17 jaar later

Paar foto’s van februari 2002, nu opnieuw gemaakt vanaf ongeveer dezelfde plek.

20 februari 2002
24 februari 2019, in de vroege ochtendzon
24 februari 2019, eind van de middag, sluierbewolking

Paar dingen vallen me op:

  • De zuilvormige conifeer midden in beeld is verdwenen en heel recent is op die plek een sierpeer gekomen.
  • De halfronde grindborder is gekoloniseerd door stipa gigantea’s
  • Twee van de berken in de boomwal achterin de tuin zijn begroeid met een jas van klimop
  • Schuifpui is vaste pui geworden
  • De kerstboom van de buren, net rechts van de flat is een heel stuk hoger geworden, nu boven de klimop uit.
  • De budleija rechts voor de heg is fors uitgegroeid (misschien omdat ik hem nu nog niet gesnoeid heb)

Halmen

De bossen siergras in de tuin hebben voor een mooi wintersilhouet gezorgd in de tuin. De pluimen verliezen steeds meer van hun zaadjes, het lintvormige blad valt af en ligt als een strogeel tapijt rondom de grote pollen miscanthus sinensis. De halmen staan nog stevig overeind. Langzaam aan wordt het tijd de halmen weg te halen en het tapijt op te harken. Nu het droog weer is zijn de halmen zo droog dat ze af te breken zijn, vlak boven de grond. Steeds een bosje tegelijk. Dat is een stuk makkelijker dan ze stuk voor stuk met een tuinschaar door te knippen. Binnen in de bossen komen de eerste groene sprieten al weer omhoog.

Voor de afwisseling doe ik steeds maar 1 grote pol op een tuindag. Ik begin altijd met de zijborder (87), want daar komen heel veel krokussen op. Die kun je mooier bewonderen als ze tegen donkere grond afsteken, dan als ze half onder de grasbladeren zijn verstopt.

Wel altijd weer de vraag, wat doe ik met de halmen. Inmiddels bijna 1 kuub. Weegt niks, maar wel veel ruimte. Te groot en te droog om (zo) te composteren. Voorlopig liggen ze even los bovenop een van de composthopen.

Knoppen zwellen

De knoppen van de kort geleden geplante sierpeer beginnen te zwellen. Fraai in het ‘vroege’ochtendlicht. Het boompje staat vlak bij de fietsenschuur. Een plek waar we heel vaak langskomen. Wat zal dat straks een mooi gezicht zijn als ie -voor de eerste keer bij ons- in bloei staat. Zeker met zo’n blauwe hele erachter.

Here comes the sun

Ik krijg een mailtje van Margriet “Van Harte gefeliciteerd met je verjaardag. Je bent vast lekker buiten bezig met dit feestelijke weer.”  Ik maak deze foto en mail terug. “Zittend op bruggetje van de vijver. Met poes op schoot. In de zon. Eerste drie emmers oud siergras geruimd. Koolmezen kwetteren in de rondte. “

14 februari, eerste dag dat ik weer voorzichtig wat in de tuin gedaan heb. Drie grote emmers vol met vnl siergras (molinia) en varenblad.  Ik ben begonnen in de kleine border, rechts van de emmer bovenaan de foto. Met het idee om echt systematisch aan het werk te gaan. Eerst deze border opruimen , het afval verwerken, en dan pas iets anders gaan doen in de tuin. Deze eerste tuindag is dat gelukt.

Stralende zonnetjes: winterakoniet.

Voor en na

Voor het zagen, het gaat om de kastanjeboom midden in de foto, net links van het dak.

Vrijdagavond kwam de buurvrouw de parkeervergunning lenen. Morgen komen ze de boom omzagen. En dan komen ze met verschillende auto’s. “Ze” dat waren een aantal mannen van de vrijwillige brandweer, die  bij onze buren een van de twee paardekastanjes kwamen omzagen. Al jaren zag je de linkerboom van de twee minder goed in bloei en in blad komen. Aangetast door de kastanje bloederziekte. Omdat het zo’n mooie grote boom was, lieten de buren hem zo lang mogelijk staan. Jaarlijks controleren, of het veilig genoeg was. En nu was het dus tijd.
Vanuit onze woonkamer en vanaf het terras vormen de kastanjebomen een integraal onderdeel van de boomkronenrij die we kunnen zien. Een aaneengesloten wal.
Zaterdagochtend maakte ik een foto voor dat de mannen begonnen. En gedurende de dag nog een paar. De laatste foto is van na de zaagklus.

Tijdens de klus, Sander in de boom.
De linkerkastanje is helemaal weg. Waar we een opvallend gat in de bomenrij hadden verwacht, valt dat enorm mee. Precies in het ‘gat’ staat een boom, iets verder naar achter, op het terrein van de achterliggende flat.

Sterrenlook

Allium Christophii

In de hoek van onze werkkamer staan enkele gedroogde bloeiwijzen van een allium. Van die leuke sterretjes bollen, een centimeter of 10 in diameter.
Niet de allergrootste.

Allium christophii is nog groter met een grote lila bloeibol van 15- 20 cm doorsnee. De bloeibol bestaat uit glanzende violette bloemetjes en is heel open en luchtig. Langwerpige blauwgroene bladeren met een donzige achterkant, 2 tot 7 bladeren per bol.

Meerjarig. Volle Zon. Je kunt deze opvallende sierui in kleine groepjes in een border met lage vaste planten zetten. Alle typen grond zijn goed, als ze maar niet te nat zijn. Als de christophii bol het naar haar zin heeft bloeit ze jaren na elkaar en dan kan ze met klisters zelfs  uitbreiden.

Het schijnt een goed houdbare snijbloem te zijn, maar zelf laat ik bloemen liever in de tuin staan, dus geen ervaring mee..

Tegen tuinplagen?
Op sommige websites lees je dat (alle soorten) alliums genegeerd worden door insecten en dieren. Dat ze gebruikt kunnen worden om waardevolle planten te beschermen tegen muizen, mollen en slakken.

Misschien wel tegen mollen, we hebben er geen in de tuin.
Muizen hebben we wel af en toe, en slakken een heleboel. Die zich ook tegoed doen aan bieslook en allium blad….

Alle Alliums komen vrijwel allemaal van oorsprong uit droge, bergachtige gebieden in het Noordelijk halfrond, zoals centraal Turkije, noord Iran en Turkmenistan.

Het geslacht allium bestaat uit ongeveer 700 soorten  en een veelvoud daarvan aan cultivars. Er zijn meerjarige alliums, tweejarige alliums, echte bollen, en meer met verdikte stengels (zoals bieslook). Er schijnen alliums te zijn die tot 1,5 meter hoog kunnen worden, en mini’s van nog geen 10 cm hoog.

Een selectie van mijn allium foto’s

In de antieke oudheid werden alliums gewaardeerd om zowel hun (vermeende) medische en afrodisiacum-kwaliteiten als hun smaak. Volgens sommige bronnen hebben de Romeinen voor de grote verspreiding van uien en alliums gezorgd omdat ze ze overal mee naar toe namen.

Het eerste exemplaar dat naar Europa kwam werd in Perzie verzameld door de Russische diplomaat Bode en werd -naar hem- Allium Bodeanum genoemd. Het eerste exemplaar in een herbarium van een soort met harige bladeren is verzameld in 1883 door  Eugenius Johann Christoph Esper (1742-1810), een Duits entomologist. In 1884 werd dit exemplaar door de botanist  Trautvetter, beschreven als   “A. cristophi” (zonder letter ‘h’in eerste lettergreep)

In veel tuincentra kun je deze allium nu vinden als  A. christophii (met 2 x h) en soms  onder de naam Allium albopilosum. Albopilosum betekent met witte haren, verwijzend naar het harige randje op de bladrand.

17 juni 2016

ODD: op deze dag

Sneeuw – winter
Krokus – lente

Op de computer gebruik ik het programma foto’s om mijn digitale foto’s in op te slaan. Ondertussen het idiote aantal van 38.411. De grote meerderheid bestaat uit foto’s van de tuin. De laatste versie van het programma zet ook af en toe voor me klaar, bijvoorbeeld van foto’s op dezelfde kalender dag uit vroegere jaren. Meestal ben ik niet zo te spreken over programma’s die -ongevraagd- acties voor me uitvoeren, maar dit vind ik dan weer wel leuk 🙂  .