Een emmer vol met modderig water, met allerlei mosjes erin drijvend en een dikke laag blubber. Een zeef er schuin in. Hoezo? Wat wordt hier gebrouwen?
Onze bijkeuken heeft geen regenpijp.
Het water loopt aan de buiten kant langs een verticale zinken goot naar een putje. Dat putje is afgedekt met een rooster en daarop een laagje grind. Eens in het jaar (of paar jaar) is het nodig dat putje schoon te maken. Dat heeft Eddy deze week gedaan. Er was ondertussen zoveel blad, aarde, mosjes en zand tussen het grind gekomen, dat er een wasbeurt nodig was: nu hebben we dus weer gewassen grind
Prima tijd om nu de rozen te snoeien. Veel rozen beginnen nu net uit te lopen, de bladknoppen beginnen uit te lopen, eerst aan de uiteinden. Terugsnoeien op een dieper liggende knop is prima. En als je het nu doet is er nog niet te veel kracht gaan zitten in het echt volledig laten uitgroeien van het blad aan de uiteinden.
Langs de rand van het grasveld staat een rosa multiflora, die ik ‘klein’ probeer te houden. Al jaren knip ik in voorjaar, de struik weer een beetje bolvormig. En de lange uitlopers van wel 2 meter die in de loop van het jaar ontstaan knip ik er tussentijds af. Dit jaar maar eens fors snoeien. IK zag dat de achterkant van de struik (door eigen takken-warboel, maar ook door overhangende grote struiken) veel dor hout bevatte. Dor hout er uit, aantal dikke takken eruit. Ik ontdekte dat een paar van de lange uitlopers toch aan mijn aandacht ontsnapt waren en in het achterliggende struikgewas van Deutzia en klimroos Pauls’ Himalayan Musk waren geklommen.
Morgen nog maar eens kijken of er nog wat af kan. Het ziet er wel wat stakerig uit nu alle kleine takjes eraf zijn. Komt vast goed.
Vorig jaar was de natuur net ietsje verder. Op 23 maart (overmorgen) begon de appelboom te bloeien. de primula’s waren open en de narcissen stonden in bloei. Dit jaar hier nog niet.
Maar scheelt niet veel. Hoewel de narcissen nog als preien overeind staan, zwelt de knop. En morgen nog even de appelknoppen bestuderen.
Rond het begin van de lente is een mooi tijdstip om de bollen en knollen die in de kelder overwinteren weer te voorschijn te halen en op te potten. Vorige week al een zak potgrond van 40 liter gehaald. Zaterdag 20 maart – met fietskar- nog 100 liter gehaald. Heb ik voorraadje.
Want met grote potten vliegen de liters potgrond erdoor heen. In de grootste pot de gloriosa knollen, in de op een na grootste de begoniaknollen; 1 knol was helemaal verdwenen, van binnen uit opgegeten door iemand (?), er was alleen nog een droog leeg vliesje in de turf waar de knollen overwinteren. Dan een paar potten met die ontzettend lekker ruikende Abbesijnse gladiolen. De rest van de gladiolenknolletjes gaan straks de volle grond in. Tot slot nog de gekke spinachtige wortelknollen van de commelina. Daar waren al groene puntjes van een centimeter of 2 te zien. Ik heb er een hele stel bij elkaar gedaan in een pot (afgekeken van de buren). Al deze potten staan voorlopig nog even in de serre. Vorstvrij. Dahlia’s heb ik niet meer. Die heb ik vorig jaar allemaal bij de buren in de tuin gezet. Zij hadden plek. En hebben daar prima gebloeid. Toen idd e buurman er aan herinnerde, snelde hij naar de garage, om een kartonnen door te voorschijn te halen, waarin de knollen keurig bewaard waren. Die kan hij binnenkort oppotten.
De tomaten van paar weken geleden waren groot genoeg om te verspenen: ze staan elk in hun eigen 9×9 potje. Ik hoop dat ze het niet te koud vonden toen ik ze aan het verspenen was; buiten was het maar 5 graden en een koude wind. Deze staan nu ook in de serre.
Tot slot ook alvast was buiten planten in potten. Lichtroze persicaria’s. Een pol bij de buren uit de voortuin gespit. Nakomelingen van een plantje dat ooit bij ons vandaan kwam; had ik er maar 1 van en di had ik opgepot om te vermeerderen. Maar ja, als je geen naambordjes bij de plantjes stopt…. Aan de bladeren kon ik prima zien welke plant het was (persicaria amplexicaulis), maar niet welke kleur. En zo belandde de lichtroze versie, samen met allerlei andere plantjes bij de buren in de tuin. Maar nu dus wat nakomelingen weer terug. Ze krijgen er de donkerrode voor terug.
Voederhuisje Moldau hangt aan de westkant van het huis, op nog geen twee meter van de erker. Beschutte plek met veel begroeiing. Er komt van alles langs. Paartje staartmezen, zwartkoppen, meestal vrouwtje, soms man. Uiteraard pimpelmezen en koolmezen. Vaak ook roodborst. ER vlak bij staat een geelachtige conifeer, vrij open van binnen met horizontale kaalgesnoeide takken. Daar zitten steeds vogeltjes op verschillende takken, als traptreden van een (open) wenteltrap. Mooie wacht- en uitrustplekken.
Vandaag heb ik weer een halfuurtje op de poef in de erker gezeten. Deze keer met grote camera en telelens om het goudhaantje goed op de foto te zetten. Da’s nog niet gelukt. Dus eerst maar het filmpje van vorige week. Met de telefoon, het was grijs, dus niet zo scherp.
Met geluid
De laatste week heb ik elke dag al goudhaantjes gezien. Het zijn er in ieder geval twee, een mannetje en een vrouwtje. En wat zijn ze klein! Maar een cm of 8 kop tot staart, en tussen de 4 en 7 gram. Daar hoeft maar een half postzegeltje voor op de envelop. Lang niet ieder jaar zien we goudhaantjes in de tuin. Ze houden van sparren en lariksen. Deze winter -las ik- zijn er wat meer in Nederland. In ieder geval hangen ze hier al een tijdje rond. Hele druk bewegende vogeltjes, niet erg schuw.
Alles is relatief. Als ik een tijdje naar het goudhaantje heb gekeken, dan lijkt een koolmees wel een olifant zo groot.
Ons overdekte terras was in de loop der jaren een beetje verzakt op sommige plekken. En de paadjes rondom het terras stonden bijnat weer (zoals nu) blank, als kleine kanaaltjes. Tijd om een en andere recht te laten leggen en op te hogen. Via Werkspot kwamen we uit bij William.
Busje met gereedschap, aanhangwagen met zand, eigen senseo-apparaat mee. Hij schepte en klopte en veegde. Met laser apparaat om de tegels mooi op afschot te leggen en een trilplaat om era aan te stampen. Dat gaat toch een stuk makkelijker dan als je het zelf doet. Wij hebben nooit een cursus stratenmaken gevolgd. Er waren twee stoeptegels te weinig (hoe dat kan?), dus ik ging op strooptocht door de tuin. Nog twee gevonden: een achter de verre schuur, een uit een (verzopen) stapstenen-paadje richting de vijver.
Er ligt nu allemaal zand op de paden om in de kieren te vegen. Maar ja, dat moet eigenlijk als het zand droog is. Dat kan nog wel een week duren…
In oktober kreeg ik een met bollen gevulde mandvan de buurvrouw. Vorige week heb ik die van de beschutting op het overdekte terras verplaatst naar naast de deur. Elke keer als we naar binnen of buiten gaan lopen we er dan langs. Eerder deze week, op een hele zonnige ochtend, stonden de krokussen in de mand wagenwijd open, heerlijk zonnebaden.
Gister kwam de buurvrouw langs en verbaasde zich over de uitbundige bloei in het verder lage groen. Haar eigen mand, dezelfde week met dezelfde bollen gevuld gaf weinig bloei op dit moment, wel al heel veel groen, loof van de grotere bollen. Dat noet door de net verschillende plek komen. Of misschien omdat zij de toplaag van viooltjes al verwijderd heeft. Vandaag , grijze dag, de krokussen bleven dicht.
Paraplus komen in allerlei kleuren, effe, met patroontjes, maar ook vaak met afwisselend een gekleurde strook en een witte strook. Daar moest ik aan denken toen ik onderstaande krokus bij ons in de tuin zag. De helft van de bladeren (bijna) effen wit, de andere helft (bijna) effen lila. WAs me nog niet eerder opgevallen. De andere krokus-foto’s in dit blog laten geaderde patroontjes zien, dus twee kleuren op 1 blad.
Deze week hebben we in delen het glaswerk van onze serre aangepakt. Binnen is nu zo goed als klaar. Buiten is vooral de bovenkant ingewikkeld, want hoog en breed. Eddy heeft daar vorige week een paar uur op staan poetsen. En nu is alles weer geel, bedekt onder een dikke laag stuifmeel van hazelaar en zwarte els.
Foto van 17 jan: hier staat de olijf nog buiten, links op de foto, in vierkante terracotta pot, buiten, maar wel onderdak. Toen even naar binnen en jasje aan met de strenge vorst die begin feb. was voorspeld. En dus gister, 27 januari weer naar buiten. Helemaal aan het eind van het terras, in de open lucht.
We zijn blij met de grote trap, maatje groter dan formaat keukentrap en met onze glazenwassergereedschappen van Unger. Zou wel makkelijk zijn als de serre een halve meter lager was… Met zijn tweeën en steeds in stukjes gaan we voort. En kan alles weer klaargemaakt worden voor de zomer. Nou ja, alles… We hebben de tegels van het terras nog te schrobben. Die slaan in de winter altijd een beetje groen uit van de algen.
Ook de olijf weer naar buiten gezet. Oh, Oh, Olijf. Ziet er wat armetierig uit.
Ik moest denken aan het liedje : Oh, Oh, Den Haag. Luister er maar eens naar via bovenstaande link. Speciaal voor de Olijf hier een nieuwe tekst.
Oh, Oh, Olijf, in een pot op de veranda Zo weinig blad, wat zie je er sneu uit.
Oh, Oh, Olijf Zal ik je dit jaar eens verplanten met nieuwe grond en ook een beetje mest. Dat is het best.
Zodat je weer Een mooie boom kan zijn.
Waarschuwing: plakliedje, blijft rest van de dag/avond in je hoofd)