Planten voor rupsen

Als je vlinders in de tuin wilt, dan is het goed om naast vlinderplanten ook planten voor rupsen neer te zetten. Hier een link naar een pagina van de vlinderstichting met voorbeelden van rupsenplanten.
De Vlinderstichting | Planten voor rupsen

Welke hebben jullie al in de tuin staan?

Deze hebben wij:
Damastbloem, look zonder look , pinksterbloem
Judaspenning, aalbes
klimop, heide , hulst, kattestaart, vlinderstruik
diverse distelsoorten (grote en kleine kaardebol, kogeldistel), kaasjeskruid.
En Vooral brandnetels!

Van de meest rupsvriendelijke planten in de link van de vlinderstichting hebben we eigenlijk alleen de vuilboom (wegedoorn) niet in de tuin. Dat is een belangrijke waardplant voor citroenvlinders. Er moeten hier wel ergens vuilbomen in de buurt staan, want we zien vaak citroentjes in de tuin.

Halve oogst

Een leuke vruchtdragende plant, de japanse wijnbes. Maakt elk jaar nieuwe uitlopers tot bijna drie meter lang. Rode takken met veel stekels en haartjes en felgroene bladeren die er mooi tegen afsteken. De onderkant van het blad is lichtgrijs tot wit. Trossen met vruchtjes vormen zich het tweede jaar aan de takken. Heel decoratief als de vruchten nog in hun ride, harige omhulsel zitten. Pas als de vruchten bijna rijp zijn worden ze zichtbaar (de bescherming van het omhulsel zorgt er voor dat er geen insecten/ larfjes in de vruchten komen, zoals bij (zomer) frambozen vaak het geval is. De vruchten kleuren van licht rood, naar hel rood naar diep donker rood, en worden steeds een beetje zoeter. Niet zo zoet als frambozen, erg mooi van kleur. Ze zijn niet allemaal tegelijk rijp. Vandaag plukte ik de eerste lading (nu in zakje in diepvries, basis voor toekomstige jam). Als ze net geplukt zijn blijft het minnewerkje als een oranje puntje aan de struik zitten. Over een paar dagen volgt de rest (minus een paar vruchtjes die elke keer als ik er langs loop worden opgegeten).


De Japanse wijnbes (Rubus phoenicolasius) is een plant uit de rozenfamilie, net als de gewone braam (R. fruticosus) en de framboos (R. idaeus). De Japanse wijnbes komt van nature voor in Japan (duhh), Korea en China. In Europa en Noord Amerika geïntroduceerd als fruitdragende heester. De plant is uit tuinen ontsnapt en komt nu op verschillende plaatsen in de natuur voor. In sommige staten van de US is de plant zelfs verboden, is daar een invasieve exoot geworden, die met zijn sterke groeikracht alles overwoekert.

Net als bij een braam kan een lange stengel die zich naar de grond buigt daar wortel schieten. Voordeel: jaar er na heb je een nieuwe plant. Nadeel (als je dit onbeheerst door laat gaan): alles wordt overgroeid.

Kwakende insecten?

We zaten op het terras en hoorden een gek geluid.
Het leek wel op eenden die in de verte kwaakten.
Toch klonk het dichterbij.
In de vijver dan?

Eddy ging op onderzoek uit, en kwam tot de conclusie dat het geluid van heel dichtbij kwam. Vanuit de insectenhotels die op twee meter van het terras hangen. Toen we van dichtbij gingen kijken, zagen we dat de afgelopen periode de nodige gangetjes waren dichtgemetseld. Het geluid kwam uit het zeshoekige kastje, in het andere kastje waren veel gangetjes ‘groen’ dichtgemetseld. De eerste foto’s en het geluidfragment zijn van 20 juli . Wel geluid, geen beweging te zien.

Zouden de metselbijtjes kwaken vlak voor ze uitkomen? In een bijenkast met honingbijen is dat namelijk wel zo. Als er een nieuwe koningin op het punt staat om uit te komen wordt er gekwaakt (en getuut trouwens).

Een paar dagen later (23 juli) hoorden we het kwaken weer. Toen ik nogmaals ging kijken zag ik dat de meeste groen-gemetselde gangetjes weer open waren. Of de metselbijtjes zijn uitgekomen? Dat zullen we nooit weten.
Kan ook zijn dat de koolmeesjes de gangetjes opengepeuterd hebben. En ook de wesp met de lange legboor die over het kastje liep beloofde niet veel goeds.

Pneumostome

Het gat had ik al eerder gezien, in naaktslakken. Aan de zijkant van het lijf zie je -soms- een gat. Niet altijd, want het valt alleen op als het gat open staat. Recent hoorde ik in een tuinprogramma op de BBC iemand enthousiast over slakken vertellen. Dat ze over het algemeen toch echt heel nuttig waren. Ook in je tuin. En dat het ook een bijzonder beest was: ze zijn asymmetrisch: het gat in de zijkant zit maar aan 1 kant en niet aan beide kanten.

Kijk, dat was me dus niet eerder opgevallen. Leuk weetje. Het gat heet een ‘pneumostome’ en de slak gebruikt deze opening om door te ademen. O ja, en ook om te poepen trouwens. Genoeg slakken in de tuin, dus ga vooral eens kijken of je ze ziet, met hun ademopening open.

Zelfde slak, van rechts en van links bekeken.

En let ook maar eens op aan welke kant het zit. Heb je altijd rechtsademende slakken, zoals deze op de foto, of zouden er ook linksademende zijn?

De slak op de foto was begin van de avond op weg naar de basilicumplant in pot, die ik elke avond op de tuintafel of een terrasstoel zet. Net als de dahlia’s in pot en de afrikaantjes…

Een wolk van gras

Nu op hun mooist : de sierlijke wolken van de bloeiwijzen van de pollen descampsia in onze tuin. Descampsia cepitosa voluit, of ruwe smele. Een inheems gras dat compacte donker groene pollen maakt. In juni komen de lange ijle aren uit de pol omhoog. En als elke aar zijn zijn bloeiwijze openvouwt…. dan is het een grote wolk, die boven de groene pollen lijkt te zweven. Nu is de wolk nog groenig, bruinig. Over een paar weken strogeel. De aartjes blijven lang mooi.

De wolk van bloeiende ruwe smele op de linkerhelft van de foto.

Meestal blijven de aren mooi overeind staan, maar een van de pollen heeft dit jaar (door het natte voorjaar?) extreem lange aren gemaakt, die met de regen vorige week zijn gaan liggen. Bij deze pol ligt de ‘wolk’ nu bijna op de grond. Die ga ik binnenkort een beetje terug knippen.

Helenium Paulien

Ze staan in bloei, op verschillende plekken in de tuin. De stekken die ik eerder dit jaar oppotte: losse rozetten. Nadat ik in het voorjaar een paar dikke pollen van Paulien verder op in de straat kreeg. Eerst een donkerbruin hartje, dan hele korte ‘stompjes’ van aankomende bladeren, geel met rood (foto 1 en 2). Als de bladeren zich ontvouwen zijn ze oranjig-geel gestreept. En dat donkere hart…. eerst een gele ring met meeldraden/stampertjes rond de basis van het donkerbruine hart (foto 3). En later is het hele donkerbruine hartje verandert in een gelig balletje (foto 4 en 5).

Mooi hoor. Welke het precies is? Moeilijk te zeggen. Als je op Helenium + afbeelding zoekt kom je tientallen foto’s tegen, allemaal verschillende namen. Zonder tegenbericht houdt ik het op Helenium Paulien.

Op verschillende sites kwam ik tegen dat je ze na de bloei terug knipt en dat er dan nieuwe bloemen komen…

Links:
Waarom helenium Sneeze weed heet.
Konijn en ree lusten ze niet.

Gouden eieren – vervolg

Vorige week schreef ik over mooie goudglinsterende eitjes aan de onderkant van een meidoornblad. Benieuwd welk rupsje daar uit zou komen. Ik dacht namelijk aan een vlinder. Nee hoor: het blijken wantseneitjes te zijn geweest. In het glazen potje waar ik de eitjes liet uitkomen wandelen nu een achttal kleine groen-met-zwarte wantsen. Ze zijn nu twee dagen oud en zitten nog in het potje met wat meidoornblaadjes en kunnen er uit als ze willen.

5 van de 8, 1 dag oud, 2 mm klein.
Zo’n babywantsje is vanaf het begin al een en al voelspriet en waakzaamheid.

Het is de nimf van de smalle randwants, Gonocerus acuteangulatus, een plantenetende wants. De volwassen wants is bruinig met wat stippels en makkelijke te herkennen aan de hoekige schouders. In het Verenigd Koninkrijk heette deze wants oorspronkelijk the Box bug: de buxus kever. Naar verluid omdat ie oorspronkelijk in Engeland alleen voorkwam in buxusstruiken op Box Hill (Surrey). De soort is algemeen in het Middellandse zee gebied, noordwest europa en delen van centraal asiel. Houdt van zonbeschenen (bedragende) struiken, waaronder meidoorn.

NB. Twee dagen later keek ik in het potje, waar een klein bodempje water in zit om de takjes meidoorn vers te houden. Ik schrok, het leek erop dat alle wantjes verdronken waren. Nog eens kijken…. het bleken de lege huidjes te zijn. Net als veel andere insecten gaan wantsen verschillende stadia van vervelling door. En dan blijft het lege huidje (de te kleine jas) over, inclusief de vervelde antennes!

Raadplaatje 4 juli 2021 – dansende elfjes

Uit een ooghoek zag ik witte bloempjes. 
Op een plek waar ik ze niet eerder zag, 
tevoorschijn piepend onder het blad van een grote vingerhoedskruid vandaan.
Hun eigen blad verborgen.

Eerst dacht ik dat de bloem al deels uitgebloeid was.
Een deel van de bloemblaadjes had laten vallen.
Maar dat zou te toevallig zijn. 
Als van elke bloem de onderste twee bloemblaadjes bleven zitten….

En van dichtbij bekeken zie je het meteen: dit is gewoon de bloeiwijze van dit plantje!
Onder twee lange witte blaadjes, boven drie korte meer roze blaadjes.
Als dansende elfjes.


Als je weet wat het is, of je hebt het plantje ook in je tuin, reageer gerust via de ‘reactie’ link.
Die vind je links naast dit blog.

Familie? Of Niet?

Twee planten nu in bier in de tuin.
Beide met witte bloemen met 5 bloemblaadjes.
Beide met diep ingesneden blad.
Beide 30-40 cm hoog.
Familie van elkaar? Of Niet?

Niet. 
De eerste is de witbloeiende variant van muskuskaasjeskruid. 
Hoofdgroep: primitieve asteriden.
Plantenfamilie: malvaceae of kaasjeskruidfamilie.

De tweede is de witbloeiende vorm van de bloedooievaarsbek, geranium sanguineum ‘album’
Uit Hoofdgroep Geranium-en vioolachtigen  (in de Flora van Nederland).
Plantenfamilie: geraniaceae; de ooievaarsbekfamilie.

Als ze uitgebloeid zijn zie je hele duidelijke verschillen in de vorm van de zaden en zaaddozen.

NB. Wist je dat er ook allerlei bomen tot de hoofdgroep primitieve asteriden behoren?
Onder andere de linde, de paardekastanje en esdoorns!

En in de hoofdgroep geranium- en vioolachtigen vinden we naast families van kruidachtige soorten, zoals de ooievaarsbekken, viooltjes en hertshooifamilies ook struiken en bomen uit de wijnstok-, wilgen – en kardinaalsmutsenfamilies…