Vrijdagavond kwam de buurvrouw de parkeervergunning lenen. Morgen komen ze de boom omzagen. En dan komen ze met verschillende auto’s. “Ze” dat waren een aantal mannen van de vrijwillige brandweer, die bij onze buren een van de twee paardekastanjes kwamen omzagen. Al jaren zag je de linkerboom van de twee minder goed in bloei en in blad komen. Aangetast door de kastanje bloederziekte. Omdat het zo’n mooie grote boom was, lieten de buren hem zo lang mogelijk staan. Jaarlijks controleren, of het veilig genoeg was. En nu was het dus tijd.
Vanuit onze woonkamer en vanaf het terras vormen de kastanjebomen een integraal onderdeel van de boomkronenrij die we kunnen zien. Een aaneengesloten wal.
Zaterdagochtend maakte ik een foto voor dat de mannen begonnen. En gedurende de dag nog een paar. De laatste foto is van na de zaagklus.
Categorie: Tuin
Een mutsje van kant
Sterrenlook
In de hoek van onze werkkamer staan enkele gedroogde bloeiwijzen van een allium. Van die leuke sterretjes bollen, een centimeter of 10 in diameter.
Niet de allergrootste.
Allium christophii is nog groter met een grote lila bloeibol van 15- 20 cm doorsnee. De bloeibol bestaat uit glanzende violette bloemetjes en is heel open en luchtig. Langwerpige blauwgroene bladeren met een donzige achterkant, 2 tot 7 bladeren per bol.
Meerjarig. Volle Zon. Je kunt deze opvallende sierui in kleine groepjes in een border met lage vaste planten zetten. Alle typen grond zijn goed, als ze maar niet te nat zijn. Als de christophii bol het naar haar zin heeft bloeit ze jaren na elkaar en dan kan ze met klisters zelfs uitbreiden.
Het schijnt een goed houdbare snijbloem te zijn, maar zelf laat ik bloemen liever in de tuin staan, dus geen ervaring mee..
Tegen tuinplagen?
Op sommige websites lees je dat (alle soorten) alliums genegeerd worden door insecten en dieren. Dat ze gebruikt kunnen worden om waardevolle planten te beschermen tegen muizen, mollen en slakken.
Misschien wel tegen mollen, we hebben er geen in de tuin.
Muizen hebben we wel af en toe, en slakken een heleboel. Die zich ook tegoed doen aan bieslook en allium blad….
Alle Alliums komen vrijwel allemaal van oorsprong uit droge, bergachtige gebieden in het Noordelijk halfrond, zoals centraal Turkije, noord Iran en Turkmenistan.
Het geslacht allium bestaat uit ongeveer 700 soorten en een veelvoud daarvan aan cultivars. Er zijn meerjarige alliums, tweejarige alliums, echte bollen, en meer met verdikte stengels (zoals bieslook). Er schijnen alliums te zijn die tot 1,5 meter hoog kunnen worden, en mini’s van nog geen 10 cm hoog.
In de antieke oudheid werden alliums gewaardeerd om zowel hun (vermeende) medische en afrodisiacum-kwaliteiten als hun smaak. Volgens sommige bronnen hebben de Romeinen voor de grote verspreiding van uien en alliums gezorgd omdat ze ze overal mee naar toe namen.
Het eerste exemplaar dat naar Europa kwam werd in Perzie verzameld door de Russische diplomaat Bode en werd -naar hem- Allium Bodeanum genoemd. Het eerste exemplaar in een herbarium van een soort met harige bladeren is verzameld in 1883 door Eugenius Johann Christoph Esper (1742-1810), een Duits entomologist. In 1884 werd dit exemplaar door de botanist Trautvetter, beschreven als “A. cristophi” (zonder letter ‘h’in eerste lettergreep)
In veel tuincentra kun je deze allium nu vinden als A. christophii (met 2 x h) en soms onder de naam Allium albopilosum. Albopilosum betekent met witte haren, verwijzend naar het harige randje op de bladrand.
17 juni 2016
ODD: op deze dag
Op de computer gebruik ik het programma foto’s om mijn digitale foto’s in op te slaan. Ondertussen het idiote aantal van 38.411. De grote meerderheid bestaat uit foto’s van de tuin. De laatste versie van het programma zet ook af en toe voor me klaar, bijvoorbeeld van foto’s op dezelfde kalender dag uit vroegere jaren. Meestal ben ik niet zo te spreken over programma’s die -ongevraagd- acties voor me uitvoeren, maar dit vind ik dan weer wel leuk 🙂 .
20022002
Deze serie foto’s van onze tuin is van 20 februari 2002.
Een beetje onscherp, nog niet zo’n goede digitale camera.
Niet zo lang nadat we de tweede helft van ons huis gekocht hebben.
Een heel nieuw deel van de tuin om ’te ontginnen’.
Vandaag was het te grijs en nat, maar komende week zal ik vanuit dezelfde standpunten de foto’s nogmaals maken.
Dan zie je pas hoe veel een tuin in de loop der jaren verandert.
Of hoeveel er gelijk blijft, ’t is maar hoe je het bekijkt.
Wat is er al te zien?
Heel heel langzaam worden de dagen langer.
Soms denken de koolmezen al dat het lengte is met hun zang.
Zelf begin ik aan de lente te denken.
Aan de vele tuinuren die nog komen gaan.
Allemaal nog tegoed.
Voorzichtig loop ik een tuinrondje, in de schaduw nog wat sneeuwresten. Ook vijverbrug kan glad zijn.
Hoe staat het met de sneeuwklokken?
De rij onder de heg zit nog verstopt onder het beukenblad.
Samen met Jitske gehaald.
De polletjes in de struikborder hebben al wel witte streepjes, maar nog geen uitbundige bloei.
En de winterakonieten?
Zo goed als ze het vroeger bij Ernst en Toos deden, daar komen ze vandaan, is het hier nog niet gelukt. Op 1 plek een gele glimp achter de picknicktafel. En ook in het achterste deel van de tuin, bij de appel en pruimenboom, een geel bolletje. Misschien kan ik de oprukkende omgevingsplanten (klimop achter en longkruid en smeerwortel voor) wat meer weghalen van de plekken waar ik de aconieten verwacht.
Blauwe druiven laten hun loof al voor de winter groeien, hele groene pruiken liggen over het grindpad. De druifjes moeten nog komen.
Zo ook de krokussen, wel groen, nog geen bloem.
Op het terras een paar potten met bolletjes. De irisjes hadden eind december al fiere groene bladeren boven de grond. De hyacinthen had ik per ongeluk in een bak laten staan, kletsnat waren ze, misschien wel verrot. Maar vandaag zag ik in een van de twee hyacinthpotten een dikke groene knoedel boven de grond komen. Dat wordt nog wel wat!
Geen reigerverschrikker
Maand geleden een paraplu langs de vijverrand gezet in de hoop de reiger die wat enthousiast van onze kikkertjes komt snacken op afstand te houden.
Na een week of twee hing de paraplu scheef. Daar was de reiger toch niet op gaan zitten? Nee, vast niet.
Toen ijs en flinke laag sneeuw, vijver dichtgevroren, even reiger veilig. Plu nog verder scheef, de stang zelfs verbogen. Dikke laag sneeuw er afgehaald.
Nog steeds best afschrikwekkend zo’n plu.
Toch?
Hmm , toen we vanmiddag terug kwamen van het wandelen, stond de reiger, op het bruggetje, met zijn rug naar de plu. Heel stilletjes te staan, in de hoop dat we hem niet zagen.
Dat mislukte dan weer wel.
Maar als reigerverschrikker werkt de paraplu in ieder geval niet.
Misschien is het wel dezelfde als vorig jaar.
Zwevend boven de tuinbank 23 januari 2019
Voor het eerst deze winter een aardig sneeuwlaagje. Dinsdagmiddag en avond gevallen. Woensdagochtend eerst even sneeuwschuiven, en toen een paar foto’s van de tuin. Onder andere de serie van vier foto’s die ik regelmatig neem, zittend vanaf de tuinbank, om steeds zelfde perspectief te hebben. Hier en hier.
Deze keer maar even met de billen zwevend boven de besneeuwde tuinbank gedaan. Zal er vast komische uitgezien hebben.
Na sneeuwschuiven en foto’s nemen, komt soms stap 3: een sneeuwpop maken. Niet gelukt, de sneeuw was op dit moment nog zo fijn , allemaal ijskristalletjes, en droog dat er weinig plak in zat. Meer sneeuw aan mijn handschoenen dan op de bal die ik probeerde te maken.
Tip: beetje overbelichten als je instelbaarfototoestel hebt. Anders met nabewerkingsprogramma op de computer beetje meer licht geven, dan is de sneeuw weer wit en verdwijnt de blauwige gloed een beetje.
Saxifraga van gemengde afkomst
De saxifraga x arendsi, in het Nederlands steenbreek of mossteenbreek, is een vriendelijk wintergroen rotstuinplantje. Bloempjes op hoge stengels vanaf april. Op de foto van dit weekend: ijskristalletjes op de puntjes van de rozetten.
Doet het goed stenige plaatsen, in de zon (grond moet beetje vochtig blijven) of halfschaduw. Bij ons groeit ie het best aan de noordwest kant van een muurtje langs een tegelpad. Geen concurrentie van andere planten daar. De steenbreek houdt er niet van om overschaduwd te worden door andere hogere planten is mijn ervaring.
De ‘x’ in de naam saxifraga x arendsii geeft aan dat het een hybride is. In dit geval een vrij ingewikkeld mengsel, niet van twee maar van minstens vier ouders: Saxifraga exarata, Saxifraga hypnoides, Saxifraga moschata en Saxifraga rosacea. De ouders zijn allemaal wilde planten, die tot aan de poolcirkel groeien. Een beetje sneeuw en ijs deert ze niet.
Stroboscoop
Een stroboscopische lamp is een lamp die steeds lichtflitsen geeft met vaste tussenpozen. Als die flitsen zo kort zijn zie je dat niet met je ogen. Maar soms wel. Zoals onze buitenlamp, die eerder deze week tijdens een forse hagelbui heel mooi de hagelkorrels volgde.