. Doet het god in schaduw (is van oorsprong een bosplant), maar ook volle zon. Wij hebben een randje langs een tuinpad, grotendeels in de schaduw en een flinke pol in de voortuin op het zuiden. Bij hele langs droogteperiodes verliezen de donkergroen blaadjes wat van hun glans. De planten op iets beschaduwde plaatsen kunnen er wat beter tegen.
  3. Kalimeris incisa
    Deze familie van de aster staat nog op mijn verlanglijstje. De kalimeris dank haar populariteit de laatste jaren aan de lange en rijke bloei: ook deze plant begint vroeg (voor een aster), al in juni en kan doorbloeien tot september. Een oersterke plant, die goed tegen droogte kan en door haar bossige groei met veel vertakkingen ook bestand is tegen storm en regen. De bekendste cultivars zijn ongeveer 60 cm hoog: Alba heeft kleine witte bloemen, de bloemen van Blue Star hebben een hint van lichtblauw. Standplaats bij voorkeur in de zon.

Houtwal om in te wonen

Wie er allemaal in de houtwal achter in de tuin woont … dat zullen we nooit echt weten. Ongetwijfeld allerlei insecten en kleine beestjes. Soms vogeltjes (nestelen of schuilen), en misschien ook wel een egel. Altijd al lastig te zien wie er gebruik van maakt, ook toen de wal nog relatief nieuw was. Inmiddels verdwijnt de wal onder een dikke deken van klimop. Nog mooiere schuilplekken. Nog minder te zien.

De lichtgroene bladeren linksonder zijn van de voorjaarszonnebloem. Over een paar maanden staan hier de gele zonnetjes te bloeien. Heel lang.

Tip van een Galanthofiel

Hoe meer sneeuwklokjes hoe beter. Onder bladverliezende bomen of struiken. Met een beetje geduld krijg je er elk jaar meer. Door ze steeds na de bloei, maar nog ‘in t groen’ uit de grond te scheppen en in kleinere kluitjes terug te zetten. Als een klomp er al langstaat, dan is er heel veel groen, maar minder bloemetjes dan blaadjes. Bij het uitscheppen van de klomp zie je waarom: de bolletjes verdringen elkaar en hebben geen ruimte om tot echt stevige bolletjes uit te groeimen. Soms zie je dat ze ook in verschillende etages boven elkaar staan.

Neusjes van de sneeuwklokken

In een oud nummer van Groei&Bloei las ik een tip van een sneeuwklokjesdeskundige. Die gaf aan dat je delen nog beter iets eerder kon doen: nadat de neuzen boven de grond waren, maar voordat de bolletjes gaan bloeien. Argument zou zijn dat nu de bollen nog veel meer wortels aanmaken daim na de bloei. Dan zijn ze alweer op weg naar hun zomerrust. Gister bij rondje door de tuin, waar later het ‘sneeuwklokjes veld’ zal ontstaan zag ik de neusjes alweer door de laag afgevallen blad heen steken.
Proef op de som: een paar klompjes uitgeschept en in delen herplant. De neuzen waren boven de grond, maar er waren inderdaad nog amper worteltjes aan de bolletjes. Dat komt nog.

Visite

21 december, tegen half 10 ’s avonds gaat het buitenlicht aan. Zo’n lamp met een bewegingsmelder. Altijd leuk om even te kijken ‘wie’ er langs gekomen is. Meestal is dat een of andere poes. En als het heel hard waait: de grashalmen of (uitgebloeide) teunisbloem stengel die in de wind beweegt. Maar deze keer niet. Het was een egel zie rustig rondscharrelde. Rond de pergola waar de druif over heen groeit. Daar valt altijd wat te halen. Slakken , regenwormen tussen het afgevallen blad. Of nog de laatste afgevallen druiven. Weet je wat egels ook lekker vinden….. katteknabbels. Dan scharrelt zo’n egel rond, en ineens ruikt ie wat. Snuf, snuf, snuf. Recht op de knabbels af. Om die dan luid smakkend op te peuzelen.

Normaliter zijn egels rond deze tijd in winterslaap. Behalve als ze heel klein zijn en wakker geworden zijn. Of als het zo warm is dat er nog steeds genoeg te eten is.
NB. tijdens de vorstperiode begin van de maand was Eddy tijdens het sterrenkijken ook al een egel tegen gekomen.

Winterheide

Wil je bloeiende planten in de winter, dan is de winterheide een prima kandidaat. Bloeit van november-december tot aan april, soms zelfs mei. Als er weinig andere bloemen te zien zijn dan zijn de paarse, roze of bijna witbloeiende heuveltjes van de winterheide, erica carnea, mooie blikvangers. En een uitkomst voor vroeg hommels en insecten die op een warme , zonnige winterdag ontwaakt zijn. Andere namen zijn alpenheide of lenteheide. De winterheide is inheems in bergachtige gebieden van Midden-, Oost- en Zuid-Europa, waar de lage heesters groeien in naaldbossen en op stenige hellingen.

Beetje winterhei in onze zijtuin (87) en een uitgebreider stuk in de achtertuin, langs het tuinpad. Op deze plek ook de woonplaats van een nest bruine bosmiertjes die elke zomer in het hart van de plant een grote mierenhoop bouwen. Nu zitten ze diep in de grond.

In de jaren 70 waren ze superpopulair (*) in allerlei heidetuinen, een echt tuin-fashion statement destijds. Sindsdien een beetje in de vergetelheid geraakt.

Heather is the most seventies of plants, aldus Frances Tophill die de gemoderniseerde heidetuinen in RHS Wisley bezoekt. Gardeners World Special van 16 december 2022. Met tussen de verschillende soorten heide ook een aantal stekelige bolvormige yucca’s. Die komen uit een heel andere deel van de wereld, houden van dezelfde soort omstandigheden, en passen er wonderwel bij. Via de youtube link twee regels hiervoor kun je de hele aflevering terug kijken.

IJzel voorspeld

Voor vanavond en vannacht is in heel Nederland code oranje afgekondigd, verwachting ijzel. Morgenochtend goed uitkijken, dan is het wellicht nog glad. Niet voor lang: de temperatuur gaat daarna snel omhoog. Dagtemperaturen naar 8-9 graden, nachttemperaturen naar 4-5 graden. Dat gaat de gemiddelde decembertemperatuur wel een beetje omhoog halen.

Deze bevroren rozenbottels zijn van dec 2012, dikke laag ijzel toen.

Uitzicht

Uitzicht

Als je geluk hebt kijk je vanuit je raam over een tuin, een stukje groen, park of landschap uit. Helemaal mooi als dat ook vanuit je werkplek zo is. Als je bovenstaand plaatje ziet zou je misschien niet meteen verwachten dat dit het uitzicht vanaf mijn thuiswerkplek is. Onder het raam (ooit de voordeur) is een grote bloembak gemetseld, dus de planten komen wel heel dicht bij : santolina, lavendel, witte spoorbloem. Met op de achtergrond, aan de andere kant van het tuinpad, prachtriet misacanthus Kleine Silberspinne en een grote (aangewaaide) egelantier.

Vanachter het buro

Kristallen

Met de verwarming laag, en in de slaapkamers bijna uit, is er weer veel meer condens op de ruiten. Als het flink vriest zoals afgelopen nachten dan verschijnen de eerste ijsbloemen.

Roos van ijs

In de tuin groeien de kristallen op dunne takjes en langs bladranden. En het allermooist, vind ik, op de uitgebloeide zaadhoofden van bloemen, zoals asters, sedum en kaardebol.

Ook in de Hortus Haren een wat verstild beeld. Kristallen over het groen in de Laarmantuin. De halmen van de pijpestrootjes helemaal bezet met ruige rijp en -letterlijk- bevroren in hun beweging. We komen in de Hortus helemaal geen andere wandelaars tegen, ook de reden hebben even een rustig plekje gezocht. Alleen in de Chinese tuin een drietal studenten (?) bezig met een fotoshoot. Het model met kleurige kleding en blote schouders. Brrr…

Besjes

We hebben wat extra vetbollen en pindablokken buiten gehangen. Ook zaadjes voor de zaadeters. De bezetters hebben nog genoeg te vinden, hulst, cotoneaster, vuurdoorn. De taxus bessen zijn bijna op. Van de vuurdoorn tussen onze voordeur en het raam van de woonkamer zijn de meeste bessen op; alleen de bessen vlak bij het raam zijn er nog. Die eten de merels altijd het laatst op. Na een ommetje door het dorp (met muts en handschoenen), ook nog even door de tuin. Voordat het al weer donker wordt. Als ik de foto van de ‘verre schuur’ zo bekijk, onder een deksel van begroeiing, dan wordt het toch misschien tijd om in het voorjaar te snoeien. Eigenlijk nadat de bessen op zijn en voordat de vogels erin gaan broeden..

Mosjes

Over de fietsenschuur groeien twee grote rozen. Al het blad is er nu af. Aan de schaduwkant van het dak zijn de dakpannen bedekt met mos. En een laagje rozenblaadjes. Langzaam worden de blaadjes verteerd door allerlei kleine beestjes. De musjes en meesjes komen de beestjes weer halen. Niet al te netjes. Op de grond voor de schuurdeur liggen nu allemaal plukjes mos.