March

MARCH comes at last, the labouring lands to free.
Rude blusterer, with thy cloud-compelling blast,
The pining plains from cark of Winter past          
That clear’st and carpetest each bush and tree
With daffodil and wood-anemone,
A voice from the illimitable Vast
Of dreams thou art, the tale that doth forecast
Of hope yet live and happiness to be.
And hark, the robin fluting on the bough
The rough breeze tangling on his tender breast
The ruddy plumes! Yet sings he, unopprest,
The awakening year, the blessed burgeoning
In wood and weald, the Then becoming Now
And all the pleasant presage of the Spring.

Gedicht van John Payne

1842-1916, dichter en vertaler van ‘Duizend en een nacht’ en ‘Alladin en de Wonderlamp’.

Voor en na – conifeer

De overbuurman was zo druk bezig in zijn tuin … coniferen weg in de voortuin en heel veel oud hout uit de achtertuin. Dat is nu metershoog in zijn voortuin opgestapeld. Om stukje bij beetje afgevoerd te worden. Tussen ons en buurman Jan staan ook coniferen, hele oude, dus hoog en breed, Veel te hoog om te snoeien, dat doen we alleen met het lage stuk aan de kant van het grasveld. Dit is ook het steeds kleiner wordende grasveldje waar we zitten als het zomers erg heet is. Dan is hier in de middag schaduw van de coniferen en huis buurman Jan.

Al een tijdje over gedacht, en gister middag gedaan. Een deel van de laagste takken van de conifeer die meters ver over de grond lopen afgezaagd. En dan krijg je dit.

Na het opruimen: nu zie je pas hoe smal het gras-mosveldje is geworden. Na het snoeiwerk ziet het er een stuk ‘ruimtelijker’ uit. Wel is de grond onder de weggehaalde takken gortdroog en uitgeput. Eerst een centimeter of 10 van coniferenstrooisellaag (van de afgelopen 30-40 jaar) weghalen en flink wat compost inwerken. En zo krijgt het deel van de liguster haag die onder de steeds verder uitbuikende conifeer wegkwijnde ook weer meer kans.

Familie Roest

We hadden al een paar jaar Poes Roest in de tuin. En vorig jaar kregen we, ook van de buren, familie uitbreiding/ gezelschap voor Poes Roest. Tot afgelopen weekend lagen de drie in een laatje, maar nu hebben ze een vast plekje in de tuin gekregen. Als een soort ‘paaseieren’ zoeken, stuurde ik Eddy de tuin in om foto’s van de nieuwkomers te maken. Even zoeken, dat wel. Blijkt toch behoorlijke schutkleur te zijn, dat roestige ijzer.

Sneeuwklokjes bonus?

Bijna aan het eind van onze 3,5 uur wandeling liepen we langs de tuin van Willie. Zij stond op het punt om te vertrekken, met tuinvriendin Maud, naar een sneeuwklokjesbezoek. Bij Rijksstraatweg 83, zei ze, om twee uur. Wij hadden nog een kwartiertje te wandelen. Eigenlijk was ik wel wat moe, maar sneeuwklokjes…

Dus flesje water gevuld, mueslibar mee, en gewoon meteen weer naar buiten, naar het genoemde adres. 7 minuten voor 2 was ik er.

Maar geen Willie of Maud, of Heiltje, of groepje fietsen bij elkaar. Wel groot huis, met grind oprit. Ik ben er nog een eindje op gelopen, om langs het huis heen te kijken, misschien stonden ze daar? Nee niets. Onverrichter zaken weer naar huis. Halverwege nog even omgekeerd om te kijken of het wellicht nummer 73 was… Nee ook niets.

Galanthus nivalis ‘Droopy’

Fiets weer in de schuur geparkeerd en sneeuwklokjesrondje in eigen tuin gemaakt. Deze op de foto steken het grindpad aan de voorkant van het huis over. Wel met een beetje ‘droopy’ bloemblaadjes. Beetje aan eind van de bloei.
Of ….. zou het iets bijzonders zijn, waar een galanthofiel hellemaal van in vervoering raakt?

Oosters komkommerkruid

Trachistemon orientalis is een van de vroeg bloeiende planten bij ons in de tuin. Nu vooral bloem, later steeds meer blad. Niet zomaar een blaadje. De grootste bladeren worden meer dan een halve meter ! De beste standplaats is in de schaduw of halfschaduw. Doet het ook goed op droge schaduw plekken, waar andere planten het moeilijk hebben. Is dan mooi in grote groepen onder de bomen of heesters. Kan veel soorten bodem aan, van zuur tot kalkrijk, van vochtig tot droog.

De plant komt van oorsprong voor in Bulgarije, Turkije en de Kaukasus. De bloemetjes zijn eetbaar. Met grote wortelstokken breidt de plant zich uit. Waar ik ze niet wil hebben trek ik na de bloei gewoon de bladeren eraf. Voor de rest van het jaar komen er dan geen nieuwe bladeren. Niet voor piepkleine tuintjes.

Musjes

Favoriete mussenplekjes: in de beukenhaag, vlak bij de voedersilo en….

… in de grote rozenstruik. Ook ’s zomers, maar dan zien we ze niet zo goed. Nu wel. En horen, dat lukt altijd. Ook lekker om te zonnen. En te schuilen voor rovers als de sperwer. Op foto 4 zie je rechtsonderaan de kluwen van takjes, waar vorig jaar een eksterpaar probeerde een nest te bouwen. Uiteindelijk niets geworden, de roos groeide te hard, de ingang groeide dicht.

Gekortwiekt

In de wintermaanden brengen we heel wat uurtjes door in de twee luie stoelen in de zuid-erker van ons huis. Met zicht op een stukje van onze voortuin en op de twee huizen recht tegenover ons aan de andere kant van de straat.

’s Morgens met een kopje cappuccino, rond lunchtijd met een bordje op schoot en vaak ook nog tegen drieen voor een kopje thee.

De afgelopen jaren was er van alles te zien bij overbuurman Thomas, die het huis begin 2020 heeft gekocht en waar heeeeel veeel onderhoud aan te plegen was. Dakdekkers die over het dak liepen, isolatiebedrijven, allerlei pakjes bezorgers, tuin onderhouds bedrijven…

Herfstkleuren overbuurmanboom

De andere buurman Peter zien we in het najaar met de kruiwagen lopen vol blad, naar de bult aan het eind van de straat. Of op het fietsje even een boodschap doen. Peter heeft een mooie rustige voortuin, donker groen bedekte bodem vol klimop met een prachtige boom in het midden. Die loopt heel zacht lichtgeelgroen uit in het voorjaar. Een mooie plek voor de vogels om even rond te kijken voor ze de straat over vliegen. De eksters komen er er vaak kleine twijgjes afbreken voor hun nesten. Voor ons is het alsof we naar een live documentaire kijken vanuit de erker. heeft in de herfst een uitbundige warmgele kroon.

En toen kwamen de snoeiers. Met groot materieel deze week.