In Feikje’s ‘bergtuin’ stond op heel veel plaatsen een vetplantje, uitbundig bloeiend met sierlijke hangende gele bloempluimen. Langs trappetjes, over muurtjes bungelend, maar ook her en der in de borders. Groeit overal, aldus Feikje. Ze pakte een schepje en ‘ropte’ er meteen een paar polletjes uit, voor ons om mee te nemen.
Een paar staan er nu op ons terras in pot. Om van dichtbij te kijken of ze goed aanslaan, en als reminder hoe ze eruit zien. Want we zijn nog op zoek naar de naam. Ik dacht sedum huppeldepup, maar dat is het niet volgens Feikje. In de Nederlandse naam zit iets met ‘goud’, zei ze.
Al even gegoogled op ‘vetplant geel hangend’ en zo, nog niet gevonden. Ik twijfel er niet aan dat ik binnenkort een reactie krijg van een lezer die schrijft: die ken ik, dat is <naam van de plant, nader in te vullen>.
Gister met Jitske op tuinbezoek geweest bij Feikje.
Na een flinke fietstocht, goed dertig kilometer, via rustieke Groningerplaatsjes als Groot Wetsinge, Winsum, Rasquert, werden we gastvrij door Feikje ontvangen. Na een uur met koffie en koek aan de keukentafel op ‘ronde’ door de tuin.
Het huis van Feikje ligt op een deel van een oude wierde (Gronings voor terp), middenin de plaatselijke ijsbaan! Nou ja, af en toe ijsbaan, nu een ijsbaanvormig weiland. Wat moet dat een bijzondere ervaring zijn, als honderden dorpelingen rondjes rond je huis schaatsen! Niet dat dat vaak gebeurt, aldus Feikje, lang niet elke winter ijs, en als het echt hard vriest gaan de jongelui uit het dorp liever schaatsen bij het haventje, daar is van alles te doen.
Nog nooit ben ik in de tuin geweest waar de toegang over een 30-40 meter lange houten voetbrug was, die op een paar meter hoogte over de ijsbaan loopt. Op de eerste foto zie je -op de hoogte van de brug- links de bovenkant van een lantaarnpaal. Langs de leuningen, nu ongeveer tot aan de helft van de brug, de enthousiaste uitlopers van de rambler roos Bobby James. Nog niet in in bloei, maar volop in knop.
Feikje is van huis uit Friezin, maar woont al 36 jaar in dit huis in Groningen. De tuin is helemaal door haar vormgegeven en aangelegd en op onderdelen zelfs ‘gebouwd’. Feikje heeft een in de heuvel gebouwd ‘Hobbit huisje’ voor de kleinkinderen gemaakt, allerlei keermuurtjes, waar de helling wat steil is, veel kronkelige schelpen paadjes, uiteraard ook een moestuin, een kas, trappetjes, een verborgen glijbaan (bofferds, de kleinkids van Feikje, met zo’n oma en zo’n speelomgeving).
De kleine onopvallende bloemetjes van het kindje-op-moeders schoot is enorm in trek bij dit hommeltje. Minuten lang zit ik op het tuinpad ernaast op de grond, gewoon kijken. Eerst poging om foto te maken van hommel in volle vlucht; het beestje vliegt heen en weer, net steeds buiten focus. En dan, laat maar. Gewoon genieten van het schouwspel.
Vingerhoedskruid of digitalis vind ik een geweldige plant. Spectaculaire optorenende (is dat een bestaand woord?) bloemtoortsen, bloeit weken lang eind mei tot juni, soms iets langer afhankelijk van de plek. Het is een bosrand plant, dan weet je meteen wat een goede plek is, ook in de tuin. Half schaduw, niet te droog. Volle zon gaat ook, als de bodem vochtig genoeg is. En als het te droog is, krijg je lage vingerhoedskruiden, een soort dwerggroei (ook wel kaboutergroei).
Raadsel: wat is de overeenkomst tussen een koe en een vingerhoedskruid?
Meestal tweejarig, zaaien in juli, eerste jaar rozet, tweede jaar de bloei.
Een paar vingerhoedskruiden in de tuin dit jaar, zijn in hun derde jaar, maar dat kwam omdat ik ze als zaailing te lang in minipotjes had laten staan, daarmee hebben ze 2015 overgeslagen als bloeijaar. Begin dit jaar heb ik ze op een paar plekken in de tuin gezet, en taadaaa, prachtige toortsen. De Sutton’s apricot, is zachtroze, met inderdaad een licht oranje tintje. Valt vooral op op een beetje bewolkte dag, met op dit moment een hele licht regen. Naast het vele groen in de tuin komen de kleuren nu prachtig naar voren.
Antwoord: elk exemplaar/ individu heeft een eigen, uniek vlekken patroon.
Vorig jaar nog geen Oranje Balletjes aan onze buddleja globosa, maar van de week zag ik opeens de eerste bloeiwijzen! Meteen camera erbij en wat foto’s gemaakt. Eerst van een afstandje, en toen dichterbij. Op de eerste foto zie je een klodder schuim, dat blijkt de schuimcicade te zijn, die deze buddleija blijkbaar lekker vindt. In die grote klodder zaten vijf cicades, zie foto 2. Die heb ik even op een plant ernaast gezet.
Deze buddleja bloeit veel eerder dan de bekende vlinderstruiken met de puntige pluimen. Vlinders heb ik er nog niet op gezien. Wel schuimcicades dus, en parende wantsen. Op foto 5 had ik de bedoeling de wantsen te fotograferen (onscherp op de rechter bol), maar ze bleven steeds naar de andere kant van het bolletje lopen …
Van mijn collega’s kreeg ik een knots van een hanging basket. Dat kwam mooi uit, want aan de buitenmuur van de badkamer hangt een haak, bedoeld voor een hangmandje. Mooie plek, prima te zien vanuit de keuken, vanuit de serre, en als je opzij kijkt ook vanaf het terras. Daar heeft een aantal jaren een mandje gehangen, maar dat was inmiddels uit elkaar gevallen, en nog niet vervangen. Wel zaak om steeds water te geven! Er bleken vier soorten in te zitten, de bloemen van foto 2 en 3 vielen meteen in smaak bij een wilde bij.
Op tuinenreis in juni 2015, samen met Jitske. Natuurlijk leuk om ook wat plantmateriaal mee te nemen: dat waren voornamelijk zaden, maar ook een miniplantje; namelijk een zaailing van een primula. Een hoge roze primula. In het voetpad langs de primula’s hadden zich vele honderden zaailingen genesteld. Twee ervan gingen mee naar Nederland en 1 ervan is -via overwintering in een potje- nu aan onze vijverrand beland.
Zorgvuldig heb ik daar een stukje vrijgemaakt, en dat houd ik even zo. want het is natuurlijk helemaal mooi als deze roze Engelse zich aan de vijverrand gaat uitzaaien!
Tweede tuin die ik bezocht op een zeer zomers 4 juni was in Sellingen. De tuin van Fer en Gre met een grondoppervlak van 7000 m2. Dit was de eerste keer dat Fer en Gre een groep (we waren met 12) op bezoek hadden in hun tuin. Via een artikel in het tijdschrift Oase (herfst 2015) waren we op het spoor gekomen van deze particuliere tuin. Ruim 10 jaar geleden hadden Gre en Fer het plan opgevat om van het wat saaie ponyweitje bij hun huis een bloemenweide te maken.
Dat kost tijd en geduld.
In de eerste jaren ook hard werken. Eerst de voedselrijke bovenlaag verwijderen, met een grote graafmachine wat relief aangebracht, en een seizoen lang schoffelen en handmatig kweekgraswortels verwijderen. Fer leidde ons enthousiast rond, rondom de weide, en via enkele gemaaide graspaden er dwars door heen.
Op het eerste gezicht bestaat de weide vooral uit grassen. Citaat van Fer uit artikel:
Maar ons, ondertussen geoefend, oog ziet daartussen toch veel soorten kruiden.
Nog niet zoveel kruiden en bloemen als ze zouden willen, grassen hebben, na tien jaar, nog steeds de overhand. Wel staat er 1 exemplaar van een zeer zeldzame plant die al 90 jaar niet in Nederland gezien was. Voor de veiligheid (of om terug te vinden?) staan daar wat paaltjes omheen. Na de rondleiding, terwijl we in de schaduw van een grote boom, van een kopje thee genoten, wisselden we tips uit. Prima tuinbezoekdagje!
… en die heeft ie nu!
Oorspronkelijk vanuit Delft en nu in Oost Groningen. Vandaag waren we in de tuin van Jan Steenweg in Westerlee met een groepje Wilde Planten Liefhebbers. Na een ontvangst met koffie en thee leidde Jan ons via allerlei kronkelpaadjes, door de 8000 m2 grote tuin. Veel bomen, veel schaduwplanten in aangenaam grote groepen. Groene tapijten, veel bodembedekkers, veel varens. Jan heeft een hele collectie van meer dan 100 epimediums, elfenbloemen. Allemaal bij elkaar verzameld, en bij de epimediums staat een naambordje. Een enkele keer een bordje zonder plant. Dit voorjaar wat minder epimediums. Vrij veel muizen op het terrein en als die holletjes en gangen graven, komen de wortels onder de grond in de lucht te hangen en drogen uit.
Door de hele tuin heen op veel plekken leuke kleine beelden, ook verzameld door Jan. Vaak op een stompje van een boom, een natuurlijke sokkel van ongeveer een meter hoog. Speciaal daar neergezet voor het beeldje, dacht ik eerst. Ik hoorde pas achteraf van 1 van de medebezoekers dat Jan dit voorjaar 200 (!) bomen, voornamelijk meidoorns, uit de tuin heeft gehaald…. Misschien waren die sokkels wel de stompen van de meidoorns. Je zou zeggen dat als er 200 bomen weg zijn dat wel zou opvallen, nee dus. Nog steeds is het beeld van de tuin voor mij een bomenrijke, groene tuin.
Via de weblog van Jan, waar hij ook wat links naar kunstenaars heeft staan, kwam ik uit bij Lut Brackx, een Belgisch kunstenaar. Denk dat minstens 2, maar misschien wel alle drie beeldjes op de foto van hem zijn. Vooral dat stelletje op het bankje vind ik geweldig.
Als je de hierna volgende blogjes leest over onze wandelvakantie in Portugal denk je misschien dat we alleen mooi weer en zon gehad hebben. Steeds blauwe lucht op de foto’s. Dat is een selectie-effect, als het regent/ slecht weer is blijft fototoestel in de rugzak. Toen we op 8 mei vertrokken was het in Nederland 25 graden en zonnig en in Portugal 13 graden en regen! Paar dagen in Lissabon met geregeld buien en op de eerste wandeldag het laatste wandeluur compleet doorweekt. De wandelsokken waren twee dagen later nog niet droog. Daarna werd het wel droog en vaak zonnig en elke dag een graadje warmer, 16- 17, 18, 19, 20, 21, 22 en op vertrekdag 23 graden.